“De Amerikaanse denktank ISW ziet voortekenen dat Rusland zich voorbereidt op een groter conflict met de NAVO”, zo lezen we in De Morgen in een zoveelste artikel dat duidelijk moet maken waarom ons land noodzakelijk veel meer geld moet uitgeven aan het leger.
Een niet zo onafhankelijke denktank
De lettercombinatie ISW komt zowat dagelijks terug in onze grote media. Het Laatste Nieuws schrijft steevast over “de gerenommeerde Amerikaanse denktank ISW”. Het Nieuwsblad heeft het over “militaire analisten van het in Washington gevestigde ISW”. Bij De Standaard zien we verschillende keren ISW opduiken als bron onder een grafiek.
Maar wat is ISW nu eigenlijk. De lettercombinatie staat voor Institute for the Study of War. Het is inderdaad een in Washington gevestigde denktank. Belangrijk om te weten is dat die denktank is opgericht door Kimberly Kagan, een militaire historicus met sterke persoonlijke banden met Amerikaanse neoconservatieve politici en het Amerikaanse defensie-establishment.
Bovendien spelen er ook zeer specifieke economische belangen mee in het denkwerk van ISW. De zogenaamd onafhankelijke denktank wordt namelijk gefinancierd door verschillende Amerikaanse wapenbedrijven waaronder Lockheed, General Dynamics, Raytheon, DynCorp, Palantir Technologies.
Dat is – zo zou je denken – niet onbelangrijk om te weten wanneer je naar onderzoek van ISW verwijst. Zeker niet wanneer dat onderzoek doet uitschijnen dat Rusland een hele grote bedreiging is en het daarom absoluut noodzakelijk is dat de EU heel erg gaat investeren in de aankoop van wapens, die toevallig geproduceerd worden door diezelfde bedrijven die dat onderzoek financieren.
Experts en activisten
Het ISW is niet de enige denktank die regelmatig in onze media komt. Zo heb je ook de Center for Strategic and International Studies (CSIS) en de Atlantic Council, eveneens gefinancierd door Amerikaanse wapenbedrijven. Ook veel geciteerd is de Freedom House, gefinancierd door de Amerikaanse overheid – al kan je jezelf stilaan afvragen of dat niet op hetzelfde neerkomt als gefinancierd worden door Amerikaanse wapenbedrijven.
Met hun denktanks met officieel klinkende namen probeert de oorlogsindustrie zich voor te doen als ‘onafhankelijke experts’ en jammer genoeg gaan de commerciële media daar maar al te graag in mee. Ook op de openbare omroep behoren gepensioneerde generaals die voor meer investeringen in het leger pleiten, zoals Roger Housen en Marc Thys, tot de meest gevraagde gasten.
Het probleem daarbij is niet dat deze generaals hun winkel verdedigen. Het probleem is dat zij net als militaire denktanks steeds de rol van expert worden toegemeten, terwijl pakweg gepensioneerd zorgpersoneel dat pleit voor meer investeringen in de zorg, steevast de rol van activist krijgt toebedeeld.
De grote media bekennen vooral kleur in wat als mening en wat als kennis wordt beschouwd. Wie in één van de talkshows in Vlaanderen wil waarschuwen voor het wetenschappelijk bewezen gevaar van klimaatverandering, mag zich aan een kruisverhoor verwachten. “Ja maar, is daar wel een draagvlak voor?” Wie doemberichten komt verspreiden dat de Russen ons gaan overrompelen, wordt behandeld alsof die de waarheid in pacht heeft en even de feiten op een rijtje komt zetten.
Waardengedreven
Wie al zeker niet als expert gecast wordt in de grote media, dat zijn mensen die opkomen voor vrede. Nochtans is er in de vredesbeweging heel wat expertise aanwezig. Die expertise is niet neutraal. Ze is waardengedreven, maar dat maakt ze niet minder waardevol dan de expertise van de oorlogsstokers die vooral winstgedreven is. Met DeWereldMorgen kiezen we er met dit dossier daarom voor om hun expertise aan bod te laten komen. Beschouw het gerust als tegengif voor de oorlogspropaganda waarmee we dagelijks bestookt worden.
Lees hier het volledige dossier.