Jonge, constructieve, succesvolle journalist pleegt zelfdoding. Bedenkingen

Afbeelding

Op Facebook plaatst mijn kennis journalist Pieter Stockmans, onder andere werkzaam bij MO* en bekend om zijn lange fietstochten en werkreizen, volgend bericht.

"Drie jaar geleden fietste ik met Johannes Decat eens 100 kilometer, van Limburg door het Hageland tot in Leuven. Hij reed op zo’n oldtimer-koersfiets. Johannes werkte toen even bij de MO*–redactie, en we hadden net een teamdag achter de rug. Waar we onderweg precies over spraken, weet ik niet meer. Maar in zijn hoofd speelde van alles. Een interview met een Belgisch-Libanese, genderfluïde striptekenaar (“De esdoornbladeren, haar hoge hakken en gestifte lippen: ze schitteren in hetzelfde krachtige rood. Ook haar baard draagt ze met trots.”). Een gesprek met de Libische journaliste en televisiepionier Taziri al-Omrani (“De interviewer nipt van zijn koffie, al-Omrani van haar pint.”). Een reis naar Egypte, om te praten met familie en vrienden van politieke gevangenen (“Voor tienduizenden gedetineerden en hun families is het nog altijd wachten op de dag dat het helen eindelijk kan beginnen.”). In 2023 trok hij naar Oekraïne, in 2024 naar Armenië, en dit jaar naar Syrië. Kort nadat ik er was geweest, was Johannes er ook. Wat drijft een jongeman om naar deze landen te reizen, ze proberen te begrijpen, en het proberen uit te leggen aan mensen hier? Ik weet het, omdat ik óók die man ben. Op 15 april stuurde hij onze redactie nog een hele reeks voorstellen voor artikels, tot in de puntjes uitgewerkt. Er sprak zoveel gedrevenheid uit, zoveel ambitie, passie en een honger naar perfectie. Dingen waarin ik mezelf herken. Op dit moment kan ik dat niet rijmen met wat hij uiteindelijk heeft gedaan. Johannes en ik deelden dezelfde interesses en waarden: verzet, waardigheid, mensenrechten, het Midden-Oosten, de ex-Sovjetunie, migratie, diversiteit. Maar afgezien van die ene fietstocht hadden we nooit écht contact. Daar heb ik nu natuurlijk spijt van. Maar niets bereidt je voor op zo’n bericht. Een bericht van onze gemeenschappelijke vriend en collega Emiel Petrovitch, zondagavond: Johannes was uit het leven gestapt. Waarom? Een blik op zijn auteurspagina bij MO* volstaat om te beseffen hoeveel waardevolle journalistiek deze jonge man nog in zich had. Hij was nog zoekende — zoals ik dat ook was, en ergens nog altijd ben. Hij had zoveel potentieel. Misschien valt alles wat hij ooit zou schrijven al tussen de regels van zijn artikels te lezen? We kunnen het in ieder geval proberen: https://www.mo.be/auteurs/johannes-decat Toen ik onlangs aan het fietsen was, diep in een verborgen vallei in de Eifel, kort na het verschrikkelijke nieuws, schoot het plots door me heen: “Ja! Ik heb eens met Johannes gefietst.” Ik vond er één foto van terug, die plots een poëtische dimensie krijgt. Ik krijg kippenvel en tranen als ik er naar kijk. Die ene tocht, op 22 oktober 2022, zal me nu voor altijd bijblijven. Sterkte aan al zijn familieleden en vrienden. https://www.mo.be/auteurs/johannes-decat https://www.mo.be/extra/in-memoriam-johannes-decat https://www.instagram.com/reel/CkQHKw1sphb/ https://www.youtube.com/watch?v=nBZ9xwZbpOg" -

Waarom komt z.d. zoveel voor? Is er zoveel verborgen verdriet, gebrek aan moed en gebrek aan hoop bij medemensen?

Het is een erg én onderbelicht probleem. Als kind van zowat negen jaar al leerde ik het kennen uit het droeve relaas van onze moeder over haar moeder, die zij zelf op zestienjarige leeftijd op een dag twee jaar na het einde van de wereldoorlog had aangetroffen op de zolderkamer, verhangen... Mijn aandacht was wakker gemaakt. Ik was de eerste commentator die erover schreef in de opiniepagina's (De Standaard) in 1997. In die jaren, 1994-2002, ving ik anoniem duizenden mensen met zorgen op bij Tele-Onthaal , waaronder ook een tiental bellers met acute zelfdodingsplannen. In debat op de reactiefora van kranten en later op sociale media heb ik de hoge aantallen in ons bloedeigen land vaak ingezet om holle berichten "het gaat hier toch heel goed, de levensverwachting stijgt" te doorprikken. Tot voor kort stierven elke dag 9 mensen aan z.d. En deden 110 mensen een z.d. poging. (Recent is er een lichte daling, de aandacht bij overheden is toegenomen, en de preventie kreeg meer middelen. Zo is de doorstroming van eerstelijnszorg (huisarts) naar hulpverlening met kennis van zaken lange tijd minder goed geweest in Vlaanderen dan in Nederland. Er worden ook preventie acties voor het grote publiek opgezet, zoals al een jaar of drie in Leuven.). Bij Tele-Onthaal leerden we ook dit: voor de nabestaanden is z.d. het zwaarste Rouwproces. Met andere woorden: familie en vrienden blijven met pijnlijke vragen zitten, en met de kwellende kwestie: heb ik genoeg gedaan om dit te voorkomen? Had ik de tekenen niet moeten zien? __ Wat moet ik tegen zo iemand zeggen?  Recent had ik nog een gesprek met mijn vriend de 93-jarige oud professor filosofie Jan Vander Veken. Toen ik hem nog eens sprak over mijn engagementen voor dit soort mensen zegde hij belangstellend: "Zeg mij, wat zég je dan tegen zulke mensen?". Mijn antwoord was het abc van Tele-Onthaal: "Het is helemaal niet belangrijk iets te zéggen. Het beste dat je voor mensen met nood tot in de ziel kunt doen, kunt aanbieden is dit: luisteren. Die mensen hebben er veel deugd aan bij iemand die blijft, niet weggaat, hun verhaal te doen. De kracht van de goede hulpverlening is het goede luisteren. Misschien een vergeten kunst, in onze cultuur die aan elkaar hangt van "straffe daden". Luisteren lijkt veel meer "passief" maar er schuilt een immense en zeer menselijke kracht in. Vriendelijke aanwezigheid bieden, dat ook. Therapeut en professor psychologie Piet Nijs, een andere vriend, stelde het in zijn werken en naar zijn studenten vaak zo, met een citaat van een vrouw die op therapie kwam om te helen na zwaar misbruik: "Het oor dat luistert is de tederste aanraking". Laten we ons daar in oefenen. __ Menselijke warmte als vergeten, minder blitse, minder dure medicijn? De zelfdodingen in onze gemeenschap, in onze nationale kring... het is overigens iets waar we als cultuur en als Beschaving nederig van (moeten) worden. Uit mijn jarenlange intense contacten met Afrikanen van onder de Sahara én uit mijn studies Afrikaanse cultuur is mij opgevallen: die mensen doen dat in vergelijking niet. Vanwaar dit verschil? Is het alleen maar het effect van de zon, van het warme klimaat? Of heeft het iets van doen met wat ik graag "menselijke warmte" mag noemen? En met het inzicht dat de eerste duizend dagen, de eerste levensjaren, het fundament van de persoonlijkheid van een mens wordt gelegd? Ook juist als het gaat om een soort "existentiële ruggengraat". Om het besef: "Ik mag er zijn, hier op aarde, hier in deze gemeenschap. Ze hebben mij (immers) graag! Ik voel het, tastbaar, elke dag!" __ Heeft deze zwakte, deze leemte, deze kink in onze cultuur, die als sinds Goethe bekend staat als "een cultus van de daad", te maken met het feit dat zij vooral aandacht heeft voor dat wat in (wetenschappelijke en verhalende) Woorden kan benoemd worden, en minder focust op het intuïtieve, het gevoelsmatige? Het gevoel, de emotie die uiteindelijk toch het woord vooraf gaat in belang voor de mens en zijn welzijn, zoals ook kardinaal Godfried Danneels als grote christen had gezien en mij in persoonlijk vraaggesprek bevestigde... __
Heeft het akelige feit van de vele leden van onze gemeenschap die z.d. plegen ook niet te maken met de aanbidding van actie die wij kennen? Terwijl er zoveel stille, zachte maar effectieve kracht schuilgaat in zoiets als stil en vriendelijk iemand nabij zijn!
En in het zogenaamd passieve Luisteren. Met aandacht, met invoelingsvermogen, met medeleven, medelijden en empathie. Iets dat vrijwillige medewerkers elke dag vierentwintig uur oefenen, aan de Hulplijnen. Iets waar dus geen betaald werk van gemaakt wordt in onze "Arbeidsmarkt", dat ook. __ Ten gronde verwacht ik hier (dan ook) heil van de komst van de vrouw in duizenden professionele posities. Want hoe mooi het gelijkheidsideaal ook is, van nature én door cultuur en opvoeding, staat de vrouwelijke mens meer open voor de noden van de kleine wezens. Beschikt de vrouw over een derde meer invoelingsvermogen. Kan de vrouw zich minder afsluiten voor de wanhoop van andere menselijke wezens. Is de Vrouw door de band genomen de meer sociale versie van de mens. (Maar onderwijl zit ik hier als man de analyse te maken, niet minder bewogen door deze drama's, maar dat heeft ongetwijfeld te maken met de verhalen van de moeder, zoals hoger aangestipt. De mens is nooit alleen product van biologie, maar ook van zijn biografie, van wat hij beleeft en aan getuigenissen opslorpt). __ It takes a Village... Persoonlijk leg ik de link met de warmte en onversneden aandacht die kindjes daar zeker vijf jaar ontvangen van de Mama en familieleden. En van de hele straat en buurt; Afrika gaf ons het inzicht "It takes a village to raise a Child". Bij ons gaat carrière voor op ouderschap. (Het kan waar zijn dat je als ouders geen keuze hebt, je "moet mee"; maar ik heb toch vele moeders gesproken die bewust thuisblijven voor bevalling, jarenlange borstvoeding en opvoeding). Volgens mij ligt hier ook de hoofdoorzaak van wat kinderpsychiater Peter Adriaenssens mij vertelde: "Ik werk sinds 40 jaar in de sector; maar sinds zowat tien jaar zien we iets nieuws: kinderen van 10 jaar aan de poort van Spoed met zelfdodingsplannen." Amen - Foto: Pieter Stockman, Facebook, voor iedereen. Mama Africa: Mora's Seye, Flickr creative  commons - Wie last heeft met leven en dood, of aan zelfdoding denkt... kan dag en nacht terecht bij Tele-Onthaal op het nummer 106.  Of bij de gespecialiseerde Zelfmoordlijn 1318. 

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?