De NAVO-top in Den Haag zal dit jaar opnieuw een toneel zijn waar machthebbers en wapenlobbyisten achter gesloten deuren beslissingen nemen die levens kosten. Terwijl zij in vergaderzalen over oorlog spreken als een abstract beleidspunt, weten wij, de gewone mensen, beter dan wie ook: oorlog is geen spreadsheet met defensiebudgetten. Geen glorieuze show in tv-studio’s. Oorlog is het geluid van inslaande bommen op kraamklinieken. Oorlog zijn de uitgehongerde kinderen die tussen ruïnes naar voedsel zoeken. Oorlog zijn de massagraven, de verkoolde lichamen, de miljoenen vluchtelingen die nooit meer naar huis konden.
Dit verbergen ze achter hun mooie woorden over ‘veiligheid’ en ‘verdediging’: generaties getraumatiseerde gemeenschappen, uiteengereten families, een toekomst die in rook opgaat. En daarom gaan wij de straat op – omdat alleen volksverzet deze oorlogsmachine kan stoppen.
De NAVO brengt geen veiligheid, maar eeuwige oorlog
De NAVO presenteert zich als defensiealliantie, maar haar daden spreken boekdelen. Dit is de organisatie die Libië bombardeerde, die Oekraïne opzweept tot een onwinbare oorlog om haar eigen historische vijand te verzwakken, en die nu haar militaire tentakels uitstrekt naar Azië om China te provoceren. Het resultaat is altijd hetzelfde: meer doden, meer instabiliteit, meer winst voor wapenbedrijven.
En wie betaalt de prijs? Niet de politici die in dikke limousines naar de top rijden. Niet de CEO’s van Lockheed Martin, die hun derde jacht kopen van de winst die ze maken aan menselijk leed. Nee, het zijn gewone mensen. De moeder die haar zoon begraaft. De vader die zijn kinderen uit het puin haalt. En hier in België: de verpleegster die uitgeput raakt door besparingen in de zorg, de gepensioneerde die moet rondkomen met minder, terwijl er plots miljarden blijken te zijn voor F-35’s.
Je inzetten voor vrede betekent ook werken aan een fundamenteel andere samenleving
Achter de façade van “collectieve veiligheid” schuilt een brute realiteit: de NAVO is geen democratisch project. Ministers doen alsof we inspraak hebben, maar cruciale beslissingen worden genomen in achterkamertjes waar wapenlobbyisten vrijelijk binnenlopen. Het 2%-defensiedoel? Een dictaat van bovenaf, opgelegd zonder debat, terwijl ziekenhuizen en scholen kreunen onder besparingen. En onze minister van Defensie Theo Francken wil daar nog een schepje bovenop doen. Dit is geen democratie, dit is niet wat de mensen willen, dit is militarisering in maatpak.
En net zoals in de jaren ’80, toen Europese regeringen kernraketten plaatsten tegen de volkswil in, is het weer aan óns om onze stem massaal te laten horen tegen dit militaristische wanbeleid.
België is een radertje in de kapitalistische NAVO-machine
Ons land speelt een schandelijke rol in dit systeem. Onze belastingen financieren gevechtsvliegtuigen die enkel dienen om Amerikaanse kernwapens te vervoeren – zoals die in Kleine Brogel liggen, klaar om ingezet te worden tegen landen die niet in het westerse gareel lopen. En ondertussen horen we hetzelfde excuus: “Er is geen alternatief.” Maar dat is een leugen.
Het alternatief bestaat: een samenleving die mens en vrede centraal stelt, niet winst en oorlog. Jean Jaurès, de Franse socialist en vredesactivist die in 1914 werd vermoord omdat hij zich verzette tegen de Eerste Wereldoorlog, waarschuwde: “Het kapitalisme draagt de oorlog in zich zoals de wolk de storm.” Deze woorden klinken vandaag bekender dan ooit, en die donder dreigt opnieuw over Europa te rollen. Wat zien we immers? Wapenbedrijven boeken recordwinsten terwijl kinderen in Gaza onder bommen leven. Banken investeren gretig in defensieaandelen terwijl ze weigeren sociale huisvesting te financieren. Politici beweren dat er “geen geld” is voor zorg of onderwijs, maar vinden plots miljarden voor bewapening.
Vrede wordt geboren op de straat
Dit is geen toeval – dit is het kapitalisme in actie: een systeem dat winst haalt uit vernietiging, dat verdeeldheid zaait om zijn macht te behouden. Daarom moeten we niet enkel tegen oorlog zijn. Je inzetten voor vrede betekent ook werken aan een fundamenteel andere samenleving, zowel binnen onze eigen landsgrenzen als in hoe we ons verhouden tot andere landen in de wereld die we voorheen met minachting en neokolonialisme hebben behandeld. Die keuze vereist moed – de moed om tegen de stroom in te zwemmen, om te weigeren mee te doen aan de hysterie van eeuwige oorlog.
De kracht van het volk: geschiedenis laat zien dat verzet werkt
De geschiedenis leert ons één cruciale les: vrede wordt niet bereikt in vergaderzalen van oorlogsallianties, daar wordt enkel oorlog gesmeed. Vrede wordt geboren op de straat, met diplomatieke wil en door andere landen met respect voor hun soevereiniteit te behandelen. Dit is geen idealisme maar duurzame strategie. De vraag is simpel: geloven we in hun oorlogslogica, of in onze eigen kracht?
Voor ons is het duidelijk: wij zijn niet machteloos. Geschiedenis toont aan dat massaal volksverzet oorlogen kan stoppen. In de jaren ’60 en ’70 dwongen massale protesten in de VS de Amerikaanse regering om zich terug te trekken uit Vietnam. Wat maakte het Vietnam-protest zo effectief? Het was de combinatie van massale volksmobilisatie en strategische drukpunten. Miljoenen studenten staakten op campussen, vakbonden legden havens plat, dienstweigeraars ontregelden het militaire apparaat. Kunstenaars maakten protestcultuur mainstream, journalisten braken door de officiële leugens met foto’s van napalmslachtoffers.
Het was geen passief ‘tegen’ zijn, maar actief verzet op alle fronten: van draft card burning tot sit-ins bij wapenfabrieken. Cruciaal was hoe de beweging de oorlog verbond met dagelijkse strijd – toen soldaten terugkeerden en vertelden over de nutteloze slachting, toen bleek dat oorlog miljarden kostte terwijl armoede groeide in Amerika’s steden. Pas toen de oorlog niet meer ‘daar’ was maar hier, in de portemonnee en in de huiskamers, werd de druk onhoudbaar.
Dat is onze les: we moeten de NAVO-oorlogsmachine niet abstract bekritiseren, maar haar tastbaar maken in hoe ze onze levens kapotmaakt – van besparingen tot klimaatverwoesting. Net zoals in de jaren ’60 moet ons protest even meedogenloos zijn als de machine die we bestrijden.
Onze keuze: onze stem verheffen of meestappen in de oorlog
De machthebbers zullen uit zichzelf geen vrede brengen. De wapenindustrie zal zichzelf niet reguleren. De NAVO zal zichzelf niet ontbinden. Maar wij – werkende mensen, studenten, zorgverleners, burgers – hebben een keuze. We kunnen toekijken hoe dit systeem onze toekomst verkwanselt aan wapenhandelaren en oorlogsstokers. Of we kunnen doen wat generaties voor ons deden: ons organiseren, onze stem verheffen, en eisen wat rechtvaardig is.
Daarom gaan wij de straat op. Niet uit wanhoop, maar uit overtuiging dat een andere wereld mogelijk is. Een wereld waar kracht niet wordt afgemeten aan het aantal kernkoppen, maar aan het aantal kinderen dat naar school kan gaan. Een wereld waar veiligheid niet wordt gezien als een wereld vol hoge muren, maar waarbij mensen naast elkaar leven. Een wereld waar solidariteit sterker is dan verdeeldheid. Een wereld waar wij, het volk, beslissen over onze toekomst, niet een handvol politici en wapenhandelaren.
De komende NAVO-top zal weer vol staan met holle frasen over veiligheid. Maar wij kennen de waarheid. En wij zullen die blijven schreeuwen, tot ze niet meer genegeerd kan worden. Sluit je aan. Kom naar de betoging. Laat je stem horen – niet alleen tegen oorlog, maar voor een wereld waar vrede eindelijk meer waard is dan winst.
Ansje Vanbeselaere is voorzitter van Intal.
Dit artikel maakt deel uit van ons dossier over militarisering. Lees hier het volledige dossier.