Waarom staan onze geschiedenisboeken vol met mannen?
Wat gebeurt er als je naar de geschiedenis kijkt vanuit het perspectief van de vrouw? Die vraag stelde Titiou Lecoq, een Franse journaliste, zich in haar boek Geschrapt, Uitgegomd, Gewist. Het antwoord is: een hele hoop.
Plots duiken er verhalen en figuren op die je nooit eerder was tegengekomen. Ken je bijvoorbeeld Brunehaut en Fredegonde, de twee invloedrijke Merovingische koninginnen? Of Catherine Bernard, de eerste vrouwelijke toneelschrijver die het stuk Brutus schreef — een beroemd werk dat na haar dood werd toegeëigend door een zekere Fontenelle, een man?
Ik ook niet. Maar als deze vrouwen niet actief uit de geschiedenis waren geschrapt, zouden onze geschiedenisboeken er waarschijnlijk heel anders uit hebben gezien. Hoe komt het dat vrouwen zo hardnekkig niet gehoord werden?
Dat vergt, volgens Lecoq, een actieve en constante inspanning. Het uitwissen van vrouwen, hun verhalen, prestaties en ervaringen kost namelijk een hoop moeite. En door de geschiedenis heen werden verschillende tactieken gebruikt.
In Geschrapt, Uitgegomd, Gewist vertelt Lecoq de geschiedenis door de ogen van de vrouw en ontrafelt ze de vele mythes en vooroordelen die haar onzichtbaar hebben gemaakt.Prehistorische vrouwen
Lecoq vertrekt haar boek vanuit de geschiedenislessen die ze op school kreeg. De prehistorie bestond in deze lessen voornamelijk uit mannen die de mens langzaam maar zeker de beschaving in sleepten. Zonder hun vindingrijke (jacht)voorwerpen, de ontdekking van het vuur en sociale vaardigheden zouden we nog steeds in grotten wonen, is het idee.
En de vrouwen? Die zorgden ook toen voor de kinderen en hielden zich bezig met licht werk, zoals het plukken en verzamelen van bessen. De jagers waren mannen, de verzamelaars vrouwen.
Ook vrouwen hebben bijgedragen aan de jacht
Maar wat blijkt, zo laat Lecoq zien, de realiteit is veel complexer. Net als nu, bestonden er ook in de prehistorie, een periode van zo’n 2,5 miljoen jaar, verschillende manieren van samenleven. Het enige wat we over die tijd zeker weten: ook toen hadden mensen (of mensachtigen) elkaar nodig en leefden ze in groepen.
Er zullen dus patriarchale, matriarchale en egalitaire samenlevingen zijn geweest. En ja, zo blijkt ook uit etnografisch onderzoek, ook vrouwen hebben bijgedragen aan de jacht. De prehistorie is niet eenvormig, en daarom heeft de vraag of vrouwen op jacht gingen “geen enkel nut”, stelt Lecoq.
Vooroordelen vertroebelen de geschiedenis
Als er in die periode van 2,5 miljoen jaar zo veel verschillende vormen van samenlevingen zijn geweest, waarom blijft het idee dat mannen jagers waren en vrouwen verzamelaars dan zo dominant? Het simpele antwoord: vooroordelen.
Hedendaagse vooroordelen bepalen hoe we de geschiedenis interpreteren. Omdat we heel weinig zeker weten over de prehistorie is het meeste giswerk, en dat laat veel ruimte over voor interpretaties.
Een vooroordeel wat onze verbeelding over de prehistorie vertroebelt, is dat verzamelen lichter werk zou zijn, en dus gedaan werd door het ‘zwakkere’ geslacht. Bessen en noten verzamelen kan immers ook met een kind aan de borst.
Nu weten we dat verzamelaars gemiddeld drie tot twintig kilometer per dag aflegden, en zeven tot vijftien kilo aan voedsel terugbrachten. Dat is “zeker niet minder vermoeiend dan de jacht”, concludeert Lecoq.
Daarnaast is het ook een vooroordeel dat moeders enkel voor hun eigen kinderen zouden zorgen, zoals we nu doen. Kinderen werden door de groep opgevoed, en zelfs borstvoeding kon worden overgenomen door andere vrouwen. Dus zowel de zorg voor kinderen als het jagen en verzamelen zal op verschillende manieren door de groep zijn georganiseerd.
Dat daar strenge genderrollen voor waren is een moderne interpretatie.
Venusbeeldjes
Vooringenomenheid heeft ons wel vaker op het verkeerde spoor gebracht als het gaat over onze verbeelding van de geschiedenis. Neem de zogenaamde Venusbeeldjes, kleine prehistorische figuurtjes van vrouwen met uitgesproken borsten en billen. Archeologen hebben er tientallen gevonden, verspreid over Europa en Azië, en toch: tot op vandaag weten we niet wat ze precies betekenden.
Waren het godinnen? Vruchtbaarheidssymbolen? Amuletten voor zwangere vrouwen? Of, zoals sommige (mannelijke) onderzoekers lang dachten: was het een soort prehistorisch porno?
Wat de beeldjes precies voorstellen, en wie ze maakte, kunnen we waarschijnlijk nooit met zekerheid weten. Maar misschien vertellen de Venusbeeldjes ons niet zozeer iets over de prehistorische mens, maar meer over onszelf.
Want heel lang is gedacht dat prehistorische kunst vooral door mannen werd gemaakt. Vandaar het idee dat het pornobeeldjes waren. Zulke interpretaties tonen vooral hoe wij in het heden — door een mannelijke bril — betekenis proberen te geven aan het verleden, maar geven ons geen werkelijk inzicht.
Het patriarchaat
Onze vooringenomenheid om de man als dominant te beschouwen, heeft ons idee van de prehistorie, en daarmee onze geschiedenisboeken, dus beïnvloed. Maar vanaf het moment dat de mens begon te schrijven, en we minder afhankelijk zijn van onze moderne interpretaties, gaat het niet per se beter.
Na de prehistorie krijgt het patriarchaat steeds meer de overhand, en wordt de invloed van vrouwen steeds meer gemarginaliseerd. Voor ons lijkt het patriarchaat misschien een onvermijdelijk kwaad, maar dat de geschiedenis zo is gelopen zegt niks over de aard van mannen of vrouwen.
"Het patriarchaat is per definitie een machtsstructuur die zo nodig al het andere onderdrukt”
In vergelijking met de prehistorie is het patriarchaat pas net komen kijken. Het bestaat nog maar een paar ‘historische seconden’, en is daarom geen bewijs dat het niet anders kan. Voor één mensenleven voelt het allesomvattend, maar in het grotere geheel is verandering onvermijdelijk.
De dominantie van het patriarchaat verklaart Lecoq door zijn verpletterende aard. “Vreedzaam samenleven is uitgesloten”, schrijft ze. “Het is per definitie een machtsstructuur die zo nodig al het andere onderdrukt”.
En dat hebben de vrouwen, en alle andere minderheden, geweten.
Selectief geheugen
De onderdrukking van vrouwen gaat niet altijd gepaard met geweld, het is ook gegrond in de vele vooroordelen en verhalen die we hebben over mannen en vrouwen. Ons selectieve geheugen speelt hier een belangrijke rol in. De verhalen die we blijven vertellen zijn namelijk geen neutrale weerspiegeling van het verleden, maar het resultaat van keuzes. En die keuzes, door alle tijdperken heen, blijken opvallend vaak nadelig voor vrouwen.
Zo beschrijft Lecoq een initiatieritueel voor meisjes in het oude Athene. Adellijke meisjes werden naar het heiligdom van Artemis gebracht, godin van de jacht en de natuur, waar ze zich moesten verkleden als wilde beren. De symboliek? Maagdelijke meisjes hadden een bepaalde wildheid in zich die getemd moest worden om vrouw te kunnen worden.
“We hebben alleen die mythes bewaard die ons bevielen”
“Is het niet bevrijdend”, vraagt Lecoq zich af, “om in onze verbeelding meisjes opnieuw te associëren met onstuimige wildheid?”
Zulke rituelen bestonden dus, maar ze zijn nauwelijks blijven hangen in ons collectieve geheugen. In plaats daarvan vertellen we veel vaker de verhalen van jongens die de overgang naar hun mannelijkheid moesten bewijzen door te jagen en te overleven.
“We hebben alleen die mythes bewaard die ons bevielen”, stelt Lecoq dan ook.
Vrouwelijke troubadours
Als wij ons de Middeleeuwen inbeelden, dan denken de meesten toch aan ridders, kruisvaarders en koningen. Of wellicht edelsmeden, en andere ambachtslieden. Vaak uitgebeeld als robuuste mannen, domineren zij het verhaal van de Middeleeuwen.
Als vrouwen in deze verhalen aanwezig zijn, dan is het vooral als jonkvrouw, prinses of heks. Ze zit dus ofwel in haar torenkamer te wachten op een minnaar, of ze maakt duivelse brouwsels in het bos.
In de Middeleeuwen leefden vrouwen niet opgesloten in torens, ze droegen bij aan de samenleving
Wat we niet vaak horen, is dat vrouwen in de Middeleeuwen, net als nu, eigenlijk overal aanwezig waren. Sommige beroepen werden meer gedomineerd door mannen dan vrouwen, maar in de praktijk konden vrouwen vrijwel elk vakgebied betreden.
Natuurlijk speelde afkomst een grote rol. Het leven van een boerin op het platteland zag er heel anders uit dan dat van een stadsburgeres of een edelvrouw. Maar ondanks onze vooroordelen stelt Lecoq: “Ze leefden niet opgesloten in torens, bewaakt door draken. Ze droegen bij aan de samenleving.”
Zo waren er vrouwelijke troubadours die poëzie schreven in het Occitaans. Vrouwen die als bouwvakkers hielpen aan de kathedralen en kastelen die we nu als erfgoed koesteren. Maar ook vrouwelijke artsen, edelsmeden, en natuurlijk koninginnen zoals Brunehaut die de troon overnamen wanneer er geen mannelijke troonopvolger was.
Groeiend seksisme
Te midden van deze relatieve vrijheid in de Middeleeuwen, groeide er ook steeds meer haat en angst richting vrouwen. Lecoq schrijft dat dit deels te wijten is aan de universiteiten, waar alleen klerken en geestelijken, en dus uitsluitend mannen, onderwijs konden volgen. Dankzij hun scholing verwierven zij steeds meer invloed in de kerk en de staat.
Diezelfde ‘geleerde’ mannen uitten een verontrustend gehalte aan seksisme. Zo schreef abt Odo van Cluny: “De schoonheid van vrouwen gaat niet verder dan de huid. Als mannen zagen wat eronder zit, zouden ze braakneigingen krijgen."
In het intellectuele discours werden vrouwen veel vergeleken met dierlijke wezens die onder controle moesten worden gehouden. In volledige tegenstelling tot nu, geloofden ze dat vrouwen hun seksuele driften niet onder controle hadden: “Vrouwen waren handtastelijk, onbevredigbaar en continu hitsig”, schrijft Lecoq.
Heksen
Door de uitsluiting van vrouwen in universiteiten, domineerden mannen het discours. En mede hierdoor groeien valse mythes over vrouwen als onkruid in de samenleving.
Zo leidde het idee dat vrouwen een ontembare seksualiteit hadden in de Middeleeuwen tot de beruchte heksenvervolgingen. Hun onbeheersbare seksualiteit zou er namelijk voor zorgen dat vrouwen zich aangetrokken voelden tot de duivel, wat hen altijd een potentieel gevaar maakte.
Als we dat vergelijken met nu, een samenleving waarin zulke seksualiteit eerder toegeschreven wordt aan mannen, zien we geen grootschalige vervolgingen. In plaats daarvan horen we eerder uitspraken als: boys will be boys.
Deze verschuiving laat duidelijk zien dat mythes geen waarheid zijn, maar middelen van macht. Want wie zulke verhalen bepaalt, kan de wereld naar zijn hand zetten.
De ‘Verlichting’
Wie dacht dat de Verlichting wellicht opheldering zou verschaffen voor de kwaadaardige illusies over vrouwen in de Middeleeuwen moet Lecoq helaas teleurstellen. Want ondanks dat deze periode wordt beschouwd als een tijd van intellectuele ontplooiing en vooruitgang, stelt Lecoq terecht de vraag: “Vooruitgang voor wie?”
Waar vrouwen in de Middeleeuwen nog gezien werden als een soort ‘mislukte’ mannen, kregen de vrouwen tijdens de Verlichting hun eigen lichaam. Dankzij meer wetenschappelijke kennis over het menselijk lichaam, begrepen geleerden dat vrouwen een ander lichaam hadden dan mannen.
Hierdoor ontstond de neiging om alles te verklaren op basis van biologische verschillen. Voor het eerst, en met verstrekkende gevolgen, wordt de vrouw omwille van haar baarmoeder aan de haard gekluisterd. “Ons lichaam heeft ons voorbestemd tot keuken, kleren en kinderen”, zo was het idee, schrijft Lecoq.
“Ons lichaam heeft ons voorbestemd tot keuken, kleren en kinderen”
Vanwege de gedachte dat vrouwen van nature minder intellectueel en rationeel zijn dan mannen, werd het onnodig geacht hen toe te laten tot universitaire studies. Ook na de Franse Revolutie, die vrijheid en gelijkheid predikte, werden vrouwen nog altijd buitengesloten van volwaardig burgerschap.
Hierna duurde het nog eens twee eeuwen, tot 1985, voordat de eerste vrouwelijke wisselagente de beurs in Frankrijk mocht binnenstappen. Allemaal gebaseerd op het idee dat de vrouw 'natuurlijk' minder intelligent is dan de man.
Ondanks dit alles hadden “de filosofen van de verlichting totaal niet het gevoel dat ze de helft van de wereldbevolking discrimineerden: ze respecteerden de natuur en haar wetten en die kwamen wonderwel overeen met hun politieke overtuigingen”, schrijft Lecoq.
Vechten tegen de vergetelheid
Ondanks al deze hardnekkige mythes hebben vrouwen altijd geschreven, gerebelleerd en simpelweg bijgedragen aan de geschiedenis. Ze namen posities in die hen met een volgende mythe vaak weer werden afgenomen. Lecoq laat daarmee de complexiteit van de geschiedenis zien en dwingt onze simpele overtuigingen over mannen en vrouwen te laten varen.Dus, aan iedereen die de geschiedenis doorspit op zoek naar aanwijzingen over hoe mannen en vrouwen naast elkaar ‘horen’ te leven: die bestaan niet. Het zijn niet de natuur of onze voorouders die ons vertellen hoe we ons moeten kleden of gedragen. We kunnen en zullen dit altijd zelf vormgeven.
Die zelfbeschikking, die niks met de natuur te maken heeft, zullen sommigen wellicht als een beperking ervaren, want er zal niet één antwoord klaarstaan. Voor vrouwen betekent het waarschijnlijk een bevrijding.
Laten we daarom de heldhaftige verhalen van vrouwen met ons meenemen als aandenken dat we er altijd zijn geweest. En de mythes? Die mogen in het verleden blijven.
Geschrapt, Uitgegomd, Gewist. Titiou Lecoq. Uitgeverij EPO, 2025. 9789462675261.
Het boek is onder andere verkrijgbaar bij De Groene Waterman.