Juristen kraken beroep Diependaele over wapendoorvoer naar Israël
Rechtse regimes hebben het doorgaans moeilijk met de rechtspraak, denk maar aan Trump, Orbán en Erdoğan. De drang naar meer greep op de samenleving botst onvermijdelijk met de onafhankelijkheid van rechters.
N-VA is in hetzelfde bedje ziek. Deze partij vindt dat rechters, zowel nationale als internationale te veel te zeggen hebben gekregen. In navolging van Mark Elchardus willen ze daarom de “activistische rechters” meer aan banden leggen en bepaalde rechterlijke uitspraken zelfs terugfluiten.
Daarvan waren we vorige week getuige. Een Brusselse rechter legde beperkingen op aan de wapendoorvoer via Vlaanderen naar Israël. Maar diezelfde dag kondigde Vlaams minister-president Diependaele aan dat hij in beroep zou gaan tegen die uitspraak.
De N-VA wil “activistische rechters” meer aan banden leggen en bepaalde rechterlijke uitspraken zelfs terugfluitenOnder druk van enkele coalitiepartners draaide hij echter bij: eerst zou er een “onafhankelijk juridisch advies” worden ingewonnen over de zin van zo’n beroep.
Intussen namen verschillende juristen de beschikking alvast onder de loep. Hun conclusie: voor de Vlaamse overheid is een beroep noch juridisch zinvol, noch ethisch verdedigbaar. Hieronder een samenvatting van hun schrijven.
Oorlogsmisdaden en genocide
Israël voert in Gaza een militair offensief dat door internationale ngo’s en experts als genocide wordt bestempeld. Zowel het Internationaal Gerechtshof als het Strafhof hebben maatregelen tegen Israël genomen, waaronder arrestatiebevelen tegen premier Netanyahu en voormalig defensieminister Gallant voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid.Landen moeten alles in het werk stellen om medeplichtigheid aan ernstige mensenrechtenschendingen te vermijdenBelgië, inclusief Vlaanderen, is gebonden aan internationale verdragen die medeplichtigheid aan zulke misdaden verbieden. Landen moeten alles in het werk stellen om medeplichtigheid aan ernstige mensenrechtenschendingen – waaronder genocide – te vermijden. Een wapenembargo en strikte controle op militaire doorvoer naar Israël zijn daarbij het absolute minimum.
Drugscontainers
Minister-president Diependaele beweert dat het vonnis neerkomt op een resultaatsverbintenis, vergelijkbaar met het moeten tegenhouden van elke container drugs.Die vergelijking houdt echter geen steek. De rechter oordeelde op basis van een specifieke en traceerbare situatie: een beperkt aantal wapenzendingen via één rederij, met bekende herkomst, bestemming en inhoud. De container was bestemd voor Ashot Ashkelon Industries, een Israëlisch defensiebedrijf dat structureel levert aan het leger.
Dit is geen vaag vermoeden, maar feitelijk en juridisch onderbouwd. In tegenstelling tot drugstransport – dat per definitie verborgen en moeilijk opspoorbaar is – gaat het hier om administratief traceerbare en vergunningplichtige zendingen, die volgens het eigen Vlaamse beleid geweigerd hadden moeten worden.
Als vzw’s risico op militair gebruik door Israël konden opsporen, waarom bleef de Vlaamse overheid dan passief?De beschikking vraagt geen algemene containercontrole, maar gerichte actie bij zendingen met risico op militair gebruik door Israël. Het gaat om gerichte naleving van bestaande verplichtingen. Als vzw’s dit konden opsporen, waarom bleef de Vlaamse overheid dan passief?
Klare taal
Minister-president Diependaele stelt dat de rechter zijn boekje te buiten ging en rechtsonzekerheid schept. In werkelijkheid past de rechter gewoon de bestaande wet toe en maakt net duidelijk wat die inhoudt.De uitspraak is helder gemotiveerd en legt verplichtingen op die voortvloeien uit internationaal recht en het Vlaamse Wapenhandeldecreet – verplichtingen die de Vlaamse regering eerder naast zich neerlegde.
Ironisch genoeg erkent Diependaele die verplichtingen grotendeels zelf, want ze sluiten aan bij het officiële Vlaamse beleid, dat militaire steun aan Israël expliciet uitsluit.
Kortom, de rechter legt op wat de Vlaamse regering zelf beweert te doen, maar in de praktijk nalaat door falende controle en vergunningen. Zelfs zonder Vlaamse regels kon de rechter dit opleggen op basis van de Genocideconventie, die wapenembargo’s expliciet noemt als wettige maatregel om genocide te voorkomen. Diependaele negeert dat in zijn kritiek.
Dit komt neer op verzet tegen een wapenembargo tegenover een staat die vervolgd wordt voor genocide
Ronduit onverantwoord
Tegen deze achtergrond is het onverantwoord dat minister-president Diependaele beroep wil aantekenen. Dat komt neer op verzet tegen een wapenembargo tegenover een staat die vervolgd wordt voor genocide. In plaats van haar wettelijke plichten na te komen, kiest de Vlaamse regering ervoor die juridisch te ondermijnen.Dit roept niet alleen juridische, maar ook morele vragen op over de integriteit, de prioriteiten en het morele kompas van deze regering. Wat de rechter oplegt, is gewoon toepassing van bestaande wetgeving. Wie daartegen in beroep gaat, verdedigt geen rechtszekerheid – maar het recht op wegkijken.
De volledige tekst van de juristen verscheen in De Morgen.