Wat is het pleidooi tot afschaffen van partijen van Simone Weil waard? Uitgave door Alicja Gescinska (1)

Afbeelding

Graag mag ik de aandacht trekken op het werkje van Alicja Gescinska over leven en denken van de filosofe, activiste en christelijke mystica Simone Weil. (Drie zo goed mogelijk gekozen epitheta die haar meteen ook onrecht doen, dat besef ik). Het handelt in het bijzonder over een prikkelend pleidooi dat de Joods-Franse vrouw schreef om alle politieke partijen af te schaffen. De inleidende bladzijden van Gescinska heb ik zeer graag gelezen. Helder, de tekst is ter zake, actueel, relevant, helder, goed te volgen in de redeneringen. De tekst van de eigenzinnige Simone Weil van wie het denken vol paradoxen zit, die zowel scherpzinnige en erudiete filosofie brengt als christelijk mystiek, en die als persoon telkens weer de daad bij het woord trachtte te voegen door bijvoorbeeld als arbeidster tussen de arbeiders te gaan wonen, en soldaatje te zijn in de Spaanse burgeroorlog, vind ik minder bevredigend om diverse redenen. Met deze blog breng ik een tussenstand van appreciatie na het lezen van de eerste helft van het boekje van 95 pagina's.

Is het u overigens al opgevallen? Vrouwelijke filosofen pakken vaker de uitdaging op diepzinnig na te denken over concrete maatschappelijke vraagstukken. Zoals hier de vraag naar de zin van politieke partijen. Dat is alvast goed voor de relevantie van de Filosofie als discipline. Het werkje schafte ik aan in de shop van Bozar. In het prachtige café Victor heb ik de inleiding gelezen bij een heerlijke koffie. Dat was een dubbel genoegen, een synesthesie. Heldere, begrijpelijke taal, gedachtegangen en bedenkingen bij Gescinsca, bedenkingen die ik erg interessant vond. Ook om ze op het eigen (schrijvers)leven te leggen. Als medelijdende mystica en hoogintelligente schrijfster staat Simone Weil dicht bij haar Nederlandse - ook Joodse - tijdgenote Etty Hillesum (+ 1943 in kamp Auschwitz..). Enkele jaren geleden verschenen alle brieven en dagboeken in één mooie band getiteld "Etty Hillesum. Het werk". De helft las ik van dat boek, en ik mag het graag aanraden; uitgeefster Alicja Gescinska verwijst er in de inleiding niet naar.

De tekst van Simone Weil zelf stelt teleur. Hij is zeer onderhoudend, boeit de lezer, charmeert en heeft iets zeer betoverends. Ook met de duidelijk hoge morele bekommernis en ambitie. [Die wellicht de recent hernieuwde aandacht verklaart, in tijden waarin Trump en Poetin alle ethiek schijnen overboord te gooien en schijnen met plezier te doorbreken.]

Hoe onvolwassen is echter de redeneertrant? Zeer abstract en theoretisch en in die zin simplistisch. Losgezongen van de realiteit van de reële menselijke gemeenschap en haar geplogenheden, regels en machten. Opvallende, merkwaardige stelligheid en vreemd- groot geloof in de geponeerde stellingen die persoonlijk zijn, mij vaak echter [aantoonbaar] helemaal niet evident lijken, met verregaande axioma's en stellingen.  Dit filosofisch discours maakt op mij een erg jeugdige, bijna kinderlijke indruk. Een soort 'mager', 'ontvleesd' denken ook: niet genoeg verzadigd, niet voldoende 'gemarineerd' van wijsheid over mens, maatschappij, leven, condition humaine en politieke realiteiten.

Ik lees een merkwaardig "lineair" denken. Als het louter geraamte van een bouwwerk van denken. Een 'ontvleesd' denken dat in een merkwaardige parallel staat met hoe Simone Weil met haar eigen lichaam omging. In de inleiding vernemen we nog eens dat zij zeer weinig at. Ze stierf onder andere door uitputting. Zij hing die handelswijze naar eigen zeggen aan uit solidariteit met arme, onrechtvaardig behandelde groepen.

Simone Weil werkt met, om het met Belgische begrippen te formuleren, met imaginaire Zekerheden; met een imaginaire Klare Lijn. Zij maakt zichzelf iets wijs, zo is mijn indruk. Zij maakt zich wijs dat ze met haar woorden en concepten perfect vat heeft op wat onze professor filosofie, intussen mijn long time friend Jan Vander Veken, op het bord beschreef als: de Wklhd.

Een paar voorbeelden. Op p. 55 lezen we

"Maar geen enkel lijden valt diegene ten dele die de rechtvaardigheid en de waarheid verzaakt, terwijl het partijsysteem de pijnlijkste straffen oplegt voor ongehoorzaamheid. Deze straffen betreffen bijna alles: de carrière, de gevoelens, de vriendschap, de reputatie, de uiterlijke aspecten van de eer, soms zelfs het gezinsleven. De communistische partij heeft dat systeem haast tot in de perfectie uitgewerkt". - Dit kan allemaal  juist zijn over de toestand rond WO II in de Sovjet-Unie, maar dat is dus een heel tijdsgebonden analyse.

Op p. 51: "Indien er geen waarheid bestaat, is het gelegitimeerd om op deze of gene manier te denken naargelang men zich in deze of gene positie bevindt. Net zoals men zwart, bruin, ros of blond haar heeft, omdat men nu eenmaal zo is, verspreidt men deze of gene gedachten. Het denken is dan, net zoals het haar, het resultaat van een fysiek proces van eliminatie.

Indien men echter erkent dat er een waarheid is, is het alleen maar toegestaan om te denken wat waar is. Men denkt dan iets, niet omdat men Fransman of katholiek of socialist is, maar odmat het onweerstaanbare licht der evidentie ons dwingt om zo te denken en niet anders"

--> Hier krijgen we dus een voorbeeld van de "mystiek" die in de filosofie van de jonge vrouw sluipt. Zoals ik het zie, is er in de praktijk van beleid (in onze tijd) vaak veel complexiteit in het spel, en werken we met en vanuit grote onzekerheid. Voor de meeste denkers én de meeste politici is er geen "helder licht". Licht dat naar een soort bruikbare absolute waarheid zou leiden. Als ik bijvoorbeeld denk aan een kwestie als de jacht in onze tijd in onze regio, dan is het duidelijk dat er allerlei nuances nodig zijn om een oordeel te vormen. Er is veel pro en contra. De jacht kan goed en (ecologisch) nuttig zijn op welbepaalde soorten, zoals op het ree en het rode hert (waar jagers en wildschutten aan het gewei de gezondheidstoestand van het dier kunnen zien, zodat de zwakke dieren kunnen geschoten worden, waardoor de gezondheid van de populatie met ecologische logica wordt versterkt, verbeterd). De jacht kan echter schadelijk zijn voor andere, bijvoorbeeld voor waterwild, waar de soorten in volle vlucht vaak niet goed te onderscheiden zijn, zodat er overbejaging kan optreden.

In volgende passage lijkt Simone Weil zich te buiten te gaan aan ongeoorloofde veralgemening (p. 48).

"Het doel van een politieke partij is iets vaags en irreëels. Indien het wel reëel was, dan zou het een enorme aandachtsinspanning vergen, want het is niet gemakkelijk om een opvatting te ontwikkelen van wat het algemeen belang is. Het bestaan van een partij daarentegen is concreet, evident, en de herkenning ervan vergt geen enkele moeite. Het is bijgevolg onvermijdelijk dat een partij haar eigen doel op zich wordt.

Dat leidt dus tot idolatrie, want enkel God is een legitiem doel op zich"

Hier zien we dus een voor onze tijd merkwaardige vermenging met diep-religieus denken. Ook in de volgende passage noteer ik in de marge "dit is zeer abstract en daardoor weinig bruikbaar" (p. 49): "Maar men kan niet tegelijk God en de mammon dienen. Indien men een ander criterium van het goede heeft dan het goede zelf, verliest men de notie van het goede."

Opvallend verstrekkende en ambitieuze uitspraken zijn legio. Zoals deze op p. 41 en 42. "Alleen dit soort redenering laat ons toe om te besluiten dat een universele consensus naar waarheid wijst. Er is één waarheid. Er is één rechtvaardigheid. Fouten en onrechtvaardigheden bestaan in oneindig veel varianten." (...) Dit vergt een geschikt mechanisme. Als de democratie zo'n mechanisme vormt, is zij goed. Anders niet."

Hoezo, "er is één waarheid, er is één rechtvaardigheid"? In een door kleurige multiculturaliteit gekleurde wereld en leefwereld lijkt dit onbegrijpelijk. Ook de erkenning van onze tijd dat gay mensen even waardevolle mensen kunnen zijn, en zelfs (bepaalde) transgender personen, lijkt deze stellige zekerheid van Simone Weil grondig en voor eens en altijd onderuit te halen. Er zijn verschillende soorten waarheden. Zoals de waarheid, de kijk van de psychologen altijd verschillend zal zijn van deze van de sociologen van deze van de cultureel antropologen van deze van de historici. En toch hebben allen bestaansrecht: ze vullen mekaar aan en ze kunnen de denker en de activist en de politicus ten dienste staan om de werkelijkheid beter te vatten en beter handelen te sturen, dan wanneer een menselijke of maatschappelijke situatie vanuit louter één wetenschap werd belicht.

Toch is in de tekst van Simone Weil over partijen geregeld ook een nugget te vinden. Er staan ideeën en opinies in die te denken geven, die vat geven op het fenomeen politiek en op de nadelen van politieke partijen. Bijvoorbeeld deze analyse (p. 44): "De tweede voorwaarde is dat het volk zijn wil moet kunnen uiten met betrekking tot de problemen van het publieke leven, en niet louter een keuze tussen personen moet maken (en erger nog: een keuze tussen onverantwoordelijke groeperingen). De algemene wil heeft namelijk in geen enkel opzicht betrekking op zo'n keuze.

Met deze voorlopige recensie en het weergeven van citaten uit het denken van Simone Weil hoop ik in elk geval de interesse te hebben gewekt voor de kwestie van de partijen (die in ons bestel wel erg buitensporig de macht naar zich hebben toegetrokken en ook zichzelf ongezond vet mesten op financieel vlak) en voor dit boekje.

Nu is het uitkijken naar de kritiek die filosofe Alicja Gescinska zelf geeft in haar nawoord. We lezen verder.

__________________________________________________________________________

Simone Weil en Alicja Gescinska. Politiek zonder partijen. Davidsfonds, 2023. 15 euro

Illustraties

Simone Weil close ups, Faversham Stoa, Flickr

Simone Weil als soldaat tijdens de Spaanse burgeroorlog in 1936: Vassar College, Flickr. Creative Commons.

[Over die Spaanse oorlog die woedde tussen de (linkse) republikeinen en de nationalistische troepen onder generaal Franco heeft grootmeester J. P. Gibrat twee graphic novels gemaakt in de reeks Matthéo, die het herlezen en visueel degusteren waard blijven. ]

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?