Opinie

Waar onze regeringsleiders over zwegen tijdens NAVO-top Den Haag

Afbeelding
NAVO-secretaris-generaal Rutte drukt de hand die hem voedt. Voor andere regeringsleiders had hij een ‘smoelenlijstje’ op zijn bureau nodig. Foto: CC BY-SA 4:0
NAVO-secretaris-generaal Rutte drukt de hand die hem voedt. Voor andere regeringsleiders had hij een ‘smoelenlijstje’ op zijn bureau nodig. Foto: CC BY-SA 4:0
Op 24-25 juni ging in Den Haag de jaarlijkse NAVO-top door met alle NAVO-lidstaten. Rein van Gisteren laat met deze terugblik zijn licht schijnen op een aantal aspecten van die top die door mainstream commentatoren zedig werden verzwegen.

Slechts een enkeling viel het op dat de 32 NAVO-lidstaten in hun Haagse slotakkoord twee funderende principes hebben weggelaten. Horen vrede en mensenrechten niet meer tot het NAVO-idioom?

De slotverklaring van de laatste NAVO-top werd reeds van veel zijden belicht, met ruime media-aandacht voor het gatlikken door Mark Rutte waarmee deze eloquente NAVO-secretaris-generaal de wispelturige Donald binnenboord wist te houden.  Rutte zette de statuur van zijn ambt op het spel door diep voor hem te buigen. Menig commentator kreeg last van plaatsvervangende schaamte door zijn gênante gevlei richting ‘daddy’.

Iedereen 5 procent, behalve de VS

Het centrale thema van de NAVO-top was uiteraard de financiële eis van de VS: ‘de vijfprocentsnorm’. Elke lidstaat hoort op termijn minimaal dat percentage van zijn bruto binnenlands product (bbp) te besteden aan de oorlogsindustrie.

Alle media stelden braaf dit percentage centraal in hun berichtgeving en niet de feitelijke uitgaven voor defensiematerieel. Zo zou het huidige overwicht van de NAVO op Rusland minder opvallen, het groeit niettemin de komende jaren naar ongeziene hoogten.

Dat de VS zichzelf van deze begrotingsdwang wisten uit te zonderen kreeg amper aandacht. En ook Spanje kreeg het voor elkaar dat het zich niet aan de financiële molensteen hoefde vast te knopen.

Vrede en mensenrechten zijn sinds de NAVO-top quantité négligeable geworden
Om het probleem met de volhardende socialist Pedro Sánchez te omzeilen werd in de slottekst het woordje ‘wij’ vervangen door ‘bondgenoten’. Dus niet ‘wij’, maar ‘bondgenoten’ (zonder het lidwoord ‘de’) deden die belofte: “Allies commit to invest 5% of GDP annually…” En in de ogen van Spanje zijn bondgenoten dan ‘zij’. Deze NAVO-lidstaat bezweek niet voor de groepsdruk.

Afbeelding
Dat details er toe doen blijkt uit de opstelling bij deze staatsiefoto. Spanjaard Sánchez helemaal rechts, staat met net iets meer afstand langszij. De VS houden zich evenmin aan de vijfprocentsnorm maar Trump krijgt toch een ereplaats. Foto: CC BY SA 4:
Dat details er toe doen blijkt uit de opstelling bij de staatsiefoto. Spanjaard Sánchez staat met net iets meer afstand rechts langszij. De VS houden zich evenmin aan de vijfprocentsnorm maar Trump krijgt toch een ereplaats. Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken/CC BY SA 4:0

Als de vijfprocentsnorm niet dankzij het multi-interpretabele compromis à La Haye was bezegeld, dan zou Artikel 5 van het NAVO-Verdrag in het gedrang zijn gekomen. Lees: de VS zouden niet langer bereid zijn hun militaire overwicht in te zetten om de mondiale afschrikkingsbalans in stand te houden (Artikel 5 houdt in dat een aanval op één lidstaat een aanval is op allen)[1].

Met egards inpakken

Het Haagse celebritynieuws ging tijdens de top over het feit dat ook het Nederlandse royaltypaar Donald Trump met veel egards wist in te pakken en hem bed and breakfast aanbood in de Haagse vleugel van koninklijk paleis Huis Ten Bosch.

Afbeelding
Het gemeentewapen van Den Haag met de sleutelwoorden waarvoor de NAVO beweert te zijn opgericht. Public Domain
Het gemeentewapen van Den Haag met de sleutelwoorden waarvoor de NAVO beweert te zijn opgericht. Public Domain

Het overige shownieuws ging verder over de vraag of koningin Máxima na het koninklijke ontbijt tijdens de fotosessie haar gebit toonde en daarmee Trumps camera smile probeerde te imiteren.

Het ging ook over de extreme veiligheidsmaatregelen rond de Haagse top en er werden bij gebrek aan ander nieuws vele kostbare journaalminuten besteed aan het feit dat inwoners van de ‘Stad van vrede en recht’ dagenlang uit hun gewone doen werden gehaald.

Vrede en recht? Ondergeschoffeld!

Maar waar ging alle aandacht niét over? Het duurde even voordat het opviel dat in diezelfder stad Den Haag, de hoofdzetel van nota bene het Internationaal Gerechtshof van de VN in het Vredespaleis en het Internationaal Strafhof, gebroken werd met een traditie.

Pas in tweede instantie wordt duidelijk dat er in de Haagse slotverklaring belangrijke verwijzingen ontbreken of wellicht dat er zelfs woorden bewust zijn geschrapt uit de ontwerptekst omdat er geen overeenstemming meer over zou bestaan.

Slechts een enkeling is het opgevallen dat de 32 NAVO-landen in hun slotakkoord geen melding meer wilden maken van vrede en mensenrechten als funderende principes voor de NAVO-alliantie.

Het was Laurien Crump, onderzoeker bij het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radbouduniversiteit in Nijmegen, die al op 30 juni opmerkte dat de Haagse slotverklaring afweek van het tot dusver geldende protocol.

De verklaring verwijst niét naar Artikel 1 van het NAVO-verdrag: “De woorden vrede, (internationaal) recht, mensenrechten, regels, de Verenigde Naties en defensief ontbreken in deze slotverklaring” schreef ze. Maar daarna bleef het stil.

Openingsartikel 1

Dit ‘vredesartikel’ van de NAVO is niet voor niets het allereerste artikel. Het bevat een serieus te nemen ode aan de pacificerende doelstellingen van de Verenigde Naties. Het artikel luidt:

“De partijen verbinden zich ertoe om, zoals uiteengezet in het Handvest van de Verenigde Naties, alle internationale geschillen waarin zij mochten worden gewikkeld met vreedzame middelen te beslechten op zodanige wijze dat de internationale vrede en veiligheid en gerechtigheid niet in gevaar worden gebracht en zich in hun internationale betrekkingen te onthouden van bedreiging met of gebruik van geweld op enige wijze die onverenigbaar is met de doelstellingen van de Verenigde Naties.”

Kolonisatie

Zou het verdonkeremanen van die cruciale woorden een legitimatie vormen voor Trumps expansionistische droom om Groenland en Canada met militair geweld in te kunnen lijven? Zou het zijn om de steun die de VS nu levert aan Israël om de oorlog en de gemilitariseerde voedselvoorziening in Gaza te kunnen rechtvaardigen?

Is het om een VS-beleid te verstoppen dat de genocide niet voorkòmt (zoals het VN-verdrag eist) maar nog verergert, terwijl de VN in het bezette Palestijnse gebied werkloos moet toekijken hoe deze regio door de zionistische Staat wordt gekoloniseerd?

Verwijzend naar de sleutelwoorden uit dat Artikel 1 merkte Laurien Crump in haar column voor de nieuwsbrief van het Haagse Montesquieu-instituut op: “In de slotverklaringen van de afgelopen jaren kwamen deze bewoordingen expliciet terug in de eerste alinea(’s), vaak nog geëxpliciteerd door verwijzingen naar mensenrechten, de ‘rules-based international order’ en de aard van de NAVO als ‘defensief’ bondgenootschap.”

Elf keer vrede

In de slotverklaring van de NAVO-top van 2024 in Washington – de organisatie vierde toen in haar 75ste geboortedag, komt ‘vrede’ liefst elf keer voor en verklaart de openingstekst plechtig: “We zijn verbonden door gedeelde waarden: individuele vrijheid, mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Wij houden ons aan het internationale recht en aan de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en zetten ons in voor het handhaven van de op regels gebaseerde internationale orde.” Het NAVO-verdrag zelf uit 1949 noemt ‘vrede’ 5 keer.

Helaas niets van dat in de ultrakorte Haagse slotverklaring. Als dit een vergissing is, is het een blamage. Is er sprake van een bewuste keus, dan vrees ik voor de ruggengraat van 31 van de 32 NAVO-regeringsleiders en voor die van hun secretaris-generaal.

Note:

[1] Artikel 5: De partijen komen overeen dat een gewapende aanval tegen een of meer van hen in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen hen allen zal worden beschouwd; zij komen bijgevolg overeen dat, indien zulk een gewapende aanval plaatsvindt, ieder van hen de aldus aangevallen partij of partijen zal bijstaan, in de uitoefening van het recht tot individuele of collectieve zelfverdediging erkend in Artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties, door terstond, individueel en in samenwerking met de andere partijen, op te treden op de wijze die zij nodig oordeelt met inbegrip van het gebruik van gewapend geweld om de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied te herstellen en te handhaven.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?