Bert Engelaar en Lars Vande Keybus. Foto: ABVV
Opinie - Bert Engelaar, Lars Vande Keybus,

Geld voor wapens maar niet voor sociale zekerheid?

Het heersend bezuinigingsdogma en de nieuwe wedloop in defensie-uitgaven lijken voor een dodelijke combinatie te zorgen, waarbij we militaire veiligheid en sociale veiligheid tegen mekaar moeten afruilen. Een desastreuze afspiegeling. We kunnen onze begroting gezond krijgen door te stoppen met deze eigenhandig te ondermijnen.

vrijdag 6 juni 2025 11:03
Spread the love

 

“We moeten de tering naar de nering zetten”, “Het rotten moet stoppen”, “We kunnen geen geld uitgeven dat er niet is” … Al enkele jaren vliegen de boutades rond de financiële toestand van ons land ons rond de oren.

Vooral de Vlaams-nationalisten van N-VA grepen de belabberde toestand dankbaar aan. Het liet hen toe om telkens weer hetzelfde plaatje af te draaien: ‘België werkt niet’. Gezwind gooiden ze er nog een dramatisch sausje overheen: “Dit land is failliet. Kijk eens naar onze schuld, overheidsuitgaven en tekort. Het is erger dan in Zuid-Europa. Ik heb eerder al gezegd dat we bij de volgende economische schok het Griekenland van 2010 zullen zijn.” Dixit Bart De Wever in 2022.

Dat zelfs de Vlaamse werkgeversorganisatie VOKA de Griekenland-vergelijking toen fel overdreven vond, hoorde de Vlaming niet. Hij hoorde enkel de alarmbellen afgaan: zijn Vlaamse welvaart kwam in het gedrang. Het verhaaltje van een Vlaams-nationalistische staatsman, een nieuwe verantwoordelijke boekhouder die orde op zaken zou brengen, ging erin als een zoet broodje.

Griekse toestanden?

De Wever, nochtans een fan van Rome, heeft zich de Griekenland-hyperbool erg eigen gemaakt. Ook midden mei, toen hij als premier in het federaal parlement bevraagd werd naar aanleiding van de honderd eerste dagen van zijn regering, verwees hij naar het Zuid-Europese land. ‘Hervormen om Grieks scenario’ te vermijden, is nog steeds het devies. Toevallig exact wat VBO-CEO Pieter Timmermans, zowat ‘de baas der bazen’, in januari van dit jaar nog stipuleerde?

Voor de cijferaars: we zijn nu zo’n vijftien jaar na de Griekse tragedie. Het Griekse tekort was destijds zo’n 15 procent van het bbp. Wanneer De Wever in ‘22 ons collectief faillissement uitsprak, sloten we op het eind van het jaar af op een begrotingstekort van 3,6 procent. Grieks? Tragisch? Catastrofaal? Apocalyptisch? In het begin van de jaren 80 piekte het begrotingstekort op 15 procent en de werkloosheidsgraad op 12 procent, meer dan het dubbele van de actuele cijfers. Griekenland aan de Noordzee, ziet u het?

Dit jaar zou de regering-De Wever afstevenen op een tekort van 4 procent, en op het einde van z’n termijn in ‘29 op 3,7 procent. En daar komt de kat op de koord: de nieuwste defensie-uitgaven mogen daar officieel uit weggetoverd worden, zodat het tekort op 3,5 procent komt.

Vredeslied?

Wie beschikt over die magische budgettoverstaf? De EU. Zij besliste dat investeringen in onderwijs, zorg of infrastructuur, in de volgende generaties dus, binnen de strikte normen horen, maar dat extra defensie-uitgaven tot 2029 buiten de begrotingsdoelstellingen mogen worden gehouden.

Hoe bitter cynisch. Die EU is de actuele vorm van de EGKS, de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal die begin jaren 50 opgericht werd om een nieuwe wapenwedloop en nieuwe oorlogen tussen erfvijanden Frankrijk en Duitsland onmogelijk te maken. Dit door de belangrijkste grondstoffen voor wapens, kolen en staal, onder een nieuw supranationaal bestuursorgaan te plaatsen, een gemeenschappelijke Hoge Autoriteit.

De opvolger hiervan moedigt extra defensie-uitgaven, een nieuwe wapenwedloop, aan. Is het eigen Europese volkslied vergeten, de ‘Ode aan de Vreugde’, waarin we aangespoord worden om aan al onze broeders het vredeslied te leren en in elkaar het goede te zoeken?

Nattevingerwerk

Ja, we horen natuurlijk dat de Europese lidstaten meer zullen samenwerken, “één front” zullen vormen. Maar vooralsnog pusht de EU individuele lidstaten om meer uit te geven aan defensie.

Meer uitgeven? Diezelfde EU is grote pleitbezorger van een compleet blinde bezuinigingspolitiek. De begrotingsregels werden vanaf 2024 opnieuw verstrengd. De nieuwe regels leggen lidstaten met een schuld hoger dan 60 procent en een tekort van hoger dan 3 procent onzinnige en onwerkbare begrotingstrajecten op. Dat zijn compleet willekeurige grenzen, maar soit. Vinger op de knip. Zo’n 30 miljard moeten we bezuinigen.

Deze starre regels steken de federale regering in een besparingsdwangbuis. Ze laten geen ruimte om de uitdagingen op vlak van vergrijzing, (on)gelijkheid, sociale bescherming, klimaattransitie of industriële ontwikkeling aan te pakken. Sociale, ecologische en economische veiligheid wegen niet zwaar genoeg door om begrotingsregels flexibel in te vullen. Enkel de geopolitieke situatie is een legitieme reden.

Niet alleen die Europese begrotingsregels zijn overigens nattevingerwerk, de NAVO-norm lijkt daar ook veel van weg te hebben. Sinds 2014 ligt de norm voor militaire uitgaven op 2 procent van het bbp.

Sinds de Russische aanval op Oekraïne wordt er gegoocheld met cijfers om je toegang te geven tot de NAVO-club. De VS, fluks bijgetreden door NAVO-baas Rutte, mikt nu al op 5 procent van het bbp.

Voor de cijferaars: nu geeft België jaarlijks zo’n 1,3 procent of ongeveer 7,9 miljard uit aan defensie, 2 procent zou ongeveer 12 miljard euro betekenen en 5 procent zou zo’n 30 miljard euro impliceren. Dat zou betekenen dat 80 procent van het werkingsbudget van de federale regering naar defensie zou gaan.

Voor de Amerikanen is dat een strategische zet gedreven door dollars. Zij rekenen erop dat EU-lidstaten bij de Amerikaanse defensie-industrie zullen aankloppen. Voor ons is dat onmogelijk, onwenselijk en onaanvaardbaar.

Onmogelijk

Op zich, los van elke opgeklopte defensiewedloop, de speciale constructies die de regering daar nu voor verzint én het buiten de begroting houden van die constructies, is de door de EU opgelegde begrotingsfetisj van 30 miljard al een compleet onmogelijke opdracht. Ze houdt in dat we jaar op jaar meer dan zes miljard euro moeten vinden, bovenop de besparing van het jaar voordien.

De begroting van de federale overheid bedraagt om en bij de 280 miljard euro. Ons land is zo georganiseerd dat de helft van de federale uitgaven investeringen zijn in de sociale zekerheid: 70 miljard gaat jaarlijks naar pensioenen, 15 miljard naar ziekte en invaliditeitsuitkeringen, 38 miljard naar geneeskundige verzorging en 6 miljard naar werkloosheidsuitkeringen. Vanzelfsprekend komen deze uitgaven (lees: investeringen) dan in het besparingsvizier, op de andere heeft de federale overheid minder of geen grip.

Die federale sociale uitgaven zijn natuurlijk al langer een doorn in het oog van de Vlaams-nationalisten. Zij wenden de Europese druk nu aan om te knippen in die sociale uitgaven die ze dan als “lasten” bestempelen. Terwijl de omvang van die Belgische sociale uitgaven niet opmerkelijk hoog is. Onze buurlanden geven meer uit!

Geen ruimte?

Er is dus geen financiële ademruimte. Nog los van de vraag of extra defensie-uitgaven verantwoord en nodig zijn, en zelfs los van de vraag of die buiten de begroting kunnen. Zijn we dan verplicht te kiezen? Pensioenen of tanks? Terugbetalen van dokterskosten of houwitsers?

Neen. We mogen het zo niet op flessen trekken. Kijk, het staat als een paal boven water dat sociale uitgaven nooit mogen wijken voor defensie-uitgaven. En (extra) defensie-uitgaven kunnen niet ten koste gaan van de burger. Case closed.

Neen. We hoeven niet fatalistisch te zijn. Je kan wel degelijk geld vinden zonder ons sociaal model te begraven. Dat sociaal model, onze verzorgingsstaat, is er overigens – hoe cynisch alweer – gekomen in volle oorlogstijd met het sluiten van het Sociaal Pact in ‘44. Als het toen kon, kan het nu ook.

Ja, een gezond begrotingsbeleid is nodig. Ja, we bouwen ons begrotingstekort en hoge schuldgraad best af. Maar laat ons dat verstandig en evenwichtig doen. Zodat ons ‘samen leven’ ook gezond blijft. En net zoals een goede huisvader of moeder die de rekeningen op orde wilt, kijken we eerst naar de oorzaken, naar wat ‘binnenkomt’ en naar wat niet ‘binnenkomt’.

Een groot deel van de groeiende Belgische overheidsschuld (die tot stand kwam begin jaren 80) en het oplopende begrotingstekort vloeit voort uit het stijgende aandeel onvoorwaardelijke steun aan bedrijven. Die kwam er slechts deels ter compensatie van de coronalockdowns en de forse energieprijsstijgingen sinds het begin van de oorlog in Oekraïne.

Vooral het stijgende aandeel loonsubsidies en de ongedekte taxshift van de regering-Michel in 2016 heeft ons aan de inkomstenzijde in de problemen gebracht. Passen we hier een mouw aan, dan creëren we ruimte.

Niet ondermijnen

Een efficiënte inzet van overheidsmiddelen mag dan ook geen taboe zijn. Neen, dit is geen rechts bezuinigingspraatje, het gaat erom jezelf niet te ondermijnen. Enkele pistes.

Perk de (schijn)managementvennootschappen in, zodat werkgevers op deze ondertussen tienduizenden jobs wel sociale bijdragen moeten betalen.

Herbekijk de alternatieve verloningsvormen, de voordelen waarop nu geen bijdragen betaald worden wat de sociale zekerheid miljarden kost.

Houd alle bedrijfssubsidies (voor overuren, nacht- en ploegenwerk etc.) tegen het licht. Ons land is kampioen op dat vlak en bedrijven betalen in totaal minder belasting op winst dan ze subsidies ontvangen. Faseer zeker de fossiele subsidies uit.

Hervorm de sociale bijdrageverminderingen en schaf de bijdragevermindering op eerste aanwervingen af. Die laatste sloeg een gat van weggesmeten geld, want er is nauwelijks een effect op tewerkstelling.

Voor de cijferaars: op 10 jaar tijd, tussen 1999 en 2024 zijn de bijdragenverminderingen en loonsubsidies ten gunste van bedrijven vertienvoudigd van zo’n 1,5 miljard per jaar naar 15 miljard per jaar. Moet er nog zand zijn?

Nieuwe inkomsten

We kunnen het verschil ook maken aan de pure inkomstenzijde. De inkomsten opkrikken is een veel consistentere en duurzamere wijze om het begrotingstekort terug te dringen dan (zich mis)rekenen op onzekere terugverdieneffecten die het Rekenhof nu al bestempelt als onvoldoende onderbouwd en overschat (zoals de miljarden die zouden binnenstromen bij een hogere activiteitsgraad).

Hoe? Laat alle inkomens bijdragen, zorg voor een eerlijke fiscaliteit.

Voer een vermogensbelasting in, zoals meer dan 7 op 10 Vlamingen voorstander van is. Stel de gezinswoning vrij en werk met een oplopende bijdrage: 0,5 procent vanaf een netto vermogen van 1 miljoen euro, geleidelijk oplopend tot 2 procent vanaf een netto vermogen van 10 miljoen euro. Uit simulaties blijkt dat een belasting van 1 procent op vermogens boven 5 miljoen euro ongeveer 6 miljard euro per jaar kan opbrengen.

Belast daarnaast de meerwaarde op aandelen. Aangezien aandelenbezit een belangrijk aandeel (pun intended) heeft in vermogensongelijkheid: de 10 procent rijksten bezitten 79 procent van de aandelen. Een meerwaardebelasting van 30 procent zorgt voor een potentiële opbrengst van 2,9 miljard.

Verder, onderwerp alle bedrijfswinsten aan een belasting van 25 procent en superwinsten aan een hoger tarief. En pak tot slot fiscale fraude aan en geef de fiscale administraties meer slagkracht.

Waarom gebeurt dit niet? Ideologische blindheid? Hardvochtigheid? Een agressieve wapenlobby? In ieder geval betekent het conservatieve budgettaire beleid dat De Wever in aanloop naar volgende verkiezingen, ook als uittredend federaal premier, opnieuw dezelfde plaat zal kunnen afspelen: ‘België werkt niet’.

De kans is reëel dat hij vervolgens wel munitie genoeg verzamelt om z’n communautaire droom waar te maken. Zo neemt hij ons allemaal bij de neus. De afwezigheid van een grote staatshervorming in het huidige regeerakkoord is misschien wel De Wevers werkelijke ‘koninginnestuk’ en niet het stopzetten van de werkloosheidsverzekering na twee jaar.

 

Foto: ABVV

Bert Engelaar is algemeen secretaris ABVV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Foto: ABVV

Lars Vande Keybus is adviseur studiedienst ABVV

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!