Voedseldroppings zijn een misselijkmakend spektakel met groot Hunger Games gehalte
Ergens halverwege de eerste film van The Hunger Games klinkt er hoog boven de dode bomen een mechanisch gezoem. Katniss Everdeen wist al wat er zou komen voordat ze omhoog keek. Een kleine parachute, een vingerwijzing uit het Capitool. Ze ontvangt een prijs voor hoe goed ze zich had weten te verkopen aan de kijkers, aan de rijken, aan het publiek dat hun wijn dronk terwijl zij vocht voor eten. Ze krijgt niet genoeg om veilig te zijn, maar precies genoeg om te blijven lijden voor de camera.
Wanneer ik de beelden zie van de voedseldroppings van onze regering boven Gaza, kan ik niet anders dan aan die scène terugdenken. Een misselijkmakend spektakel is het, waarin onze regering doet alsof ze haar menselijkheid toont, terwijl ze ten volle medeplichtig is aan de onmenselijkheid van de hele situatie.
Cynisch?
“Mensen hebben honger, dus het zou cynisch zijn om me uit te spreken tegen die luchtleveringen", dat lees ik medewerkers van hulporganisaties in Gaza zeggen. Ik begrijp wat ze zeggen en dus vraag ik me af: ben ik te cynisch aan het worden?
Ben ik te cynisch aan het worden wanneer ik het niet kan opbrengen om te juichen wanneer er een klein beetje eten via de lucht Gaza inkomt, terwijl er massaal veel camions klaarstaan om gewoon naar binnen te rijden maar worden tegengehouden? Ik denk het eigenlijk niet. Ik denk dat ik hier niet tevreden mee kan zijn, en dat juist een teken is van het feit dat ik weiger cynisch te worden.
Zijn die voedseldroppings niet het toppunt van cynisme? Dat je blijft handel drijven met de staat die een genocide uitvoert, zelfs wapens blijft leveren, zolang het maar geld opbrengt. En dat je dan je schuldgevoel probeert weg te werken door wat pakken pasta uit de lucht te laten vallen. Soms per ongeluk op iemands hoofd die dan sterft, maar dat is collateral damage. En als je daar iets van zegt, dan ben je te cynisch.
We droppen bommen, maar hier en daar ook wat beschuiten, want wij zijn de kant van de menselijkheid. Ondertussen vraagt Israël dat de beelden van die droppings niet langer verspreid zouden worden, omdat ze duidelijk maken welke ravage het heeft aangericht in Gaza. Nochtans leveren beelden van voedseldroppings anders vaak mooi materiaal om propaganda voor het leger mee te maken.
“Voedsel droppen boven een genocide is even nuttig als een bosbrand blussen met een tuinslang”, lees ik bij Immade Annouri. “Ik vrees dat heel wat overheden het niet doen om te helpen, maar wel om toch maar te kunnen zeggen dat ze iets hebben gedaan.” Ik ben dus in ieder geval niet de enige die vooral een triestige PR-stunt ziet.
Rookgordijn
Nu de druk blijft toenemen en het geruis niet langer te negeren valt, reageert onze regering door een soort van rookgordijn op te trekken. Men gooit wat kruimels en probeert de publieke opinie te sussen met een aantal symbolen.
De commissie Buitenlandse Zaken komt terug, als de premier terug is van zijn safari in Zuid-Afrika. We dreigen ermee Palestina te erkennen, als Israël niet stopt en al Palestina 'demilitariseert' weliswaar. Zolang jullie zielige slachtoffers zijn, zolang jullie sterven van de honger, willen we jullie wel erkenning geven, wat dat ook moge betekenen. Maar vanaf het moment dat jullie je lot in eigen handen willen nemen, niet meer natuurlijk. Zelfbeschikking kan, op onze voorwaarden.Men verzint daarbij allerlei excuses waarom dit soort symbolische non-maatregelen de enige mogelijke zijn. België is maar een klein landje, de belangrijke hefbomen zitten op een ander niveau, ja maar Hamas, we moeten wachten om de situatie nog wat beter te bestuderen, en ga zo maar door.
In een interview dat we eerder publiceerden, weerlegt Dimitri Van Den Meerssche, professor aan Queen Mary University in Londen, gespecialiseerd in internationaal recht, elk van deze drogredenen. België heeft de juridische plicht om er alles aan te doen om genocide te voorkomen. Dat betekent: de wapenhandel droogleggen en economische, diplomatieke en andere banden van medeplichtigheid doorknippen.
Dat is het minimum. Niet enkel omwille van onze morele plicht ten opzichte van de Palestijnen, maar ook in ons eigen belang. We moeten dat ook doen omdat enkel zo de belangrijkste steunpilaren van het internationaal recht enigszins overeind kunnen blijven. De steunpilaren die opgebouwd werden na de Tweede Wereldoorlog en ervoor moesten zorgen dat een herhaling niet mogelijk zou zijn.
Een experiment
“Gaza”, zegt de Colombiaanse president Gustavo Petro, “is een experiment.”
“Gaza is een experiment van de superrijken die willen laten zien hoe ze moeten reageren op de rebellie van de mensheid. Ze zijn van plan om ons allemaal te bombarderen. Tenminste, degenen onder ons in het Globale Zuiden, maar ze zullen eindigen zoals in Guernica en zichzelf bombarderen met buitenlandse wapens."
“Dat perspectief van barbarij doodt natuurlijk het idee van multilateralisme, de mogelijkheid voor landen om samen te komen. Het doodt het idee van een globale democratie, het vernielt internationale instituties.”
Petro heeft gelijk. Gaza toont ons hoe men in de toekomst om zal gaan met klimaatvluchtelingen. Het toont ons hoe men om zal gaan met iedereen die zich niet kan verdedigen en dus ook met ons wanneer er niemand meer over is om ons te verdedigen.
We moeten nu stoppen met toekijken naar dit morbide spektakel om te voorkomen dat we er ooit zelf aan moeten deelnemen. Voedseldroppings zullen ons dan niet redden.