Verzetsvrouw Gilberte Borgers (1911 - 1943). Foto: Public Domain
Jef Vanhemel

Wat we van vrouwen en arbeiders in verzet tegen nazi’s kunnen leren

Tijdens de Duitse bezetting waren stakingen en betogingen ten strengste verboden. Toch gingen tienduizenden arbeiders en vrouwen in 1941 de straat op, gedreven door honger en vastberaden verzet tegen onmenselijke omstandigheden. En met resultaat.

dinsdag 3 juni 2025 12:53
Spread the love

 

In het bezette België van 1941 waren stakingen en betogingen verboden. Maar mensen zwegen niet. Ze hadden honger, hun kinderen leden onder voedseltekorten en het leven werd met de dag onmenselijker. In een explosieve combinatie van sociale ellende en politieke woede kwamen arbeiders én huisvrouwen in opstand. Ze staken. Ze betoogden. En ze wonnen.

Honger maakt opstandig

Mei 1941. Sinds de Duitse inval een jaar eerder, wilde het naziregime de Belgische economie volledig in dienst stellen van haar belangen. Alles draaide rond de voorbereiding van een militair offensief tegen de Sovjet-Unie, operatie Barbarossa, die plaats zou vinden op 22 juni 1941.

Alleen wie geld had, kon eten, en dat waren niet de arbeiders

Intussen dreef de bezetting de bevolking tot het uiterste. De lonen waren bevroren, het indexmechanisme afgeschaft en basisgoederen waren gerantsoeneerd door grote voedseltekorten. De voedselprijzen stegen met 75 procent. Op de zwarte markt waren de prijzen nog hoger. Alleen wie geld had, kon eten. En dat waren niet de arbeiders.

De spanning liep hoog op. De sociale frustraties waren groot, en op straat liepen de conflicten met collaborateurs steeds vaker uit de hand. Toch bleef verzet niet uit. Tegen het verbod in werd er toch gestaakt en betoogd.

We werpen hier het licht op twee gebeurtenissen die een beeld geven van het verzet tegen honger en tegen de bezetter: ‘de staking van de 100.000’ geleid door Julien Lahaut, en de ‘hongermarsen’ in het Antwerpse die geleid werden door Gilberte Borgers. Mensen riskeerden arrestatie, foltering of zelfs hun leven, maar gaven hun recht op waardigheid niet zomaar op.

Staking van 100.000

In Seraing, bij staalbedrijf Cockerill, gingen op 10 mei 1941 de vrouwen van de arbeiders in optocht. Ze protesteerden tegen het tekort aan aardappelen. Twee dagen later brak de staking echt uit, met 22 bedrijven in het Luikse die het werk neerlegden.

Het werd de grootste sociale actie tijdens de hele bezetting

Wat begon als lokaal protest breidde zich razendsnel uit naar Henegouwen, Aalst en het Kempisch steenkoolbekken. Al gauw waren 70.000 arbeiders in staking. Uiteindelijk zouden dat er meer dan 100.000 worden. Het werd de grootste sociale actie tijdens de hele bezetting.

De eisen waren duidelijk: betere ravitaillering en een loonsverhoging van 25 procent. De stakers richtten hun eisen niet rechtstreeks aan de bezetter, maar aan hun patroons en gemeentebesturen. Ze wilden geen directe confrontatie met de bezetter. Er werd onderhandeld met werkgevers en lokale besturen, in de hoop dat die de druk konden doorspelen naar nationaal niveau. Maar dat niveau werd volledig gecontroleerd door de bezetter.

x

In Seraing kwam een bijzonder comité tot stand. Daarin zaten de patroon van Cockerill, zes arbeiders en Julien Lahaut, schepen voor de Kommunistische Partij van België. De rol van Lahaut was cruciaal. Als lokaal bestuurder kon hij op legitieme manier onderhandelen, en tegelijk sprak hij als militant de taal van de arbeiders. Hij werd hun woordvoerder, hun tussenpersoon en hun morele steun.

Toen het comité contact opnam met de Duitse administratie, werden ze bot afgewezen. Daarop breidde de staking zich nog verder uit. In het noorden van Frankrijk legden toen ook 17.000 mijnwerkers het werk neer. Die staking werd bloedig onderdrukt.

In Seraing dreigde ook even een bloedbad. Een massa mensen had zich voor het stadhuis verzameld, waarop de Duitse militaire politie met het geweer in de aanslag wilde chargeren. Het kwam niet tot een slachting, onder andere dankzij het kordate optreden van Lahaut, die erin slaagde de menigte op tijd te spreiden.

Zes dagen later kwam dan toch een verrassend besluit: de Duitse bezetters deden toegevingen. De ravitaillering werd verbeterd en er kwam een loonsverhoging van 8 procent. Dat was ver van de oorspronkelijke eis, maar in tijden van loonblokkering en harde onderdrukking was het een duidelijke overwinning.

Er zijn aanwijzingen dat Hitler persoonlijk opdracht gaf om de staking te sussen, omdat elke dag werkonderbreking zo’n 2.000 ton minder staal opleverde. Staal dat broodnodig was voor zijn oorlog tegen de Sovjet-Unie.

De staking had verstrekkende gevolgen. De greep van het patronaat op de arbeiders wankelde.

Waar werkgevers zich aanvankelijk opstelden als enige vertegenwoordiger van hun personeel, namen nu arbeiders zelf het woord – via hun vertegenwoordigers, via Lahaut, en via nieuwe, spontane strijdcomités. De door de nazi’s opgelegde ‘Unie van Hand- en Geestesarbeiders’ kwam volledig in diskrediet. Deze kon totaal geen vuist maken voor de inwilliging van zelfs de geringste eis.

De staking gaf de KPB vleugels

Ondanks het verbod op de vooroorlogse vakbonden, herstelden werkgevers in het geheim het contact met de top ervan. Ze zagen in dat ze beter een gecontroleerde vorm van syndicale actie tolereerden, dan het toenemende engagement op de werkvloer geleid door communisten.

De staking gaf de KPB vleugels: ze focuste niet langer op de strijd binnen de vooroorlogse vakbonden, maar gaf ook een nieuwe dimensie aan het verzet door in de bedrijven syndicale strijdcomités op te richten. Die dynamiek zou later leiden tot het ontstaan van nieuwe vakbonden, die zich na de oorlog verenigden met het oude Belgische Vakverbond.

En zelfs al kreeg deze staking nooit dezelfde bekendheid als die van 1886, 1893 of 1936, ze veranderde wel degelijk de machtsverhoudingen in het bezette land.

De vergeten revolte van de vrouwen

Het verzet kwam niet alleen uit de fabrieken. Ook huisvrouwen boden op hun manier verzet tegen de bezetter. Zij stonden in voor de voedselvoorziening van het gezin en voelden de schaarste elke dag. Vooral in de steden sloeg de honger keihard toe. In het voorjaar van 1941 zaten sommige steden dagenlang zonder brood. Acht op de tien gezinnen gaven hun volledige inkomen uit aan eten, als er al iets te vinden was.

De voedseltekorten werden veroorzaakt door mislukte oogsten, door de Britse zeeblokkade, maar ook doordat de Duitsers voedsel opeisten voor eigen gebruik. De situatie werd onhoudbaar.

In Brussel, Henegouwen en vooral in het Antwerpse gingen vrouwen massaal de straat op, wat leidde tot de zogenaamde hongermarsen. Onder impuls van communistische vrouwenorganisaties zoals De Stem der Vrouw, eisten ze concrete maatregelen: voldoende brood, melk voor de kinderen, en menswaardige levensomstandigheden.

Pas 50 jaar later werden deze acties erkend als volwaardige verzetsdaden

Op 21 mei 1941 vond al een betoging plaats in de Seefhoek. Maar de grootste marsen kwamen op 27 en 28 mei in Hoboken. Daar leidde Gilberte Borgers een stoet van 800 vrouwen met zwarte vlaggen naar het stadhuis. De boodschap was duidelijk: de hongersnood moest stoppen. In Deurne zette Maria Govaerts een gelijkaardige betoging op.

© Rijksarchief Beveren, Archief van de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen

In totaal vonden er zestien hongermarsen plaats in de provincie Antwerpen, waarvan negen in de stad zelf. Tachtig mensen werden gearresteerd.

Deze protesten hadden effect. Na weken van acties kwam er graan uit Frankrijk en rogge uit Duitsland. Brood was opnieuw beschikbaar. En er veranderde nog iets: de houding van de bevolking. Waar veel Antwerpenaren in het begin van de oorlog nog onverschillig toekeken, draaide de publieke opinie nu definitief tegen de bezetter.

De vrouwenacties gaven de KPB ook een stevige inplanting onder de arbeidersvrouwen. De partij had niet alleen het protest georganiseerd, maar ondersteunde ook de gezinnen van gearresteerden, verspreidde pamfletten en hielp bij onderduiken. Toch werden deze acties pas vijftig jaar later erkend als volwaardige verzetsdaden. Lang werden ze afgedaan als “humanitaire hulp”. Vrouwen kregen ook pas in 1948 stemrecht. Hun bijdrage bleef lang onzichtbaar.

De tol van het verzet

De prijs voor al dat protest was hoog. Na de aanval op de Sovjet-Unie op 22 juni 1941, verboden de nazi’s de KPB en startten ze een genadeloze repressie. Duizenden communisten werden opgepakt, waaronder Lahaut. Hij werd naar Duitse concentratiekampen gedeporteerd, ter dood veroordeeld, maar overleefde de oorlog op het nippertje.

Ze streden voor brood, voor waardigheid, en voor elkaar

Na de oorlog groeide Julien Lahaut uit tot een van de populairste voorzitters van de KPB. In 1950 werd hij vermoord door een anticommunistisch netwerk, gefinancierd door de grootste Belgische holdings, Brufina en de Société Générale. Het onderzoek naar zijn moord werd gesaboteerd door leden van de gerechtelijke politie, die betrokken waren bij datzelfde netwerk.

Standbeeld van Julien Lahaut in Seraing. Foto: Могила Ляо Жюльен, Wikipedia / CC BY-SA 3.0

Ook Gilberte Borgers en Maria Govaerts konden zich niet langer in België vertonen. Ze doken onder, de ene in Gent, de andere in de buurt van Roeselare. Maar in 1942 werden ze beiden gearresteerd. Govaerts overleefde de kampen. Borgers niet. De moeder van twee kinderen werd door een collaborateur verraden, naar Duitsland gedeporteerd en in 1944 onthoofd wegens het verspreiden van communistische propaganda.

Een strijd die herinnert waar solidariteit toe leidt

De stakingen en hongermarsen van 1941 tonen dat echte verandering niet enkel uit parlementen komt, maar ook van onderuit, uit collectieve actie. In een tijd waarin protest levensgevaarlijk was, stonden tienduizenden arbeiders en vrouwen recht voor hun basisrechten. Ze streden voor brood, voor waardigheid, en voor elkaar.

En ze bewezen dat solidariteit – zelfs onder de zwaarste omstandigheden – altijd het laatste woord kan hebben.

 

Jef Vanhemel is gepensioneerd ambtenaar bij de Rijksdienst Voor Arbeidsvoorziening en hij is lid van de Raad van Bestuur van Masereelfonds Antwerpen.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!