Analyse

Waar zijn de Vlaamse filosofen als het over Gaza gaat?

Afbeelding
De school van Athene. Rijksmuseum, CC0 1.0.
De school van Athene. Rijksmuseum, CC0 1.0.
“De filosoof”, zo schrijft Merleau-Ponty in zijn Lof der wijsbegeerte, “is de mens die opstaat en spreekt”. Terwijl ik zijn tekst herlees, dwalen mijn gedachten af naar Gaza, en ik vraag me af: waar zijn de filosofen gebleven die opstaan en spreken?

Dat Maarten Boudry zich heeft ontpopt tot propagandist voor Israël is inmiddels bekend, maar waar zijn de andere filosofen die anders zo graag tussenkomen in het publieke debat? Waar is bijvoorbeeld Tinneke Beeckman, die anders altijd wel een mening over zowat alles weet te formuleren en er drie antieke filosofen bij sleept wanneer het over Gaza gaat?

Lof der wijsbegeerte

De Franse filosoof Maurice Merleau-Ponty opent zijn Lof der wijsbegeerte met de stelling: “De filosoof herkent men eraan dat hij tegelijk een voorliefde heeft voor evidentie én een gevoel voor ambiguïteit.” In de rest van zijn essay verkent hij verder die spanning tussen evidentie en ambiguïteit. Die spanning is ook vandaag uiterst relevant, niet in het minst in het debat over Gaza waar maar al te vaak over ambiguïteit en complexiteit wordt gesproken om geen standpunt te moeten innemen.

Enerzijds onderscheidt de filosoof zich van de activist door de dingen vanop een zekere afstand te bekijken. Anderzijds dient die afstand er niet toe zich terug te trekken uit de wereld, maar net om beter te kunnen oordelen. “Bij de allergrootsten”, schrijft Merleau-Ponty, “wordt die ambiguïteit tot onderwerp: zij draagt er juist toe bij om zekerheden te funderen, in plaats van ze te bedreigen''.

De filosoof staat nooit buiten de wereld
De filosoof, besluit Merleau-Ponty, staat nooit buiten de wereld. “Aan het eind van een reflectie die de filosoof aanvankelijk afzondert, maar hem juist daardoor des te sterker de banden van waarheid laat voelen die hem verbinden met de wereld en de geschiedenis, vindt hij niet het niets van het zelf of van het absolute weten – maar een vernieuwd beeld van de wereld, waarin hij zelf geplant staat, tussen de anderen.”

Als ik dit essay lees, voel ik opnieuw mijn passie voor filosofie. Filosoof zijn, zoals Merleau-Ponty het beschrijft, lijkt me iets dat voor elke mens nastrevenswaardig is. Het is net dit enthousiasme over filosofie dat me vaak droevig stemt wanneer ik Vlaamse filosofen zie optreden in het publieke debat. Niet het feit dát men tussenkomt stemt me droevig, maar de manier waarop dat gebeurt is vaak de naam filosofie niet waardig.

Verschuilen achter ambiguïteit om geen standpunt te moeten innemen
En dan heb ik het niet eens over Maarten Boudry. Als propagandist voor Israël ontbreekt het hem aan elk gevoel voor ambiguïteit. Dat heb ik eerder uitgebreid beargumenteerd en aan hem wil ik verder niet te veel woorden meer verspillen. Tegenover Boudry staan namelijk heel wat voorbeelden van filosofen die precies de omgekeerde fout maken: ze verschuilen zich achter ambiguïteit, achter de 'complexiteit', 'meerduidigheid' om geen standpunt te moeten innemen.

Ik bespreek de volgende drie voorbeelden omdat ze in de grote media naast Boudry het meeste ruimte krijgen: Tinneke Beeckman, Johan Braeckman en Patrick Loobuyck.

Tinneke Beeckman

Afbeelding
Tinneke Beeckman (Antwerpen, 1976) is een Vlaamse filosofe, docente en columniste. Ze promoveerde in de moraalwetenschappen aan de VUB, voltooide een master wijsbegeerte aan de ULB en werkte als postdoctoraal onderzoekster rond politieke filosofie (Spinoz
Tinneke Beeckman (Antwerpen, 1976) is een Vlaamse filosofe, docente en columniste. Auteur van Door Spinoza’s lens (2012), Macht en onmacht (2015) en Ken jezelf (2023), en actief als columnist in o.a. De Standaard, De Tijd en De Morgen. Foto: De Balie /  CC BY 3.0. 

We beginnen met Beeckman. Ik heb me suf gezocht naar een column van haar over de situatie in Gaza. Het enige wat ik kon vinden, dateert van november 2023. Daarin beroept ze zich op Hannah Arendt om aan te geven dat gemakzuchtige historische vergelijkingen het debat over Palestina niet vooruithelpen. Hamas is niet hetzelfde als IS. Israël is niet hetzelfde als de nazi’s. Je moet de concrete situatie vandaag bestuderen.

“Filosofie”, schrijft Beeckman, “vertrekt altijd vanuit een ervaring. Om die ervaring te begrijpen, probeerde ze te zien wat het nieuwe, het bijzondere ervan is”. Dat is ongetwijfeld zo. Alleen jammer dat Beeckman precies dat weigert te doen: proberen de ervaring van de genocide in Gaza te begrijpen. Die concrete gebeurtenis lijkt haar niet te interesseren.

“Hannah Arendt”, zo schrijft ze, “zou ongetwijfeld een scherp commentaar op het conflict in Israël en Gaza hebben geleverd. Welk commentaar precies valt natuurlijk niet te achterhalen, maar ik kan wel haar methode uiteenzetten om een nauwgezette, kritische analyse van een actuele situatie te maken.”

Zo moeilijk is het nochtans niet om te achterhalen welke commentaar Arendt zou hebben gegeven, aangezien ze een heel concrete kritiek op het zionisme heeft geschreven. Dat maakt het nogal bijzonder dat Beeckman in een column waarin ze op basis van Arendt oproept om naar de concrete situatie te kijken, Arendts analyse van die concrete situatie niet eens vermeldt.

Beeckman plaatst zichzelf boven de wereld, onthoudt zich van een oordeel over de genocide die plaatsvindt, en beperkt zich tot een aantal algemene opmerkingen over methode. Ze blijft hangen in de zuivere ambiguïteit – en ze is daarin niet alleen.

Johan Braeckman

Afbeelding
Foto: Michiel Hendryckx - CC BY-SA 4.0
Johan Braeckman (Wetteren, 1965) is een Vlaamse filosoof. Tot 2024 was hij gewoon hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Gent. Hij is mede-oprichter van De Maakbare Mens. Foto: Michiel Hendryckx - CC BY-SA 4.0

Zo werd Johan Braeckman recent geïnterviewd door deMens.nu over de situatie in Gaza. Politieke actie zoals betogen, Palestijnse symbolen verspreiden, Israëlische producten boycotten of je verontwaardiging uiten, doet hij zonder veel argumenten af als “niet effectief”.

De enige effectieve actie is volgens Braeckman het financieel steunen van gevestigde organisaties die humanitaire hulp bieden. “Ook een Israëliër die ervan overtuigd is dat de oorlog in Gaza noodzakelijk en gerechtvaardigd is, kan een organisatie als Artsen zonder Grenzen of het Rode Kruis steunen”, aldus Braeckman. Alleen is het wel “niet altijd duidelijk welke hulporganisaties volledig te goeder trouw zijn en zich niet mengen in het conflict tussen Israël en Hamas”.

Op een moment dat een bewust ontworpen uithongering van een gekoloniseerd volk plaatsvindt, waarbij de kolonisator openlijk voor etnische zuivering pleit en het risico op genocide is vastgesteld door het Internationaal Gerechtshof, maakt Braeckman zich druk over de vraag of organisaties zich niet te veel “mengen in het conflict”. Hij gaat er zelfs van uit dat wie zich “mengt in het conflict” niet “te goeder trouw” kan zijn.

Wat Braeckman negeert, is dat zelfs wie enkel humanitaire hulp wil bieden, zich genoodzaakt ziet zich tegen Israël te keren, aangezien die staat de humanitaire hulp tegenhoudt. In een koloniale realiteit betekent zich mengen in het conflict niets anders dan zich mengen in de realiteit – en zich niet mengen in het conflict betekent zich terugtrekken uit de realiteit.

De houding van Braeckman is precies dezelfde als die van Beeckman. Het is een houding die zich verschuilt achter ambiguïteit om zich boven deze wereld, waarin een genocide gaande is, verheven te wanen. De filosofische afstand wordt hier niet gebruikt om tot een beter oordeel te komen, maar misbruikt om dat oordeel op te schorten.

Patrick Loobuyck

Afbeelding
Patrick Loobuyck (Brugge, 1 oktober 1974) is een Belgisch godsdienstwetenschapper, moraalfilosoof en hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. Foto: KU Leuven, Rob Stevens.
Patrick Loobuyck (Brugge, 1 oktober 1974) is een Belgisch godsdienstwetenschapper, moraalfilosoof en hoogleraar aan de Universiteit Antwerpen. Foto: KU Leuven, Rob Stevens.

Wie het op het eerste gezicht wél aandurft om een oordeel te vellen, is Patrick Loobuyck. “Ik hoop op meer solidariteit met de mensen in Gaza én op snelle, doeltreffende oplossingen”, zo schrijft hij.

“Maar”, vervolgt hij, “die solidariteit mag niet neerkomen op het negeren van de verantwoordelijkheid van Hamas, noch op het vergoelijken van Israëls optreden. Beide partijen hebben serieus wat boter op het hoofd en stellen hun eigen agenda boven de waardigheid en veiligheid van burgers."

“De meeste solidariteitsbetuigingen viseren terecht Israël, maar negeren en verzwijgen het aandeel van Hamas. Degenen die nog steeds Israël verdedigen, wijzen enkel naar Hamas en protesteren bij elke vingerwijzing naar Israël.” En verder: “Wie de wereld echt wil begrijpen en recht wil doen aan de complexiteit van dit soort conflicten, moet bereid zijn om naar meerdere perspectieven en oorzaken tegelijk te kijken.”

Natuurlijk heeft Loobuyck gelijk dat twee verschillende zaken samen waar kunnen zijn, dat het kwaad van de ene partij niet betekent dat de andere partij heilig is en omgekeerd. Loobuyck mag deze ‘dubbele kritiek’ dan wel gewichtig “combinatiedenken” noemen, dat zou moeten helpen om “de politieke impasse” te doorbreken – maar meer dan een open deur intrappen doet hij niet.

Ik weet dat ik van Tinneke Beeckman geen historische vergelijkingen mag maken, maar zou het niet net zo absurd zijn om, wanneer het gaat over de dekolonisering van Congo, zich te beperken tot de vaststelling dat “beide partijen boter op het hoofd hebben”? Het standpunt van Loobuyck doet me denken aan een sketch van Hans Teeuwen waarin hij zegt: “Wanneer het over de Tweede Wereldoorlog gaat, praten de mensen wel altijd over de Joden, maar die Duitsers waren óók geen lieverdjes, hoor.” Met dat verschil dat Hans Teeuwen een grap maakte.

Natuurlijk, de situatie in Palestina is niet hetzelfde als die tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het principe dat je het geweld van onderdrukkers en onderdrukten niet op één lijn kan stellen, blijft wél overeind. Als Beeckman dat liever heeft, kun je om dat duidelijk te maken uitleggen hoe syllogismen werken volgens Aristoteles, maar gezond verstand zou eigenlijk al moeten volstaan.

Ambiguïteit

De concrete realiteit in Palestina, waar al deze Vlaamse filosofen die zich mengen in het publieke debat aan voorbijgaan, is die van kolonisatie. Natuurlijk: slachtoffer zijn van kolonisatie betekent niet dat alles wat je ertegen probeert te ondernemen goed is. Maar de discussie over welke vorm van verzet legitiem is, is pas mogelijk wanneer eerst de kolonisatie erkend wordt. Pas dan – als we vertrekken van de concrete situatie zoals die is – kan de complexiteit en ambiguïteit waar deze filosofen zich achter verschuilen, betekenisvol worden.

Wanneer je het geweld op Israëlische burgers door Hamas bekijkt, hoef je geen filosoof te zijn om dat slecht te vinden. Net zomin als je een filosoof hoeft te zijn om het uithongeren van kinderen door Israël slecht te vinden – of om beide tegelijk af te keuren.

Vlaamse filosofen vergeten kolonisatie

Als de filosoof zich onderscheidt door afstand te nemen, dan is het precies door dat eenvoudige morele oordeel op te schorten en de oorzaken van het geweld te onderzoeken. Die oorzaken zijn, zoals Loobuyck aangeeft, meervoudig – maar duidelijk is dat kolonisatie een inherent gewelddadige situatie met zich meebrengt.

De filosofisch interessante vraag is hoe je naar geweldloosheid kunt streven in een inherent gewelddadige situatie. De Palestijnen hebben op verschillende manieren antwoord geprobeerd te geven op die vraag. Ze hebben gestreden en een compromis gezocht. Ze hebben geweldloos gedemonstreerd en ze hebben gewelddadig verzet gepleegd, waarbij sommigen ook burgers hebben geviseerd.

Je kunt jezelf de vraag stellen of geweldloos demonstreren tegenover een militaire supermacht die niet geïnteresseerd is in compromis wel effectief kan zijn, net zoals je jezelf kunt afvragen of wie wraak wil nemen, niet het risico loopt te veranderen in het spiegelbeeld van zijn onderdrukker.

In plaats van in te gaan op de complexiteit en ambiguïteit van de situatie waarin de Palestijnen zich bevinden, kiest Loobuyck er echter voor om zich te beperken tot een holle veroordeling van Hamas. Dat is geen “combinatiedenken”, dat is gewoon de common sense napraten in mooier klinkende woorden.

"Op een dag zal iedereen er tegen zijn geweest"

“Op een dag, wanneer het veilig is, wanneer er geen persoonlijk nadeel meer is aan het benoemen van iets zoals het is, wanneer het te laat is om iemand verantwoordelijk te houden, zal iedereen er altijd al tegen geweest zijn”, zo schrijft Omar El Akkad.

Die dag komt er echter niet vanzelf. Ze komt er pas wanneer we stoppen met erop te wachten. Wat ervoor nodig is, is een mens die geen schrik heeft voor persoonlijke nadelen, maar net zoals Socrates dat doet in de Apologie, opstaat en spreekt. Waar zitten ze in godsnaam, die Vlaamse filosofen?

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?