Door de ogen van een kind... YouTube Defence for Children Palestina
Analyse - Al Haq Europe, Palestinian Human Rights Organisations Council,

Palestijnse organisaties veroordelen Belgische Resolutie over de hele lijn

De Belgische parlementaire resolutie over Gaza is niet onopgemerkt gebleven in Palestina. Een groep organisaties voor Palestijnse mensenrechten veroordeelt ze volledig. Hun analyse gaat nog veel verder dan de eigen analyse van DeWereldMorgen. “Deze resolutie verergert het onrecht nog, onder meer omdat ze het recht op zelfbeschikking en het recht op terugkeer van het Palestijnse volk ontkent. Dit is hoe een echte resolutie - of eerder het echte regeringsbeleid - er zou kunnen uitzien.

vrijdag 16 mei 2025 13:23
Spread the love

 

Terwijl Palestijnen over de hele wereld 77 jaar van een nog steeds doorgaande genocidale Nakba herdenken, zijn deze ondergetekende organisaties verbijsterd dat de politieke partijen van de huidige Belgische federale regeringscoalitie een ontwerpresolutie indienen bij het Belgische federale parlement die dit onrecht nog verergert door de fundamentele rechten van het Palestijnse volk te ondermijnen, waaronder het onvervreemdbare recht op zelfbeschikking en het recht op terugkeer.

Wij, als Palestijnse mensenrechten- en maatschappelijke organisaties, verwerpen deze resolutie ondubbelzinnig.

De resolutie, aangevoerd door de coalitie van N-VA (Nieuwe Vlaamse Alliantie – extreem rechts), MR (Franstalige Liberale Partij), Les Engagés (Franstalige Centrumpartij), CD&V (Vlaamse Christendemocraten) en Vooruit (Vlaamse Socialisten) is een zeer verontrustend politiek document.

Nakba van 1948 tot nu. Foto: Al Haq Europe

Het vertegenwoordigt een ongekende en regressieve verschuiving in het Belgische buitenlands beleid, die zowel het internationaal recht verkeerd toepast als de realiteit van Israëls koloniale apartheidsregime en onwettige oorlogszuchtige bezetting verdoezelt.

We waarschuwen dat België met dit standpunt een outsider wordt in Europa. Op 14 mei erkende de premier van Spanje, Pedro Sanchez, Israëls genocide op het Palestijnse volk. Nederland leidt derde landen die oproepen tot een herziening van het Associatieverdrag tussen de EU en Israël. De Franse president Emmanuel Macron bekritiseerde het “schandelijke gedrag” van Israël.

In december 2023 sprak Al Haq in de VN-Algemene Vergadering. UN Photo

Terwijl deze resolutie de regering lijkt op te roepen om bepaalde maatregelen te nemen – zoals steun aan het Internationaal Gerechtshof (ICJ), het Internationaal Strafhof (ICC), een verbod op producten uit de nederzettingen, een herziening van de associatieovereenkomst tussen de EU en Israël en voortzetting van de weliswaar voorwaardelijke steun aan UNRWA – zijn dit geen nieuwe verbintenissen.

Het zijn reeds lang bestaande engagementen van de Belgische staat onder het internationaal recht en tegenover het Palestijnse volk. Hun oplijsting kan het feit niet verhullen dat deze resolutie Palestijnse rechten fundamenteel afhankelijk maakt van ongegronde voorwaarden en gevaarlijke politieke precedenten schept.

Onze grootste zorg is de ontkenning van de fundamentele en onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk: het recht op zelfbeschikking en het recht op terugkeer. Deze rechten zijn vastgelegd in het internationaal recht, waaronder het VN-Handvest en talloze VN-resoluties, en worden erkend door het Internationaal Gerechtshof. Ze zijn niet voorwaardelijk. Ze kunnen niet weg onderhandeld worden.

Dagelijkse realiteit. Bezettingssoldaten beschermen een woning die door illegale koloniale settlers werd gesloten van de Palestijnse eigenaars. Foto: Al Haq Europe

Bovenop dit alles stelt deze ontwerpresolutie als voorwaarde voor de erkenning van een Palestijnse staat een reeks zeer problematische eisen, zoals “het tegengaan van het aanzetten tot geweld in scholen, officiële mediakanalen en religieuze prediking”. Dit is een standpunt dat het recht ondermijnt van Palestijnen op onderwijs omdat het Israëlische inmenging in het Palestijnse schoolcurriculum toestaat.

Verder staat er in “stopzetting van indirecte en directe financiële compensatie aan de families” van Palestijnen die gevangen zitten onder het apartheidsregime van Israël. Dit is een misdaad van collectieve bestraffing die verboden is onder internationaal recht.

Deze voorwaarden zijn slechts enkele van de vele voorwaarden die het recht op zelfbeschikking in de resolutie uithollen. Hierdoor wordt dat recht in feite op de onderhandelingstafel gelegd. Zo worden gegarandeerde en onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk volledig genegeerd. Dit recht is echter een absoluut en finaal onderdeel van het internationaal recht, waarvan in geen enkel geval mag worden afgeweken of worden ontkend.

Op 22 augustus 2022 spraken we met Shawan Jabari, directeur van Al Haq, kort na de beslissing van het apartheidsregime om de Palestijnse organisaties voor mensenrechten als ‘terroristisch’ te criminaliseren (15:39, Engels, Nederlandstalige ondertitels):

Wij herbevestigen dat elke politieke oplossing gebaseerd moet zijn op de volledige verwezenlijking van het recht op zelfbeschikking en het recht op terugkeer van het Palestijnse volk. Elke politieke regeling die deze rechten ondermijnt, is daarom volkomen ongegrond.

Onze organisaties benadrukken dat daadwerkelijke vrede de vervulling van internationale rechten vereist, waaronder het onvervreemdbare recht op zelfbeschikking en terugkeer van het Palestijnse volk, en de ontmanteling van Israëls apartheidsregime aan beide zijden van de Groene Lijn (de demarcatielijn die werd vastgelegd in de wapenstilstand van 1949, nvdr).

Deze resolutie leidt de steun weg van Palestijnse maatschappelijke organisaties die in brede zin pleiten voor de uitoefening van dit onvervreemdbare recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk als één geheel, met inbegrip van alle Palestijnse vluchtelingen in de diaspora en ballingen, zonder hen de voorwaarde van een tweestatenaanpak op te leggen.

Wereldwijde solidariteit, o.a. van inheemse volkeren in de VS. Foto: addameer.org

Het aan hen opdringen van deze voorwaarde is een ongerechtvaardigde inbreuk op het collectieve recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking en een opzettelijke ondermijning van de noodzakelijke steun aan Palestijnse mensenrechten- en maatschappelijke organisaties die dagelijks directe en indirect worden bedreigd door het Israëlische apartheidsregime.

Bovendien vertoont de resolutie een ernstige politieke en juridische onevenwicht in haar behandeling van de voortdurende genocidale aanval van Israël op het Palestijnse volk. De resolutie bevat vage taal over een “disproportionele reactie” in Gaza.

Er staat geen enkele verwijzing is naar de vaststelling van het International Strafhof dat genocide waarschijnlijk is, evenmin een vermelding van oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid, en geen erkenning van de systematische aanvallen op burgers, hulpverleners, journalisten, ziekenhuizen, scholen en vluchtelingenkampen door de Israëlische strijdkrachten.

Protest tegen het koloniale systeem van administratieve aanhouding waarbij Palestijnen voor onbepaalde tijd worden gevangen gezet zonder enige beschuldiging van een misdrijf. Foto: addameer.org

Er staat niets in over Israëls massa-arrestaties, willekeurige detentie, marteling en mishandeling van Palestijnen, die in veel gevallen resulteert in hun dood tijdens hechtenis, waaronder artsen en medisch personeel, noch van Israëls herhaalde gedwongen massale verplaatsing van bijna twee miljoen Palestijnen in Gaza naar steeds kleiner wordende gebieden die ongeschikt zijn voor menselijke overleving, onder een totale belegering, hongersnood en meedogenloze bombardementen.

Dit is geen kwestie van “onevenredig gebruik van geweld”. Israël heeft inmiddels overvloedig bewijs geleverd, zowel in retoriek als in daden, van zijn intentie om Gaza en zijn bevolking te vernietigen om zijn koloniale plannen te dienen.

Israël heeft in het volle zicht genocide- en gruweldaden gepleegd, zoals gedocumenteerd door Palestijnse organisaties, internationale mensenrechtenorganisaties en in toenemende mate door de internationale juridische gemeenschap.

De familie Al Kilani werd volledig afgeslacht door het bezettingsleger in Beith Lahiya, Gaza ,op 21 juli 2014, negen jaar voor 7 oktober 2023. Foto: mezan.org

In het bijzonder presenteert deze resolutie een onjuiste beoordeling van de situatie in Gaza als ‘gebruik van geweld uit zelfverdediging onder Artikel 51 van het VN-Handvest’. Onze organisaties herinneren eraan dat Israël een bezettingsmacht is die het bezette Palestijnse gebied moet besturen volgens de wetten van een bezetting, in het bijzonder de wetten die zijn vastgelegd in de Haagse Verordeningen van 1907 en de Vierde Conventie van Genève van 1949.

De acties van gewapende groeperingen in Palestina vinden plaats in de context van een reeds decennialang bestaande en erkende militaire bezetting en vallen daarom onder de relevante regels van het internationaal humanitair recht en de internationale mensenrechtenwetgeving.

Zoals opgemerkt door het Internationaal Gerechtshof in zijn Wall Advisory Opinion van 2004, kan Israël zich niet beroepen op het recht op zelfverdediging krachtens Artikel 51 van het VN-Handvest voor het gebruik van geweld tegen gewapende groepen die geen staat zijn en kan het dit geweld niet rechtvaardigen op grondgebied dat het bezet houdt, wanneer deze daden niet kunnen worden toegeschreven aan een andere staat.

De bezetter wachtte tot journalist Hasan Marzouq Samour, presentator van Al Agsa Radio in Gaza, thuis bij zijn gezin was om hem te vermoorden, samen met zijn moeder, zijn vrouw, hun vier kinderen en het volledige gezin van zijn broer. Foto: pchrgaza.org

Onze organisaties herinneren aan de internationale verantwoordelijkheid om alle slachtoffers van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden te beschermen. We herinneren België eraan dat Palestina onderworpen is aan een Israëlische oorlogsbezetting en aan apartheid.

In tegenstelling tot Israël heeft Palestina geen leger, geen marine, geen luchtmacht, geen luchthavens en geen effectieve controle over zijn grondgebied en grenzen. Het is veeleer een jonge bevolking voornamelijk jonger dan 35 jaar, opgesloten achter muren, wachttorens en belegerd – een bevolking die door Israël systematisch gefragmenteerd en vernietigd wordt.

Hoewel de resolutie een aantal stappen bevat die tegemoet komen aan reeds lang bestaande eisen van de civiele maatschappij – zoals het differentiatiebeginsel[1] en steun voor internationale mechanismen van verantwoording – worden deze stappen volledig overschaduwd door de zeer problematische kern van de resolutie.

Door de ogen van een kind – Documentaire van Defence for Children Palestine (Aarabisch, Engelse ondertitels, 21:52)

Deze resolutie schept een gevaarlijk precedent in het Belgisch buitenlands beleid omdat ze het internationaal recht ondergeschikt maakt aan politiek.

Daarom roepen we alle Belgische politieke partijen op om deze resolutie in haar huidige vorm te verwerpen en een andere op te stellen in overleg met organisaties die het Palestijnse volk vertegenwoordigen.

We roepen tevens de Belgische civiele maatschappij op om pal te staan voor de Palestijnse rechten en zich te verzetten tegen deze politieke poging om onvervreemdbare Palestijnse rechten te laten ontsporen en de onderliggende oorzaken weg te vegen.

We roepen daarom op tot de herbevestiging van de verbintenissen van België tot het onverminderd uitvoeren van internationaal recht, met inbegrip van:

  • het recht op terugkeer voor alle Palestijnse vluchtelingen;
  • het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk als geheel;
  • de bescherming van het Palestijnse onderwijscurriculum tegen Israëlische inmenging, om de geschiedenis en de identiteit van het Palestijnse volk te bewaren;
  • een volledig wapenembargo tegen Israël en de ontmanteling van Israëlische kernwapens;
  • het verbieden van gevaarlijke kolonistenorganisaties die bijdragen aan internationale misdaden in Palestina, waaronder de Jewish Agency, het Joods Nationaal Fonds, Regavim en Elad;
  • het opzeggen van de Associatieovereenkomst tussen de EU en Israël vanwege de ernstige schendingen van het internationaal recht door Israël, op basis van Artikel 2, dat bepaalt dat de betrekkingen tussen de partijen “gebaseerd zijn op de eerbiediging van de mensenrechten”;
  • beëindiging van het Memorandum of Understanding[2] (MOU) van de EU met Israël voor de export van aardgas naar Europa, en alle gasdeals met Israël, waaronder gasinfrastructuur in de Exclusieve Economische Zone[3] (EEZ) van de staat Palestina, waaronder het gebruik van het Mari-B platform en pijpleidingen voor de kust van Gaza  en er op wijzen dat dit aardgas tevens de bouw van illegale koloniale nederzettingen financiert;
  • beëindiging van alle interconnectieprojecten voor elektricitiet met Israël, omdat dergelijke projecten direct verbonden zijn met de elektriciteitsvoorziening voor de illegale kolon,iale nederzettingen en de illegale bezetting en apartheid in stand houden, die de hoofdoorzaak is an het genocidale geweld.

Gerechtigheid is geen kwestie van politieke compromissen. Het is een zaak van wettelijke en morele verplichtingen.

We dringen er bij België op aan om de kant van gerechtigheid te kiezen.

 

Ondertekend,

Al-Haq Europe en de Palestinian Human Rights Organisations Council (PHROC)

De PHROC is de koepel die deze organisaties samenbrengt:

Addameer Prisoners’ Support and Human Rights Association

Aldameer Foundation for Human Rights

Al-Haq

Al Mezan Center for Human Rights

Palestinian Center for Human Rights

Defence for Children International Palestine Section

Ramallah Center for Human Rights Studies

Hurryyat – Center for Defense of Liberties and Human Rights

Jerusalem Center for Legal Aid and Human Rights Center

 

De originele Engelstalige verklaring vind je hier. Wanneer je naar deze organisaties googelt, let dan altijd goed op dat je niet wordt afgeleid naar fake pagina’s van NGO Monitor, een zionistisch propaganda-apparaat. Vertaling met een vertaalapp, nagelezen door Lode Vanoost (we raden overigens iedereen aan om AI-vertalingen altijd grondig na te lezen).

Notes (nvdr):

[1] Het internationaal erkende principe dat partijen in een gewapend conflict ten allen tijde een onderscheid moeten maken tussen burgerbevolking en strijders, tussen burgerobjecten en militaire objecten.

[2] Een MOU is een document waarin betrokken partijen hun gemeenschappelijke intenties vastleggen. Het is juridisch niet afdwingbaar omdat het geen verdragsstatus heeft, maar kan soms wel een voorafname zijn van een te onderhandelen verdrag.

[3] De EEZ is het deel van de zee voor de kust (in dit geval Gaza) waar de aanliggende staat exclusief over alle economische rechten beschikt, zoals de exploitatie van grondstoffen en het recht op visserij. Ze gaat in rechte lijn 370 km ver.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!