Analyse

Rijk worden in 2025? Vergeet hard werken, erf of zoek een rijke partner

Afbeelding
Design: free-vectors.net/& Kristof Cambid by Canva Teams
Design: free-vectors.net/& Kristof Cambid by Canva Teams
In een wereld van stijgende woningprijzen en haperende inkomensgroei wordt rijkdom steeds minder verdiend en steeds meer geërfd. De kloof tussen erfgenamen of renteniers en de werkende bevolking wordt steeds groter en dat uit zich bij uitstek op de woningmarkt.

Opmars van de erfgenaam

Het beste carriéreplan, is een rijke ouder hebben. Dat klinkt cynisch, maar in 2025 komt dit steeds dichter bij de waarheid. In rijke landen wordt rijkdom almaar minder verworven via arbeid en steeds meer via erfenissen.
De doden laten jaarlijks 10% na van wat alle levenden samen verdienen
In Frankrijk, Duitsland, Italië, de VS en ook België stijgt de waarde van wat jaarlijks wordt doorgegeven aan kinderen tot duizelingwekkende hoogten. In veel landen is het aandeel van de nationale rijkdom dat uit erfenissen komt verdubbeld of verdrievoudigd sinds de jaren 60.

Vandaag gaat het in totaal jaarlijks om ongeveer een tiende van het bruto binnenlands product. De doden laten met andere woorden 10 procent na van wat alle levenden samen verdienen. Gezamenlijk loopt dat in de rijkste landen op tot 6.000 miljard dollar. In Vlaanderen is dat jaarlijks ongeveer 25 miljard euro.

De herverdeling van vermogen gebeurt niet alleen via erfenissen, maar ook via relaties. Het begrip assortative mating verwijst naar de tendens om een partner te kiezen met een vergelijkbaar sociaal profiel. Niet alleen opleiding of inkomen, maar ook geërfd vermogen speelt daarin een steeds grotere rol.

Onderzoek in Duitsland en Denemarken toont aan dat erfgenamen vaker trouwen met andere erfgenamen. Zo wordt rijkdom geconcentreerd binnen een kleine, gesloten groep. Economische ongelijkheid vertaalt zich op die manier steeds meer in relationele segregatie.

Afbeelding
x
x

Wie vandaag geboren wordt in een gezin zonder vermogen of geen rijke partner treft, heeft niet alleen minder kansen op een huis, maar ook minder uitzicht op sociale mobiliteit. Erfelijkheid wordt op die manier meer bepalend dan talent. Rijken worden rijker en de kloof tussen rijk en arm neemt steeds verder toe.

Het recente vermogensrapport van Keytrade Bank in samenwerking met de Universiteit Gent van 15 mei 2025 bevestigt die trend. Huishoudens met een groot vermogen zagen hun vermogen het afgelopen jaar het sterkst toenemen in absolute cijfers.

Het fortuin van de vermogenden steeg door beleggingen en de verhuur van vastgoed, maar vooral door erfenissen. Het rapport bevestigt dat rijkere huishoudens alsmaar rijker worden.

Afbeelding
x
x

De cijfers en het rapport bevestigen de wetmatigheid die de Franse econoom Thomas Piketty in zijn invloedrijke werk Kapitaal in de 21e eeuw heeft geformuleerd, namelijk dat het rendement op kapitaal systematisch hoger ligt dan de globale economische groei.

Daardoor worden mensen die al kapitaal bezitten of die ervan erven elk jaar relatief rijker, dan mensen die enkel van hun arbeid leven. Anders gezegd: rijkdom uit bezit groeit sneller dan rijkdom uit werk.

Het gevolg is dat de ongelijkheid in de samenleving steeds verder groeit. Vermogen hoopt zich op bij een steeds kleinere groep mensen of families, terwijl arbeid relatief steeds minder oplevert.

Voor jonge mensen zonder erfenis wordt het steeds moeilijker om bij te benen, zelfs als ze goed zijn opgeleid en hard werken
Dat zorgt voor frustratie, omdat hard werken niet langer gelijkstaat aan vooruitkomen. Voor jonge mensen zonder erfenis of rijke partner wordt het steeds moeilijker om bij te benen, zelfs als ze goed zijn opgeleid en zich uit de naad werken. Sociale mobiliteit komt zo steeds meer onder druk te staan.

Deze economische trend heeft ook culturele sporen nagelaten. Tv-series als Succession, romans als The Nest en films als Crazy Rich Asians draaien rond families die rijk zijn niet omwille van prestaties, maar omwille van afkomst. De rijke erfgenaam Mr. Bingley uit de roman Pride and Prejudice (1813) zou zich in 2025 perfect thuisvoelen.[1]

Afbeelding
x
x

Demografische veranderingen versterken dit alles. Door kleinere gezinnen wordt het geërfd vermogen onder minder kinderen verdeeld. En doordat babyboomers veel bezittingen hebben opgebouwd, wordt hun overlijden een overdrachtsmoment van ongeziene omvang.

Naast demografie speelt ook de economie mee. Groei vertraagt, productiviteit stagneert, en dus wordt het aantrekkelijker of interessanter om geld te erven dan om het te verdienen. In sommige Europese landen hebben erfgenamen gemiddeld een hoger inkomen dan mensen uit de top 1 procent van werkenden.

De kloof tussen huren en kopen

De woningmarkt illustreert deze trend het scherpst. En dat hoeft niet te verbazen, want voor gewone huishoudens is vastgoed veruit de grootste uitgavepost. Het is een uitgavepost die bovendien de afgelopen dertig jaar spectaculair is gestegen, om niet te zeggen uit de hand gelopen.
In vergelijking met vroeger kost een huis nu driemaal zoveel
Midden de jaren negentig kon een gemiddeld Belgisch gezin een doorsnee rijhuis kopen met ongeveer 3,5 jaarinkomens.[2] Vandaag is dat ongeveer tien jaarinkomens. Je moet vandaag dus driemaal zolang werken om een huis te kopen, of je kan ook zeggen dat voor een doorsnee gezin een huis in vergelijking met vroeger driemaal zoveel kost.[3]

Hoge woningprijzen zorgen er dan weer voor dat steeds meer mensen moeten huren. Maar ook die prijzen zijn de laatste decennia sterk gestegen.[4]

Wie vandaag een huis erft van ouders, staat economisch lichtjaren voor op wie zelf moet sparen. Hij of zij vermijdt jarenlang afbetalen of huurgeld betalen en kan daardoor zelf vermogen opbouwen. In Groot-Brittannië zou de zogenoemde 'Bank of Mum and Dad' tot de top tien hypotheekverstrekkers behoren, mocht het een echte bank zijn.

Omgekeerd, voor wie niets erft of geen steun van de ouders ontvangt, blijft een eigen woning vaak buiten bereik, hoe hard hij of zij ook werkt. Zij zullen heel hun leven – veel - huur betalen aan eigenaars die twee of meerdere huizen bezitten en zo hun vermogen verder kunnen verhogen.

Zo ontstaat een zichzelf versterkende kloof tussen eigenaars en huurders en creëren we een nieuwe aristocratie, zonder adeltitels maar met vastgoed.

Een generatie zonder woning

En het is niet alleen de kloof die stijgt. Het wordt voor heel wat jongeren steeds moeilijker om een treffelijke woning te vinden. Jonge mensen ondervinden dat niet alleen kopen, maar ook huren steeds moeilijker wordt.

In grote steden als Berlijn, Londen, of Brussel liggen de huurprijzen zo hoog dat twintigers vaak bij ouders blijven wonen of met meerdere personen een woning moeten delen. In Italië woont meer dan twee derde van de 25- tot 29-jarigen nog thuis.

Een goede thuis hebben is nochtans een centraal aspect van het leven van mensen en een hoeksteen van het vertrouwen in de samenleving en haar instellingen. De vastgelopen woningmarkt en de toenemende afhankelijkheid van erfenissen wakkeren een groeiend gevoel van onrechtvaardigheid aan. Voor steeds meer mensen voelt het alsof hard werken niet meer loont en vooruitkomen enkel nog mogelijk is via geluk of afkomst.

De politiek geeft niet thuis

Voorlopig blijven overheden aan de zijlijn staan. Een cruciaal element om de woningmarkt betaalbaarder te maken, is het investeren in sociale woningen. Maar dat gebeurt juist niet. In veel landen daalde de overheidsinvestering in sociale woningbouw drastisch. Tussen 2001 en 2018 zakte die in OESO-landen van 0,17 procent naar 0,06 procent van het bbp.

Op dat vlak is de situatie in Vlaanderen heel bedroevend. Slechts 6 procent van het totale woningaanbod bestaat uit sociale woningen. In Nederland en Oostenrijk bedraagt dat aandeel respectievelijk 34 en 26 procent.

In Vlaanderen saboteert de N-VA al tien jaar elk sociaal woonbeleid. De plannen van minister Melissa De Praetere (Vooruit) zijn een stap in de goede richting, maar zijn ruim onvoldoende om de wooncrisis op te lossen.[5]

Met een gemiddelde wachttijd van 4 jaar moeten minder begoede gezinnen voorlopig en wellicht nog een hele tijd hun plan zien te trekken. Tegelijk genieten vermogende gezinnen vaak van belastingvoordelen bij erfenis of bij de aankoop van vastgoed.[6]

Ook op het vlak van het erfrecht gaat het de verkeerde richting hit. In veel landen zijn successierechten fors afgebouwd of zelfs afgeschaft, zogezegd om kapitaalvlucht te vermijden. Ook in Vlaanderen komt er onder andere een verlaging van erfbelastingtarieven voor erfenissen in rechte lijn (kinderen en partners) en voor broers en zussen.

Ondanks groot draagvlak voor vermogenstaks wordt deze kwestie uit politieke agenda gehouden
Toch roepen steeds meer economen en organisaties op om de belastingen op erfenissen opnieuw in te voeren of te versterken. Zo vindt Paul De Grauwe dat de huidige erfbelastingen onvoldoende zijn om de groeiende vermogensongelijkheid tegen te gaan en vindt hij dat niemand meer dan 10 miljoen euro zou mogen erven.

Een andere voor de hand liggende piste om de toenemende ongelijkheid te herverdelen is een vermogensbelasting. 80 procent van de bevolking staat daar achter en 70 procent vindt dit zelfs een topprioriteit. Ondanks dit grote draagvlak wordt deze kwestie angstvallig uit de politieke agenda gehouden.

Kortzichtig

De opstelling van de politieke wereld is niet alleen onrechtvaardig maar ook kortzichtig. De wijdverspreide frustratie onder jongere generaties die zich uitgesloten voelen van eigendom en perspectief, is meer dan een sociaal probleem — het is een tikkende tijdbom voor de stabiliteit van onze samenleving.

Als de politiek geen antwoord weet te bieden op deze structurele ongelijkheid, zal het ongenoegen gekanaliseerd worden door extreemrechts tenzij er maatschappelijk verzet komt om het tij te keren.

Studenten kunnen alvast voortouw nemen en een revolte ontketenen tegen onbetaalbaarheid van een kot
Gelukkig zien we dat het protest tegen de woningcrisis aan het groeien is. In verschillende Europese landen zijn mensen op straat gekomen tegen stijgende huurprijzen, een tekort aan betaalbare woningen en recent ook tegen de negatieve impact van toerisme op de woningmarkt.

In eigen land is het wachten op dergelijke protesten. Studenten zouden alvast het voortouw kunnen nemen en een revolte ontketenen tegen de onbetaalbaarheid van een kot. Waarop wachten ze?

Bronnen:

- How to get rich in 2025 - A new blow for Generation Rent

Notes:

[1] Mr. Charles Bingley is een personage uit Pride and Prejudice (1813), de beroemde roman van de Engelse schrijfster Jane Austen. Hij is een charmante, vriendelijke en rijke vrijgezel die net als zijn vriend Mr. Darcy een landgoed huurt op het platteland. Mr. Bingley speelt een centrale rol in het romantische subplot: hij wordt verliefd op Jane Bennet, de oudste dochter van de Bennet-familie. Bingley is het archetype van de "goede partij" in Austen’s tijd: hij beschikt over een jaarlijks inkomen van zo'n vier à vijfduizend pond — een aanzienlijk bedrag in de 19e eeuw — en heeft geen pretentieus karakter. Zijn rijkdom en beminnelijkheid maken hem meteen tot een droomkandidaat voor huwelijken, vooral in de ogen van moeders als Mrs. Bennet. Mr. Bingley belichaamt met andere woorden de klassieke erfgenaam: rijk geworden door familiebezit, niet door eigen werk, en gewild om wie hij is, niet om wat hij doet.

[2] Bronnen: Woningprijzen en economische groei in België; Een huis in Vlaanderen, hoelang moet u daarvoor werken?; Stijgende huisvestingskosten in de EU - de feiten.

[3] Ook in de buurlanden moet je steeds meer werken om een huis af te betalen of te huren, maar die trends verschillen nogal per land. Zo bijvoorbeeld is die verhouding in Groot-Brittannië de laatste 25 jaar verdubbeld.

[4] In 2000 moest je met een mediaan loon 44 uur werken om een mediaan huurprijs van een woning te betalen. In 2018 was dat 58 uur. Bronnen: Vacature, Steunpunt Wonen, De Tijd, Steunpunt Wonen.

[5] Vlaanderen kampt met een historisch tekort aan sociale woningen: meer dan 200.000 mensen staan op de wachtlijst, en zelfs met een recordbudget van 6 miljard euro kan de wachttijd niet snel worden ingekort. De bouw en renovatie van sociale woningen verlopen traag door complexe procedures, lokale tegenwerking en capaciteitsproblemen. Hoewel gemeenten verplicht zijn om sociale woningen te realiseren, hangt de uitvoering sterk af van lokale wil, beschikbare grond en samenwerking met projectontwikkelaars. Tegelijkertijd blijft de vraag naar betaalbare woningen toenemen door demografische veranderingen, terwijl huur- en koopprijzen blijven stijgen.

[6] Vermogende families maken vaak gebruik van schenkingen tijdens hun leven om erfbelasting te minimaliseren. Door onroerend goed met voorbehoud van vruchtgebruik te schenken, kunnen ze de erfbelasting aanzienlijk verlagen. Daarnaast zijn er specifieke regelingen voor het overdragen van familiale ondernemingen en vennootschappen. Wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, zoals het behouden van de bedrijfsactiviteiten gedurende een bepaalde periode, kunnen deze overdrachten genieten van een verlaagd tarief van 3 procent erfbelasting, in plaats van de progressieve tarieven die tot 27 procent kunnen oplopen. Bij de aankoop van vastgoed kunnen vermogende gezinnen fiscale voordelen behalen door vastgoed aan te kopen via een vennootschap. Hierdoor kunnen aankoopkosten en intresten op kredieten integraal worden afgetrokken, en kan het vastgoed worden afgeschreven, wat leidt tot besparingen in de vennootschapsbelasting. Bovendien zijn er in Vlaanderen verlaagde tarieven voor registratiebelasting bij de aankoop van een enige en eigen gezinswoning. Sinds 1 januari 2025 bedraagt dit tarief 2 procent, wat aanzienlijk lager is dan het standaardtarief van 12 procent. Ten slotte kunnen vermogende gezinnen profiteren van vrijstellingen op meerwaardebelasting bij de verkoop van hun gezinswoning, op voorwaarde dat ze de woning minstens 12 maanden ononderbroken hebben bewoond.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?