Opinie

Waarom iedereen moet stoppen met zagen over vrouwenvoetbal

Afbeelding
Bewerkt beeld: Stefano Oppo van corelens, GDJ van pixabay, via Canva.com
Bewerkt beeld: Stefano Oppo van corelens, GDJ van pixabay, via Canva.com
Je hoort het vaak: lachende mannen met meningen over vrouwenvoetbal. Wat je minder vaak hoort, is dat vrouwenvoetbal decennialang verboden was, en zich daardoor veel minder kon ontwikkelen. En dat achter dat gelach van die mannen misschien wel iets anders schuilt: een diepgewortelde angst om ooit eens verslagen te worden.

Daar zaten ze weer, bij het Nederlandse praatprogramma Vandaag Inside — mannen die hun mening kwamen verkondigen. Dit keer ging het over vrouwenvoetbal. Vaste gast Job Knoester zat er ook bij en vond het nodig om te zeggen dat het een regelrechte belediging zou zijn voor Marco van Basten — voormalig topspits van het Nederlands elftal — als je hem vergelijkt met de Nederlandse voetbalster Vivianne Miedema, topschutter aller tijden van de Nederlandse vrouwenploeg, die haar honderdste doelpunt maakte op dit EK. De presentator schoot in de lach.

Vanuit het publiek reageerde de jonge nieuwe voetbalverslaggeefster Noa Vahle. Ze zei dat het niet gaat om wie beter is, maar om wat van Basten betekend heeft voor het mannenvoetbal, en Miedema voor het vrouwenvoetbal. En dat we echt eens moeten kappen met het voortdurend vergelijken van vrouwenvoetbal met mannenvoetbal. Met bijvoorbeeld tennis doen we dat toch ook niet?

Aan de tafel weerklonken wat lacherige opmerkingen. De mannen gniffelden, het publiek lachte, en ook Vahle lachte dan maar wat mee.

“Ik vind het een goed betoog”, zei er eentje uiteindelijk, enigszins betuttelend. “Een applaus waard.” En er volgde een applaus — gemeend, vermoed ik. Wat het des te vreemder maakte dat de presentator het moment onderbrak met een vraag aan de enige vrouwelijke tafelgast, een politica van de VVD: of de “man des huizes” bij haar thuis ook moppert over het niveau van vrouwenvoetbal.

Lachende man met mening

Het is een bekend beeld: de lachende man met een mening, omringd door medemannen, terwijl de enige vrouw aan tafel het maar moet ondergaan. Of het nu een vergadertafel is of, zoals hier, een televisietafel.

Voetballende vrouwen? Daar zitten mannen eigenlijk helemaal niet op te wachten. Kijk maar hoe lang vrouwen van het voetbalveld zijn geweerd. Luister maar naar het gelach aan tafel zodra het over het ‘niveau’ gaat — en over hoe het ‘gewoon niet goed genoeg’ is — precies op het moment dat het vrouwenvoetbal eindelijk de ruimte krijgt om te groeien.

Er wordt nooit gesproken over de verbanning van vrouwenvoetbal

En aan die tafel wordt met geen woord gerept over die verbanning — de decennialange uitsluiting van vrouwen van het voetbalveld — waardoor het vrouwenvoetbal, in tegenstelling tot het mannenvoetbal, nooit echt de kans heeft gekregen zich te ontwikkelen. Laat staan dat er wordt stilgestaan bij hoe juist dat gelach aan tafel bijdraagt aan de onderdrukking van sportende vrouwen. Want vrouwen belachelijk maken is altijd al een strategie van het patriarchaat geweest.

Maar wie goed kijkt, ziet achter de spottende lach van die mannen ook iets anders: een nerveus lachje. Nerveus, omdat vrouwenvoetbal wel degelijk bezig is met ruimte innemen — ook aan die tafel. En misschien is het inderdaad gewoon tijd dat meneer Knoester wordt vervangen. Door iemand jonger. En vrouwelijker.

Hoe vrouwen van het veld werden gebannen

Een greep uit het verleden, om te laten zien hoe men lange tijd aankeek tegen voetballende vrouwen: na het succesvolle wereldkampioenschap voor mannen in 1970 bedacht een groep mediamagnaten in Mexico dat zo’n toernooi ook voor vrouwen wel eens een succes kon worden. Maar waar deze Mexicaanse ondernemers geen rekening mee hielden, was de wijdverspreide afkeer van vrouwenvoetbal onder vooral Europese mannen. Want ja: het zou niet fatsoenlijk zijn, niet goed voor het vrouwenlichaam, en het zou er ook nog eens niet uitzien.

De wereldvoetbalbond FIFA weigerde het WK in Mexico te erkennen, en de Nederlandse voetbalbond verbood Nederlandse speelsters om eraan deel te nemen. Sterker nog: voetbalclubs die hun velden verhuurden aan vrouwen, kregen een boete opgelegd.

Voetbalclubs die hun velden verhuurden aan vrouwen, kregen een boete

En terwijl vrouwen letterlijk niet mochten voetballen, groeide het mannenvoetbal uit tot een wereldmacht. Voetbal werd steeds meer een 'mannending'. Alle helden: mannen. Alle aandacht, geld en televisiecamera’s: op de mannen. Zelfs de taal vormde zich naar het mannelijk perspectief — zoals eigenlijk bijna alle taal. Je hebt het EK, en je hebt het EK voor vrouwen. Vrouwen zijn de uitzondering.

En ja, dan is het makkelijk klagen voor die mannen die ‘de uitzondering’ tegenover ‘het normaal’ zetten. Die het hebben over ‘het niveau’, en dat dan vergelijken met het niveau van mannen nú — mannen die simpelweg veel langer de tijd hebben gehad om dat niveau op te krikken. Want alsof de mannen uit de jaren 90 zó goed waren, zegt Michiel de Hoog in De Correspondent: “De beste mannen van weleer hadden geen concurrentie om slecht bij af te steken.”

Data wijzen uit dat sporters beter gaan presteren naarmate een sport de tijd en ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. Honkballers zijn verder gaan slaan, harder gaan sprinten, preciezer gaan gooien. En hetzelfde geldt voor voetbal: twintig jaar geleden renden spelers nog een stuk minder snel.

Praten over ''het niveau' verbergt de angst

De Amerikaanse sporteconoom David Berri stelt dat het verhaal over ‘het slechte niveau’ vooral een manier is om te rechtvaardigen waarom mannen vrouwensport niet serieus nemen. Samen met bedrijfskundige Carlos Gomez toonde hij dit aan in een experiment. Ze lieten proefpersonen beelden zien van vrouwen- en mannenvoetbal. De ene groep kreeg de originele beelden te zien, de andere groep kreeg beelden te zien waarin de lichamen van de spelers geblurd waren. De vraag: wat vond je van het spel?

Wat bleek? Wie níét wist dat ze naar vrouwenvoetbal keken, waardeerde exact dezelfde acties significant hoger dan wie wél wist dat het om vrouwen ging.

“Mannen voelen zich bedreigd door vrouwen”

Voetbal ís mannelijkheid. Het stadion: de tempel waarin die mannelijkheid wordt gevierd. Daar zitten ze dan, op de tribune met een halve liter bier in de hand, schreeuwend naar mannelijke atleten. En nu? Nu wordt dat heilige terrein “bestormd” door vrouwen.

“Je moet het niet moeilijker maken dan het is”, zegt Berri. “Mannen voelen zich bedreigd door vrouwen.” Want ja, dat blijft voor sommige mannen het allerergste dat hen kan overkomen: verslagen worden door een vrouw. "Mannen zien zichzelf als paragons of masculinity” — het ultieme voorbeeld van mannelijkheid, zegt hij. “Ook al zijn die mannen zelf absoluut niet atletisch.”

Ophouden met zagen

Ach, kijk ze daar zitten in dat stadion, hun bier stevig in de hand. Kijk ze nou zitten aan tafel in het televisieprogramma, de arme mannen. Lachen om niet te hoeven huilen. Wat moet er van hun mannelijkheid terechtkomen, nu het vrouwenvoetbal eindelijk niet meer te stoppen is? Ze hadden het nog zo geprobeerd.

En ja, er is nog een lange weg te gaan. De ongelijkheid zit in elke hoek van het voetbal — het is een perfect product van het patriarchaat. En ja, er is en zal weerstand blijven. Net als bij elke andere ‘doodenge’ verandering: meer vrouwen in de politiek, meer vrouwen op de werkvloer, meer vrouwen als baas … wóów! Want ja, dat voelt bedreigend. En ja, dat betekent dat er een beetje macht uit jullie handen glipt.

Jullie wennen er maar aan.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?