Een agent reed een jongen van 11 dood na een achtervolging door een park waar kinderen spelen. Zijn naam was Fabian. Een agent reed een jongen van 11 dood na een achtervolging door een park waar kinderen spelen, en wanneer er vervolgens protest uitbreekt tegen politiegeweld, beschiet de politie dat protest met rubberen kogels. Alsof het protest tegen politiegeweld zal gaan liggen met meer politiegeweld.
“Als we willen dat de politie onze vriend is, dan moet zij zich zo gedragen, maar dan moeten wij haar ook als vriend aanvaarden”, zo schrijft Ann Van Den Broek in De Morgen. Het moet van twee kanten komen, zo meent deze kritische opiniemaker. Ja, de politie kan beter geen kinderen doodrijden, maar een slogan roepen tegen de politie vindt ze ook weer niet heel constructief, weet je wel.
Na een zoveelste dodelijke afloop zou je hopen dat journalisten zoeken naar structurele oorzaken, de hele politiecultuur onder het licht gaan houden, op zoek gaan naar alternatieven en hoe een ander soort politie eruit zou kunnen zien. Maar daarvoor is in ons medialandschap nauwelijks tijd of ruimte. Hier harken opiniemakers liefst snel wat algemeenheden over ‘polarisatie’ bij elkaar.
Nadat die agent een jongen van 11 doodreed na een achtervolging door een park waar kinderen spelen, organiseerden zijn collega’s bij de politie een solidariteitsactie. Niet voor Fabian en zijn familie. Neen, voor de dader. “Wat hem is overkomen, had ieder van ons kunnen overkomen”, zo schrijven ze in een officiële persmededeling. Ze lijken niet te beseffen dat net dat het probleem is.
Wat is dat voor politie die 11-jarige kinderen op steps bekijkt als zo gevaarlijk dat je ze moet achtervolgen met een auto door een park? Dit is precies waar al die negatieve beeldvorming over ‘Brusselse jongeren’ toe leidt. Dit is wat al dat geroep over lik-op-stukbeleid, nultolerantie en harde handhaving concreet betekent.
Als het effectief zo is dat dit elke agent had kunnen ‘overkomen’ — en ik vrees dat daar wel eens iets van aan zou kunnen zijn — dan wil dat dus zeggen dat we naar een totaal ander soort politie moeten. Een politie die er is om de mensen te beschermen en niet een politie die een constante bedreiging vormt voor het normale leven.
Mevrouw Van Den Broek mag schrijven wat ze wil, maar dat is niet iets dat van twee kanten komt die langzaam naar elkaar toegroeien. Je kan echt niet van de inwoners verwachten dat ze de politie die hun kinderen doodrijdt, zomaar als vrienden gaan aanvaarden. Zo’n verandering is in de eerste plaats iets waar de politiek haar verantwoordelijkheid moet nemen. Al gaan ook media, die maar al te graag criminaliteit en de populistische roep om een harde aanpak uitvergroten, niet vrijuit.