Lee aquí el artículo en español.
Het begon met een tas van 23 kilo — een Maleta Solidaria, een ‘solidaire koffer’. Gevuld met injectiespuitjes, mondkapjes en andere medische spullen. Spullen waar in Cuba grote tekorten aan zijn, veroorzaakt door de Amerikaanse blokkade.
De Maleta Solidaria is een initiatief van Cubaanse vrouwen die hier al lange tijd wonen. Vanuit België zijn ze begonnen met het organiseren van hulp, door reizigers aan te moedigen een maleta mee te nemen — een tas die zij zelf vullen met medische benodigdheden en andere broodnodige goederen.
Ik was nog nooit in Cuba geweest, en bij aankomst keek ik mijn ogen uit. Het verouderde vliegveld en de ‘vintage’ uniformen van het personeel ademden een sfeer van vervlogen tijden. Alsof we een stukje terug in de tijd waren gevlogen.
In een oldtimer werd ik opgehaald door Noel, de neef van de maleta solidaria inifiatiefnemer, en nu bromden we over de lege wegen Havana in. De Maleta Solidaria in de achterbak.

s
Cuba heeft het zwaar
Cuba heeft het zwaar. Het land zucht onder de Amerikaanse blokkade, die al sinds 1962 van kracht is, en die aan de basis ligt van talloze tekorten: voedsel, medische benodigdheden, olie (en dus ook elektriciteit en vervoer), en nog veel meer.
Toerisme was ooit een belangrijke bron van inkomsten, maar sinds de coronapandemie zijn veel van die toeristen weggebleven.
De inflatie is torenhoog. Voedsel is duur. Het minimumloon bedraagt z’on 2.000 pesos, terwijl een pakje crackers soms al 200 pesos kost. Rondkomen is iets geworden waar iedereen elke dag mee bezig is: mensen zijn voortdurend op zoek naar ingrediënten om een maaltijd bij elkaar te scharrelen, en naar manieren om wat extra geld te verdienen.
De situatie in Cuba kan uitzichtloos worden
Zo kan een situatie uitzichtloos worden, vertelt Fabio, een jongen die ik onderweg ontmoette. Hij is fulltime student journalistiek en werkt daarnaast fulltime op de communicatieafdeling van Telesur, een Latijns-Amerikaanse nieuwszender.
“De revolutie wordt zo voor veel jongeren een ver verhaal”, vertelt hij. Een verhaal waarvan ze de voordelen nooit echt bewust hebben meegemaakt. Sommigen beginnen dan van andere verhalen te dromen, die ze op sociale media tegenkomen. “Sommigen geloven zelfs dat de blokkade niet eens bestaat”, hij schudt zijn hoofd.
“Maar de meesten staan achter de revolutie en houden van Cuba”, zegt hij. “Ik ook. Maar als een situatie zo uitzichtloos is …” — hij zucht — “zie ik mezelf ook naar het buitenland vertrekken, naar een andere toekomst”.
Project Vida
Maar te midden van die harde realiteit schuilt ook veel veerkracht en creativiteit, gedragen door samenwerking — iets wat ik later zelf van dichtbij zou ervaren.
Niet toevallig is Cuba een samenleving die draait om het collectief: van gratis gezondheidszorg en onderwijs tot wijkcomités en vakbonden met een breed gedragen achterban. Het zorgen voor elkaar zit diep verankerd in het systeem.
Dat werd duidelijk op de dag dat Noel en ik, nadat we de helft van mijn maleta hadden afgeleverd bij een ziekenhuis, richting een buitenwijk van Havana reden.

Ziekenhuis Arturo Aballí
Los Pinos is een wijk die, zo werd mij verteld, met allerlei problemen kampt: kinderen uit gebroken gezinnen, ouders die in het buitenland werken, jongeren die het nut van studeren — hoewel het gratis is — niet meer inzien.
De huizen waren vervallen, jongeren hingen op straat. Jonge meiden met grote tatoeages leunden tegen muren. Maar midden in die wijk vonden we een soort paradijs. Gekleurde muren omringden een weelderige tuin. Het was Project Vida, opgezet door Natalia en haar dochter, die ook Vida heet.
Natalia vertelde me hoe ze vijftien jaar geleden een droom had: eten op tafel krijgen voor kinderen. Samen met andere vrouwen begon ze die droom waar te maken. Ze toverden een oude stortplaats om tot een levendige tuin vol bananen- en andere fruitbomen, yuca, groenteplanten en medicinale kruiden.
En daarmee probeert project Vida anderen te inspireren — door zaadjes en kennis te delen. Zo komen er klasjes kinderen langs om te leren over planten — hoe die groeien zonder chemicaliën — over recycling, en organiseert Natalia workshops voor de buurt, en nog veel meer.

Project Vida: Natalia (links), Vida (rechts)
Tijdens een wandeling door de wijk wijst ze om zich heen. Hoe beter ik kijk, hoe meer bananenbomen ik zie opduiken in achtertuinen, tussen hekken, zelfs bij flatgebouwen waar mensen op een paar vierkante meter hun eigen tuintje zijn begonnen.
Al lopend begin ik te beseffen dat het project om veel meer draait dan alleen natuur. Natalia kent iedereen, groet iedereen — de hangende pubers op straat, de oudjes in hun tuin. Als een soort moeder van de wijk beweegt ze zich door de straten en wordt duidelijk: Project Vida gaat niet alleen over voedsel, of over de relatie met de natuur, maar vooral over de relatie met elkaar. Het gaat over samenzijn.
Project Vida gaat niet alleen over de relatie met de natuur, maar vooral over de relatie met elkaar
Terug bij het huis druppelen steeds meer mensen uit de buurt binnen. Het is Vrouwendag, en dat wordt gevierd met taart. Elke vrouw wordt gefeliciteerd. De andere helft van de maleta wordt uitgepakt — met blijdschap ontvangen ze het nieuwe tuingereedschap.
Buiten heeft iemand een gettoblaster aangezet. Een vrouw begint ervoor te dansen, haar armen bewegen in grote, luchtige gebaren op het ritme van de muziek. De buren zetten een tafel buiten en beginnen een spel dat lijkt op mahjong.
In de schemering rijden we terug. Het wordt donkerder en donkerder en donkerder … tot de straten zwart kleuren. “Ah, de stroom is uitgevallen”, zegt Noel. “Ik hoop dat hij snel weer aangaat, want ik moet nog koken.”

Los Pinos
Thuisgevoel
Ik ben weer terug in mijn casa particular in de wijk Cerro. Samen met Noly, de vrouw die de casa beheert en waarmee ik het goed kan vinden, wandel ik een rondje door de buurt. Ze laat me zien waar ik eten kan kopen — en vooral hoe duur alles is. In een staatswinkel, waar je alleen met euro’s of dollars kunt betalen, wijst ze de prijzen aan. “Duur, hè”, zegt ze zacht.
Ze koopt een enorme bak chocolade-ijs, en we brengen een beetje langs bij haar moeder, die ook in de buurt woont. Daarna stoppen we bij de buren in de galerij van het flatgebouw waar de casa particular zich bevindt. Daar staan de voordeuren altijd open, en is het heel normaal om zomaar even binnen te stappen — om een beetje ijs te komen brengen bijvoorbeeld.
En zo moest ik mezelf erop betrappen hoe erg ik me hier al thuis voelde in Havana. En veilig. Ik ben in andere Latijns-Amerikaanse landen geweest, in andere hoofdsteden. Voor mij betekende veiligheid daar: een hek om het huis, een bewaker aan de poort. Hier waren het de mensen, de buren, en Noly die mij dit gevoel gaven.

x
Die avond viel weer de stroom uit. Dit keer in heel Cuba. Ik zou iets gaan drinken met een vriend en had me al helemaal klaargemaakt, toen de lichten begonnen te knipperen, mijn bereik verdween en alles ineens donker werd. Voor het eerst deed ik mijn voordeur maar open — net als de rest van de bewoners — om een beetje licht mee te pikken van de zonne-oplaadbare lamp bij de buren.
Na een tijdje liep mijn buurvrouw Vivian binnen, die ik al kende. Zonder iets te zeggen begon ze emmers te vullen, mijn afwas te doen, en stak een kaars voor me aan. “Zo”, zei ze. “Vorige keer duurde het vier dagen, en uiteindelijk zal het water het ook niet meer doen.” Ze lachte. “Welkom in Cuba.”
In de dagen daarna, zonder stroom — en met mijn voordeur open — begon me op te vallen welke rol Vivian eigenlijk speelde in de flat. Vivian was het hart van de flat. Ik had al vaker buren op haar bank zien zitten, kijkend naar de televisie. Maar nu viel me op dat werkelijk iedereen bij haar langskwam — om te zitten, te praten, en een beetje licht te delen.
Viñales
Mijn laatste dagen bracht ik door in de groene regio Viñales, waar ik logeerde bij een jonge boerin met haar gezin die een kamertje verhuurde aan toeristen. De rest van de tijd werkte ze vooral op het land.
Ze had een enorm stuk grond, dat ze samen met haar familie bewerkte. Die woonden in huisjes wat verderop. Zelf was ze hier geboren, en ze wilde hier nooit meer weg.
Ze gaf me een rondleiding — langs rijstvelden, koffieplanten, bananen- en guayababomen, groentebedden en een apotheek vol medicinale planten. Ik vroeg of ze er ook iets van verkocht. Ze schudde haar hoofd. “Voor de familie”, zei ze. “En soms om te ruilen.”
Sinds wanneer zijn wij zó afhankelijk geworden van spullen, van steeds meer willen?
Er was iets aan haar dat me raakte. De lach op haar gezicht. De rust die ze uitstraalde. Ik zag haar als rijk — daar, samen met haar familie. Natuurlijk omdat ze haar eigen voedsel laat groeien, in een land waar eten duur is. Natuurlijk omdat, als de stroom weereens uitvalt, zij gewoon buiten kan koken op een soort barbecue. Maar het ging om meer dan dat.
Ik dacht aan thuis en vroeg me af sinds wanneer wij eigenlijk zó afhankelijk zijn geworden van stroom, van spullen, van steeds meer willen? Terwijl tevredenheid bijna een onbekend gevoel is geworden.
Ik vroeg me af waarom we steeds verder uit elkaar zijn gaan wonen, en we alles maar alleen ‘moeten’ dragen. Juist terwijl het leven steeds drukker wordt, en de verwachtingen hoger.
En dat dat leven dan ‘normaal’ kan heten.

f
Communisme en dictatuur
Sinds ik terug ben uit Cuba, kan ik er niet over ophouden en vertel ik er overal over. Op elk feestje, op elk familiebezoek. Maar ik hoor telkens dezelfde vooroordelen. “Cuba? Communisme. Dictatuur.” Grote woorden over systemen die mensen zelden echt begrijpen, maar die ze zo vaak hebben gehoord, dat ze wellicht als waarheid zijn gaan klinken.
Toch luisteren ze, naar de verhalen die ik vertel over de mensen. Over de dokters in het ziekenhuis: allemaal hoogopgeleid dankzij gratis onderwijs, voldoende personeel — maar zonder middelen.
Cuba? Communisme, dictatuur
Over Noly, die me vertelde hoe moeilijk ze het heeft om rond te komen, en hoe ze medicijnen nodig heeft voor al haar hernia’s. Over hoe ik haar thuis bezocht: drie verdiepingen, een groot terras. En ik tegen haar zei: “Noly, zo’n huis zou ik nooit kunnen kopen.”
Ik vertelde dat ik überhaupt geen huis kan kopen in de stad waar ik vandaan kom — Amsterdam. En dat een huis kopen bij ons sowieso steeds moeilijker wordt. Ze lachte om mijn verbaasde gezicht. “De wereld op z’n kop.”

s
Gewone armoede en moeilijke armoede
“Vond je de armoede niet moeilijk om te zien?”, vroegen mensen me toen ik terugkwam. En ik vroeg me af waarom mensen me dát nu ineens wél vroegen – en niet na andere reizen, naar wat we ‘ontwikkelingslanden’ noemen.
Wat maakt de armoede in bijvoorbeeld Colombia anders? Een land waar armoede onmiskenbaar aanwezig is, maar waar je als toerist makkelijk een reis kunt maken zonder er veel van te merken – als je dat niet wilt. Of neem Brussel, waar ik op weg naar mijn werk dagelijks tien daklozen tegenkom, maar die ik ook snel voorbij zou kunnen stappen.
Onze comfortabele, rijke bubbel — waarin alles ‘is zoals het is’
Die armoede is makkelijker te negeren. Net als de oorzaken ervan. Want armoede is ongemakkelijk. Het confronteert. En dus kijken we liever weg, blijven we liever in onze comfortabele, rijke bubbel — waarin alles ‘is zoals het is’, zonder dat we ons afvragen waarom.
Waar die rijkdom op gebouwd is? Dat vergeten we liever. Waar ongelijkheid vandaan komt? Ach, dat hoort er toch ‘gewoon’ bij.
En voor we het weten, leven we in een land waar uitbuiting en ongelijkheid als normaal worden gezien — en waar solidariteit, of het idee van een socialistischere samenleving, als iets vreemds of zelfs gevaarlijks wordt beschouwd.
Het was juist die samenleving die mij zo fascineerde. Een wereld die we zelden écht proberen te begrijpen — maar waar we, als we bereid zijn echt te kijken, nog zoveel van kunnen leren.
P.S
Mocht je zelf naar Cuba gaan. Neem een Maleta Solidaria mee!
Contacteer: ylarrinaga@yahoo.com; 0479 10 87 62.
Help project Vida! Natalia: “Of je nu als vrijwilliger komt, werkt aan een master- of doctoraatsproject, of simpelweg kennis wilt uitwisselen — bij Project Vida ben je van harte welkom. We ontvangen je met open armen.”
+5358467120 o +5358467119, kintananatalia624@gmail.com.
En verblijf in Havana bij de allerliefste vrouw Noly, die het allerlekkerste ontbijt en eten klaarmaakt! +53 5 2961390

Ik en Noly