De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.
Kan de nieuwe rector van de KU Leuven echt het verschil maken?

Zoals vele anderen, ben ik onder de indruk van haar charmante uitstraling, haar professionele expertise en haar goede bedoelingen. Ze heeft in haar campagne bovendien expliciet het woord “genocide” in de mond genomen.
Dit is een positieve evolutie, die al ingezet was door alle huidige Belgische rectoren die zich samen uitgesproken hebben tegen het Associatieverdrag dat Israël sinds 2000 een geprivilegieerde positie met de EU geeft.
Met het vertrouwen dat Vermeire gekregen heeft, zou ze nu ook namens de KU Leuven een voortrekkersrol in deze zaak kunnen opnemen. Dit zal echter afhangen van drie uitdagingen: Zullen haar financiële beslissingen steunen op internationaal recht of op haar goede vrienden? Staat ze open voor een ruimer historisch narratief? Wil ze haar visie op diversiteit grondig verdiepen?
Vermeires uitspraken hierover tijdens de verschillende verkiezingsdebatten waren consistent. Het respons tijdens het debat over de internationale relaties van de universiteit werd bovendien opgenomen (Watch here). Deze analyse citeert uit deze opname.
Goede vrienden in het verzet
Wat de financiën betreft, is Vermeire sinds 2020 onderzoekscoördinator van de groep Biomedische Wetenschappen. In die rol is ze verantwoordelijk voor bijna 20 projecten met Israël, waaronder zelfs één van de overheid. Wanneer hier vragen over kwamen, verwees Vermeire steevast naar haar “heel goede vrienden” ter plaatse die haar “ergens smeken om de individuele contacten niet helemaal op te blazen en de banden niet door te knippen” omdat “zij van binnenuit het verzet echt aan het laten groeien zijn”.Dit antwoord is om vele redenen ontgoochelend. Om te beginnen, betreft de oproep tot een boycot niet individuele banden maar institutionele samenwerkingen: zal ze die aanhouden? Bovendien haalt Vermeire als voorbeeld van dit verzet de Israëlische betogingen tegen Netanyahu aan. Maar daarin is nauwelijks sprake van sympathie voor het lot van de Palestijnen.
Integendeel, ondanks de hemeltergende situatie in Gaza, is vandaag 53% van het Israëlische publiek tegen humanitaire hulp ter plaatse. De vraag blijft dus welk soort verzet haar goede vrienden dan wel gepleegd hebben om Israël een institutionele voorkeursbehandeling te gunnen die collega’s uit Iran of Rusland zonder dralen ontzegd werd. Voor de geloofwaardigheid van onze universiteit in de wereld mogen we hopen dat het internationaal recht de steunpilaar zal zijn van onze institutionele samenwerkingen.
Historisch kader
Het kader waarin de Palestijnse zaak moet gezien worden is veel ruimer dan een gewelddaad van twee jaar geleden en zelfs dan de oprichting van Hamas. Het betreft een alsmaar duidelijkere uitgesproken ambitie van Israël om binnen en buiten de landsgrenzen grondgebied toe te eigenen en één grote natie onder Israëlische controle te stichten.Onze toekomstige rector hanteert een veel beperkter historisch kader wanneer ze aangeeft dat haar vrienden “van voor 7 oktober 2023, al maanden op voorhand, wekelijks op straat kwamen om te betogen tegen het regime van Netanyahu”. Hiermee geeft ze uiting aan de vooronderstelling dat de gewelddadige aanval van Hamas een donderslag bij heldere hemel was.
De Israëlische “reactie” op deze “actie” is dan wel disproportioneel maar ook enigszins terecht. In een ruimer perspectief zien we dat terroristische organisaties, zoals het ANC van Nelson Mandela, zelf ook een wanhopige reactie zijn op aanhoudend onrecht dat vaak door machtige landen toegestaan of aangemoedigd wordt.
Hamas heeft inderdaad een zeer gewelddadige tak die heel pijnlijk uit de hoek kan komen. Maar het is pas in de jaren 80 ontstaan, na decennia van illegale bezetting en mensrechtenschendingen die door de internationale gemeenschap in theorie veroordeeld maar in feite getolereerd werden. Daarom is, naast het internationaal recht, ook een historisch kader nodig dat verder gaat dan twee jaar.
Ethische commissie
Een punt waarop Vermeire zich sterk profileert is diversiteit. Op het gebied van gender is ze daar, als eerste vrouwelijke rector van de KU Leuven, bovendien de belichaming van. Maar het gebrek aan diversiteit gaat veel verder: het betreft ook onze impliciete blindheid voor de rest van de wereld. Zoals in de gender problematiek gebeurd is, moeten we beginnen met die problematiek in kaart te brengen.Een concreet voorbeeld van het probleem is het groot vertrouwen dat Vermeire uitsprak voor onze “goed werkende ethische commissies” waarvan de leden “de zaken zeer, zeer, zeer grondig bekijken”. Deze commissie toetst elke nieuwe aanvraag tot samenwerking op haar morele waarde. Als gevolg van hun beslissingen heeft de KU Leuven vandaag nog steeds 55 samenwerkingsverbanden met instituties binnen en buiten Israël die hen bewapenen (zie Documenting Academic Complicity).
De leden van deze commissie komen hoofdzakelijk uit de (bio-)ingenieurswetenschappen en geneeskunde, maar ook uit economie, rechten en wijsbegeerte. De meeste professoren aan onze universiteit pretenderen in hun onderzoek universele inzichten op basis van bijna exclusief westerse bronnen, vooral dan Engelse. Kennis van andere regio’s, gevoeligheden, bronnen, begrippen, vragen en visies zijn een grote en miskende blinde vlek. Een remediëring daarvan behelst een grondigere stap naar diversiteit dan alleen buitenlandse studenten ontvangen, helpen, trainen en steunen.
We moeten ook onze eigen bril op de wereld stevig diversifiëren, bronnen in andere talen consulteren, vreemde posities leren begrijpen en iets opsteken van buitenlandse gasten. Een denktank binnen de KU Leuven heeft in 2022 een aanzet gegeven om de situatie in kaart te brengen. Maar tot nu toe werd elk voorstel tot dit soort zelfonderzoek afgeremd met de boodschap dat we goed bezig zijn. Dit laatste punt gaat veel dieper dan onze institutionele relatie met Israël. Het raakt niet alleen het lot van de Palestijnen maar ook onze toekomst in een snel veranderende wereld.
De drie uitdagingen die ik hier aangehaald heb betreffen eerder het institutioneel kader waarin onze nieuwe rector zich situeert dan haar persoonlijke eigenschappen. Daarom hoop ik dat ze net uit haar enthousiasme en empathie kracht zal putten om meer te doen dan alleen voort te ploegen in het bestaande kader. Misschien kan ze als eerste vrouwelijk rector echt enkele stenen verleggen in de bedding van onze rivier.