De recent aangekondigde prijsverhoging heeft het volwassenenonderwijs wellicht meer bekendheid gegeven. Een sector die misschien wat te weinig van zich liet horen, kwam in elk geval nu wel naar buiten met een hele hoop goede argumenten om deze bruuske verhoging aan te klagen.
Ik ga niet al deze argumenten herhalen, maar er werd globaal verzet gepleegd tegen de opdeling hobby-opleidingen en opleidingen naar een job (ik wist trouwens niet dat minstens een kwart van mijn secundaire opleiding als hobby bedoeld was), er werd gepleit voor een levenslange en levensbrede vorming, er werd gewaarschuwd voor een mogelijke privatisering van het volwassenenonderwijs en er werden voorstellen geformuleerd voor duidelijkere afspraken en meer samenwerking in het aanbod.
Dit zijn allemaal valabele en zinvolle invalshoeken. Toch mag en moet er nog dieper gegraven worden.
Ik wil in deze bijdrage drie aspecten aankaarten die, volgens mij, nog te weinig aan bod kwamen en die het belang van het volwassenenonderwijs nog meer in de verf zetten. Ik wil het hebben over het belang van het zelfbeeld en het tanken van (zelf)vertrouwen, het doel van het volwassenenonderwijs als tijdelijke vluchtheuvel en het verschil tussen ‘leren’ en ‘onderwijs volgen’.
Zelfvertrouwen
Heel wat cursisten in het volwassenenonderwijs hebben negatieve ervaringen met het leerplichtonderwijs (basis en secundair). Hun zelfbeeld als ‘lerende’ is mogelijk danig geknakt. Zij kregen in het verleden vaak directe en indirecte feedback waardoor ze zichzelf als minderwaardig, minder intelligent en als minder verdienstelijk zien. Het gebeurt regelmatig dat ze hun traject niet hebben afgemaakt en dat ze via het volwassenenonderwijs een nieuwe adem proberen te vinden.
Maar ook de grote groep anderstalige cursisten vindt zijn plek in het volwassenenonderwijs. Ze komen uit onzekere situaties en zijn op zoek naar vaste grond onder hun voeten, vertrouwen in en van onze maatschappij en de plek die ze daar kunnen innemen. Het volwassenenonderwijs kan zorgen voor een herijking van het zelfbeeld en het opdoen van (zelf)vertrouwen.
Vluchtheuvel
Een tweede punt heeft te maken met het doel van het volwassenenonderwijs. Het doel van het leerplichtonderwijs wordt door Hanne Arendt omschreven als een ‘tussenruimte’ waar een kind of een jongere voorbereid wordt op het echte leven, een oefenplaats als het ware.
Voor volwassenen ligt dit toch enigszins anders. Zij zitten al volop ín de wereld, de bescherming is volledig weggevallen. Ze hebben een bepaalde plaats in de samenleving verworven (misschien geen al te aantrekkelijke), ze hebben werk gezocht (en al dan niet gevonden). Als ze werk vonden, was dat misschien niet de fijnste job.
Ze ervaren mogelijk dagelijks de uitdagingen van een (complex) gezinsleven. Misschien zijn ze moeten vluchten uit een ander land en hebben ze daarbij ontberingen en grote onzekerheid gekend of zijn ze dagelijks in de weer voor hun gehandicapt kind. Kortom, een heleboel grote en kleine uitdagingen hebben hun pad gekruist en die doen dat nog dagelijks.
Voor deze mensen is het onderwijs zeker geen tussenruimte of een voorbereiding op het echte leven. Voor vele cursisten uit het volwassenenonderwijs kunnen we beter spreken over een relatieve rust- en reflectieplek, een tijdelijke vluchtheuvel. Het onderwijs kan hen de kans bieden om even op adem te komen en bij te tanken.
Ik benadruk ‘kan’ omdat de verwachtingen vanuit de maatschappij (gezin, job, financiële onzekerheid, mogelijke schulden, onzekerheid over statuut, …) voortdurend op de deur blijven kloppen. Voor getraumatiseerde vluchtelingen die verplicht Nederlands volgen, is het leren van een vreemde taal bijvoorbeeld (met de druk om te moéten slagen) zeer stresserend.
De pedagogiek voor het volwassenenonderwijs richt zich, meer dan bij kinderen en jongeren, naar de volwassen persoon zelf. Zij vormen het voorwerp van de pedagogiek en minder de wereld en de cultuur.
We trachten die wereld liefst even buiten te houden om de batterijen op te laden en daarna, beter gewapend, die wereld versterkt te kunnen binnentreden. Die versterking kan er zijn op persoonlijk vlak of op werkvlak en niet zelden op beide gebieden. Iets wat ook erg versterkend kan zijn, is het ontmoeten van nieuwe mensen. Het sociale netwerk wordt hierdoor vergroot.
Een laatste aspect heeft te maken met wat Biesta de ‘verlering’ van het onderwijs noemt. Volwassenenonderwijs heeft als doel om de deelnemers te versterken. Dat is een mooie gedachte en veel leerkrachten zullen zich hierin herkennen.
Toch zien we in deze gedachte een evolutie. Waar in het verleden vooral gesproken werd over emancipatie, zien we in toenemende mate het gebruik van het begrip empowerment. Emancipatie verwijst naar een collectieve strijd tegen onrecht en uitsluiting, terwijl empowerment wordt opgevat als het versterken van de individuele verantwoordelijkheid. Vooral in de zin van het optimaliseren van je kansen op de arbeidsmarkt.
Leren vs onderwijs volgen
Maar het gaat nog verder dan dat. We horen meer en meer dat volwassenen moeten ‘leren’. Dat lijkt een neutrale formulering, maar het is toch een subtiel verschil met ‘onderwijs volgen’.
Het volwassenenonderwijs moet ook opkomen voor zijn rol als onderwijsinstelling, waar het ‘leren’ breder is dan enkel de vragen van de arbeidsmarkt invullen. Zo niet, dan ligt de weg vrij voor initiatieven vanuit de vrije markt die via onder andere online cursussen misschien wel even goed zijn in het vervullen van deze instrumentalistische ‘leervraag’.
De sterkte van het volwassenenonderwijs moet net zijn dat ze een bredere invulling van het leren hanteren. Deze invulling wordt vertaald in een manier van lesgeven vanuit verbondenheid en een betrokken relatie, maar ook in een inclusief en cultureel responsief onderwijs.
Volwassenonderwijs vindt niet plaats binnen een moreel vacuüm, het is geen louter technische aangelegenheid. Het kan volwassenen aanmoedigen om bepaalde vooronderstellingen die ze hebben, kritisch tegen het licht te houden. De leerkracht moet hierbij alternatieve kijkwijzen voorstellen. De leerkracht geeft les vanuit een bepaald mens- en maatschappijbeeld en tracht vastgeroeste opvattingen los te weken. Hij moet dit echter doen zonder de cursist te willen ompraten of bang te maken. Hij legt een alternatief voor.
Het is trouwens niet alleen de leraar die vooronderstellingen en vooroordelen zal uitdagen. Dit gebeurt evengoed door de collega-cursisten in de les tijdens de bespreking hiervan. Volwassenenonderwijs is zinvoller en waardevoller als het geplaatst wordt in een context van fundamentele humane en sociale doelstellingen. Leren heeft dan niet als doel te participeren, maar leren is dan participeren.
Peter Verluyten is lesgever in het volwassenenonderwijs en auteur van het boek ‘Lesgeven vanuit verbondenheid, functies, pedagogiek en didactiek van het volwassenenonderwijs’.