Vandaag is het Wereldvluchtelingendag. Op deze dag eren we de moed van mensen die hun huis hebben moeten verlaten voor oorlog, conflict en vervolging. Een nobele doelstelling.
We zetten de verhalen van de mensen op de vlucht centraal. We benadrukken dat het gaat om mensen die geweld en terreur hebben moeten ontvluchten en vervolgens geen andere keuze hadden dan zich op een ‘illegale’ manier een weg naar Europa te banen. Een tocht die niet zonder gevaar is.
Het is geen geheim dat Europa zich steeds verder inmetselt en op die manier transformeert tot een Fort. Ze blijft elke dag muren en hekken bijbouwen en de controles op menselijke mobiliteit opvoeren. Met alle gevolgen van dien. Mensen die willen migreren, moeten steeds gevaarlijkere routes nemen. Geweld, angst en de dood zijn nooit veraf. Vandaag migreren, betekent dan ook dat je lef, veerkracht en doorzettingsvermogen hebt.
Je menselijkheid moet nog steeds bewezen worden
Ik zou op deze dag ook mijn verhaal kunnen delen – als (kind van) vluchteling(en). Ik zou kunnen schrijven over het geweld dat mijn ouders moesten ontvluchten, over hun tocht naar en aankomst in België, over kansen geven en kansen nemen, over ‘je best doen’ en de nooit eindigende zoektocht naar bestaan. Want eenmaal aangekomen in het ‘land van bestemming’, blijft jouw aanwezigheid voer voor debat. Je menselijkheid moet nog steeds bewezen worden.
Onschuld
Onschuld is tegenwoordig de belangrijkste kwalificatie voor iemand die beweert vluchteling te zijn. Vluchtelingen worden gepercipieerd als onschuldig, kwetsbaar en niet verantwoordelijk voor de omstandigheden waarin ze zich bevinden. Wat op het eerste gezicht niet problematisch lijkt. Het zijn de verhalen die we graag horen en vertellen. Over hoe graag iemand in onze maatschappij wil integreren, de taal spreekt en een toekomst wil opbouwen.
Hoewel dit allemaal kan kloppen, schuilt er ook een gevaar in de drang naar het willen bewijzen hoe grappig, niet-gewelddadig, en goedmoedig vluchtelingen zijn. Het betekent dat we hun menselijkheid slechts lijken te (h)erkennen wanneer ze zich bijna bovennatuurlijk ‘goed’ gedragen. Maar het is een val.
Waarom zouden vluchtelingen hun diepste trauma’s moeten delen om simpelweg als mens erkend te worden? Alsof oorlog ontvluchten mensen tot legitieme ‘slachtoffers’ maakt van het grensgeweld waar ze vervolgens mee geconfronteerd worden en waar ze jaren in gevangen zullen zitten. De ‘perfecte’ vluchteling bestaat niet. Elke poging om hun menselijkheid te bewijzen, is dus bij voorbaat gedoemd te mislukken.
Waarom moeten vluchtelingen hun diepste trauma’s delen om als mens erkend te worden?
Daarnaast, als vluchtelingen hier ‘mogen’ zijn omdat ze oorlog en geweld zijn ontvlucht, impliceert dit dan dat iedereen die geen oorlog of geweld ontvlucht geen recht op mobiliteit heeft?
Het criterium ‘onschuld’ is dan ook niet alleen schadelijk voor vluchtelingen zelf. Onschuld creëert op basis van verdienstelijkheid een hiërarchische orde onder de mensen onderweg. Want door de vluchteling te construeren als ‘onschuldig’, ontstaat ook zijn binaire tegengestelde: ‘de schuldige migrant’.
Je hebt mensen die uit noodzaak en dus om ‘legitieme’ redenen migreren en mensen die om ‘illegitieme’ redenen migreren. Migratie wordt op die manier gereduceerd tot een ‘keuze’. Maar in hoeverre is er sprake van ‘migratie als een keuze’ wanneer het mondiale kapitalisme structureel geweld uitoefent op hele bevolkingsgroepen en het mensen onmogelijk maakt om in hun thuisland te overleven?
Grenskoloniaal systeem
Sommigen willen niets ontvluchten, maar hebben simpelweg dromen die verder reiken dan de nationale grens. Waarom zouden de dromen van ‘migranten’ moeten stoppen, waar die van anderen beginnen? Waarom zouden zaken zoals ‘je veilig over deze aardbol bewegen’ – dat voor velen als vanzelfsprekend wordt geacht – voor anderen een luxe moeten zijn?
Het is opvallend hoe weinig we algemene concepten fundamenteel in vraag stellen. Vaak nemen we concepten en categorieën over die men ons voorschotelt (zoals ‘de migrant’, ‘de vluchteling’, ‘de illegaal’), en proberen we binnen deze kaders onze menselijkheid te bewijzen.
Waarom zouden de dromen van ‘migranten’ moeten stoppen, waar die van anderen beginnen?
Maar hoe ‘neutraal’ bepaalde termen ook lijken, in werkelijkheid functioneren ze binnen een grenskoloniaal systeem met als gevolg dat hun betekenis nooit definitief is. Het zijn categorieën die betekenis krijgen wanneer grenzen zich vermengen met waardesystemen zoals klasse en ras.
Zolang we spreken met andermans woorden, zullen we altijd onze menselijkheid moeten bewijzen. Laten we dat op deze Wereldvluchtelingendag weigeren. Laat ons in plaats daarvan een tegenverhaal creëren – met eigen woorden, eigen taal, op onze eigen voorwaarden.