In 1974 werd de islam officieel erkend als eredienst in België. Dat is ruim een halve eeuw geleden. Velen weten dit niet eens, maar het maakt ons geloof één van de erkende godsdiensten van dit land, met een grondwettelijk recht op ondersteuning, representatie en autonomie.
Toch moeten we vandaag vaststellen: de Belgische moslimgemeenschap beschikt, anno 2025, nog steeds niet over een stabiele, transparante en breed gedragen structuur die haar belangen verdedigt. Geen verkozen raad, geen gecentraliseerde stem, geen duidelijke visie. Wat we wel hebben is een diepgewortelde frustratie, en sinds kort opnieuw: een Moslimraad die niemand echt gekozen heeft — en die zelfs door de bevoegde minister niet erkend wordt.
Een raad zonder legitimiteit
De Moslimraad van België, opgericht in juni 2023 als opvolger van het Executief van de Moslims van België (EMB), zou een nieuw begin moeten zijn. Maar van bij de geboorte hing er een geur van politieke improvisatie over het project.
De raad werd gevormd door vier mensen die een vzw oprichtten en zichzelf presenteerden als vertegenwoordigers van meer dan 800.000 moslims in België. Er werden verkiezingen aangekondigd, maar in de praktijk bleek het selectieproces vaag en ondoorzichtig. Volgens meerdere betrouwbare bronnen was het zelfs de Moslimraad zelf die binnen moskeeën bepaalde wie zich verkiesbaar mocht stellen — een procedure die elke vorm van vrije en eerlijke verkiezing ondermijnt.
Minister Verlinden erkent deze raad vandaag niet. Er werd nooit een evaluatieverslag opgesteld over hun functioneren. Geen transparant rapport, geen veiligheidscontrole, geen garantie van onafhankelijkheid. Wie spreekt er in naam van de moslims? En met welk mandaat? Niemand weet het echt.
Geen representatie, geen transparantie
De kritiek is niet nieuw. Ook het EMB, de voorganger van de Moslimraad, kreeg jarenlang zware verwijten: gebrekkige interne democratie, buitenlandse beïnvloeding, belangenvermenging, en een totaal gebrek aan transparante communicatie met de gemeenschap.
De hoop was dat een nieuwe structuur deze fouten zou corrigeren. Maar wie vandaag de situatie analyseert, ziet exact hetzelfde patroon terugkeren. Dezelfde problemen, dezelfde geslotenheid, dezelfde afstand tot de basis van de gemeenschap. En nog steeds is er geen enkel kanaal waar de gewone moslim in bijvoorbeeld Gent, Antwerpen of Brussel terechtkan om te weten wie diens belangen behartigt en hoe.
De Moslimraad werkt vandaag in de schaduw. Ze krijgt institutionele aandacht, maar geen legitimiteit van onderuit. Ze is een naam, geen stem.
Over ons, maar zelden met ons
Dat creëert een diep gevoel van vervreemding. De moslimgemeenschap in België wordt vaak besproken in parlementen, opiniestukken en media-debatten. We worden bestempeld, gewogen, gemeten. Over integratie, radicalisering, vrouwenrechten, onverdoofd slachten, religieus onderwijs — men spreekt over ons, maar zelden met ons. En als men dat dan toch probeert, gebeurt dat meestal via tussenpersonen die niemand heeft gekozen, noch herkent als legitieme spreekbuis.
Dat gevoel van uitsluiting is reëel, en het voedt het wantrouwen tegenover de politiek, de media, en soms zelfs tegenover andere gemeenschappen. Maar we moeten durven zeggen: dat ligt niet alleen aan “de ander”. Er is ook iets wat we moeten durven toegeven — zelfs als het pijn doet.
De waarheid is hard: wij hebben gefaald
We zijn als gemeenschap al meer dan vijftig jaar erkend in dit land. Vijftig jaar. En toch is het ons nog niet gelukt om een stabiele, transparante, inclusieve vertegenwoordiging uit te bouwen. Niet omdat we het talent niet hebben. Integendeel. In onze gemeenschap lopen er honderden experten rond: juristen, economen, theologen, sociaal werkers, communicatiespecialisten, docenten, jeugdwerkers, ingenieurs, beleidsadviseurs, …
De kennis, de ervaring en de wil zijn er. Maar telkens wanneer het moment daar is om verantwoordelijkheid op te nemen, zien we hetzelfde gebeuren: een kleine groep mensen neemt de leiding, anderen trekken zich terug, kritiek wordt persoonlijk, en het draagvlak verdwijnt als sneeuw voor de zon.
De meeste energie gaat naar geruchten, verdachtmakingen en moddergevechten. Slechts enkelen trekken aan de kar. De rest? Die kijkt toe. Of erger: die klaagt vanaf de zijlijn over hoe slecht de kar rijdt. Maar helpen duwen? Ho maar.
Die stilte is geen toeval. Binnen de gemeenschap heerst vaak een soort omerta: kritiek op structuren en leiderschap wordt als taboe gezien. Mensen zijn bang om hun nek uit te steken, bang voor reputatieschade, voor sociale uitsluiting, voor de backlash. En dus blijft alles zoals het is.
Tijd voor zelfreflectie en actie
Als we als moslimgemeenschap werkelijk serieus genomen willen worden in dit land, dan moeten we eerst onszelf serieus nemen. Dat betekent: stoppen met wachten op overheidserkenning en subsidies, en beginnen met intern huiswerk.
We moeten kiezen voor openheid. Voor interne democratie. Voor inspraak van vrouwen, jongeren, academici, werkenden, kwetsbaren. Geen achterkamertjes. Geen machtsconcentratie. Geen dubbele agenda’s.
En ja, dat zal botsen. Dat zal traag gaan. Maar het is de enige weg vooruit. De tijd van excuses is voorbij. Het argument dat “ze” ons tegenhouden, gaat niet meer op wanneer wijzelf geen eerlijke poging doen om verantwoordelijkheid te nemen voor onze eigen vertegenwoordiging.
Geen excuses meer
De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen door geen valse representatie te legitimeren. Daarvoor verdient minister Verlinden in deze specifieke kwestie erkenning. Maar men moet ook stoppen met het installeren van opgelegde façade-organisaties zoals de huidige Moslimraad — een constructie die meer weg heeft van een politieke pleister bedacht door voormalig minister Van Quickenborne dan van een authentieke vertegenwoordiging van de gemeenschap.
Tegelijk moet de gemeenschap uit haar comfortzone komen. We kunnen niet blijven roepen om inspraak in het publieke debat, als we intern elk debat smoren met stilte of afrekening.
Wie vandaag in naam van moslims wil spreken, moet dat verdienen. Niet via benoeming. Niet via connecties. Maar via transparantie, stemmen en inspraak. Anders zijn we niet vertegenwoordigd, maar gewoon misbruikt. En dat mogen we nooit normaal vinden.
Sidi El Omari is content creator, opiniemaker, politiek activist en humanitaire hulpverlener.