Pasen. Goed en kwaad face to face bij de Minnebron in het Meerdaalbos

Afbeelding

Het is Pasen. Onlangs kwam ik na precies tien kilometer fietsen aan in het bos, bij de Minnebron. Ik ga er al zitten en met mensen praten sinds zeker dertig jaar. Er was een man bezig water te tappen in tien liter-canisters. Geregeld komen hier koppels honderd liter of meer bronwater halen, die rage neem ik waar sinds een jaar of twintig. Zelf vulde ik mijn drinkbus met lederen foedraal met afbeelding van een rendier uit Canada, en tussen twee slokken door komen we tot gesprek. Er kwam niemand langs in de volgende tien minuten. "Neemt u geen water? "Ja! Ik vul mijn drinkbus, dat is mij genoeg!", zeg ik met een knipoog op een tikje uitdagende toon. De man knikt en produceert een flauwe glimlach. "Geef toe, dit is een goede plek om op adem te komen, en het water is een goed excuus om hiernaartoe te komen. Deze bron in het bos geeft rust. En de tocht hierheen!... In het bijzonder in deze tijden van onrust op het wereldtoneel...!" De man knikt weer en zijn gezicht vertoont een uitdrukking van lichte verrassing en van begrip. "Ha, dat is juist, ge zegt het. En, hoe zijt ge gekomen? "Met de fiets! De elektrische fiets, weliswaar, ik ben van 1962!" De man in donkerblauwe trui kijkt nu kort naar me met een blik waarin interesse, respect nauw merkbaar is, en met ogen die nadenken, terwijl hij zijn grote kunststof flessen verder vult, de laatste drie, en ze naast me op de oude massieve houten bank neer komt zetten."Inderdaad, zo is het," zegde hij op bescheiden, openhartige toon. Ik kom zelf uit Brussel".

Tijdens het daarop volgende kwartier geef ik die man van een jaar of vijfenveertig duiding bij analyses die hij zich pogend maakt en antwoorden bied ik vlot een na een op een aantal vragen waar hij kennelijk mee worstelt.Vooroordelen over Joden die in vele machtige posities ongemerkt invloed zouden uitoefenen.Kwakkelende conclusies over de immense schaal van de uitroeiing van de Joden in de kampen, hij stond sceptisch, hoewel hij die kampen en de ovens zelf had bezocht en daar bij had staan nadenken.

___

Heel wat denkwerk had de man met kastanjebruin krullend haar en slank lichaam kennelijk al verricht, maar tot veel onjuiste conclusies was hij gekomen, ongetwijfeld door gebrek aan kennis, aan vorming, door onwetendheid. Maar hij kenmerkte zich ook door grote gretigheid om te weten en te begrijpen, en hij liet zich gezeggen. "Hij was goed van aannemen" zoals de mensen het al generaties zeggen hier in de provincie Brabant, boven de taalgrens, die juist door dit dichte bos is ontstaan en gebleven. Vanaf Meerdaalwoud begint de invloedssfeer van Rome, de Romeinen, de Latijnse cultuur, erboven worden Germaanse talen gesproken, nu al tweeduizend jaar.

Toen de waterputter de nazikampen en de zes miljoen doden leek te minimaliseren, blijkbaar in een denkbocht geschapen uit sympathie voor de Palestijnse burgers die momenteel massaal worden gedood, zeg ik rustig maar duidelijk en beslist : "Ge moet de nazi's niet verdedigen!" De man met de auto vol water gaat daar onmiddellijk mee akkoord. Geen kapsones. Iemand die zijn ongelijk zonder moeite toe kan geven.

Het gesprek gaat verder. Ik krijg de indruk te maken te hebben met een gewone man , een streekgenoot die geen hogere vorming genoot, maar die zich vragen stelt bij de mens, de wereld en de tijden, en die blij is onverwacht op een stille plek ongedwongen in gesprek met een geleerde te kunnen gaan. Vragen te kunnen stellen aan een historicus die van vele markten thuis is en bereid is zijn eigen antwoorden spontaan in de balans te leggen met die van de andere. Een zeldzame eigenschap bij veel academici, die zich het liefst uiten in de heel kleine kring van gelijken.

Een tijdje terug hebben de Vlaamse Rectoren toen ze deze lacune in het maatschappelijk debat opmerkten, samen initiatief genomen om de professoren meer bij dat debat te betrekken. Op sociale media blijft de input van geleerden intussen beperkt, armoe blijft nog een beetje troef. Hoewel ik met mijn open, doordachte en wat langere beschouwingen al lang niet meer alleen sta op Facebook. Dat soort manifestatie en affirmaties lijkt zeer 'besmettelijk' zoals ik intuïtief had gehoopt. Ik hoor minder en minder intellectuele vrienden de ontwijkende uitspraak formuleren "Sociale Media, dat is niet de plaats voor serieus debat". Het aantal eerder diepzinnige analyses en het aantal doordachte reacties daarop lijkt elke week toe te nemen. Dat doet mij plezier. Andere volkeren, zoals de Russen of Afrikanen, houden passioneel van samen filosoferen of palaveren, voor de vuist samen nadenken over actuele uitdagingen in het dorp of in de wereld. Nederlanders zijn ook beslist heel wat mondiger en taalvaardiger. Vlamingen lijken in elk geval aan een inhaalbeweging bezig. Nog maar ruim tien jaar terug bleven de meesten stom als iemand een debat wilde lanceren; het Vlaams voor de Duitse uitdrukking "meiner Meinung nach..." leek nog niet te zijn uitgevonden. Intussen, wellicht gewoon door de komst van elektronische massamedia waar het "schrijfgesprek" mogelijk werd, heeft iedereen kennelijk een mening over alles. Nu valt te hopen dat ook minder ontwikkelde mensen vatten dat een mening vatbaar hoort te blijven voor bijsturing. Het is liefst geen deksel op de schelp waarin je je terugtrekt.

Een laatste opmerking die de waterman maakt (hij volgt mij naar de dreef als ik opsta van bij de bron met de woorden "Ik ga verder!"), betreft een poging een inschatting te maken van Volodimir Zelensky, de Oekraïense president. "Dat is toch een komisch acteur...? Geweest?" probeert hij suggestief. Ik heb zelf grote waardering en eerbied voor die president in oorlogstijd, en ik meen in een flits een idee te vinden waarmee ik het onbegrip bij de man wellicht kon keren. Ik geef de reiziger ten afscheid een schouderklopje, en zeg:

"Wel, dat hoeft geen probleem te zijn! Luister, er is een uitdrukking die zegt:

"Zeg nooit dat een Man geen goed Sergeant zal zijn, VOOR hij zijn drie strepen heeft ontvangen!"

"Met andere woorden: "De Functie maakt de mens!""

Zoals bij de vorige replieken die ik afvuurde, geeft de man teken de stelling te begrijpen, en het inzicht te waarderen. Wij wisselen wensen uit ten afscheid, "Nog een fijne dag!"

Ik maak het fietsslot los, zet de fiets in versnelling en zwaai mij in het zadel, de heuvel op. Ik voel mij tevreden; blij met de zonnige dag, met het natuur-contact in het bos, waar de bomen hun eerste bladeren schuiven, en voldaan bij het intense, rustige intellectuele contact met een zoekende tijdgenoot en landgenoot. Die ik kennelijk mocht inzichten bijbrengen. Ik bedenk: wat is een face to face-ontmoeting toch een sterk format. Wellicht heb ik deze man heel anders doen denken over onderwerpen die hem bezig hielden, en dat op nauwelijks twintig minuten! Terwijl op sociale media de impact van je woorden wellicht veel beperkter blijft. Een werk waar we honderden, duizenden uren in steken via diverse fora.

Ik moet misschien, zo bedenk ik, meer situaties opzoeken waarin ik mijn kennis en doorzicht kan delen tijdens een live ontmoeting; terwijl we elkaar in de ogen kijken, in een context waarin de vraagsteller de beslistheid in mijn stem kan horen in al haar tonaliteit, en de lichaamstaal waarneemt. Waar de gesprekspartner, zoals hier alleen met ons tweetjes op een verlaten plek, door die omstandigheden wéét en aanvoelt dat je meent wat je woorden uitdrukken. Voelt en beseft dat je niet aan grootspraak doet, zoals kletsmajoors op internet. Het is goed communiceren in een situatie waar je aldus ook meteen duidelijk maakt,

"ZO is het! Daar sta ik voor, daar sta ik garant voor. Als wetenschapper en door de wol geverfde denker over mens en wereld. Als je het niet met me eens bent, geef me dan maar stante pede een oorvijg of zo. Ik zal niet vluchten."

Tegelijk weet ik na twee seconden doordenken: ik laat mij daarin niet opjagen. Ik ga niet zoals anderen vertellingen op YouTube brengen, terwijl ik onbekende, onzichtbare kijkers viseer met de blik gericht op een onpersoonlijke frontlens van een videocamera.

Ja, ik ben en blijf een overtuigd en doorleefd adept van "La petite bonté". Dat fascinerende concept van de Joods-Franse ethicus en filosoof Emmanuel Levinas en van schrijver en oorlogscorrespondent Vasily Grossman. Fan dus van het beoefenen van vormen van een Goedheid... die volkomen machteloos is en blijft. En daardoor juist bere-sterk is, telkens opnieuw doorheen geheel de menselijke reis door de tijd. Zo valt te hopen.

Dat inzicht rijpt met kracht, ook juist na de betreffende brontekst bij Grossman te lezen enkele uren voor dit moment. Een bladzijde of vijf met een gigantische impact op het denken van de tijdgenoot. Van Levinas tot publiek dokter Dirk De Wachter en vooraanstaand christelijk denker professor Roger Burggraeve. Te vinden in Leven en Lot, van pagina 407 tot pagina 415.

Vrouwen, leden van drie verenigde parochies in de viering van Paaszaterdagavond te Lutselus,
steken hun licht op aan de eerbiedwaardige Paschalis.
Ander beeld: schilderij van een 'clairière', een open plek in het bos door Narcisse Diaz de la Paz, een lid van de school van Barbizon (19de eeuw), Flickr.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?