In onze tijd heeft "vooruit gaan" (voorlopig nog) een zeer positieve klank. Dat het toch niet altijd goud is wat blinkt, blijkt als je bedenkt dat tijdens het EK Marathon in Leuven vorig weekend acht mensen moesten opgevangen worden en twee personen gereanimeerd; en dat was de situatie op zaterdag, de kleine van de twee afstanden. Stilstaan is soms meer aangewezen. Nadenken over je status en positie op je levenslijn. Een volk, een populatie die graag eens wat dieper nadenkt en filosofische in gesprek gaat, zo mocht ik ervaren bij reizen in dat land, zijn de Russen. De grote schrijversnamen uit de negentiende eeuw zijn bekend, persoonlijk lees ik graag de kortverhalen van de dokter die zoveel talent had dat hij helemaal overschakelde op het schrijven, Anton Tsjechov. (Hij werd geboren in Taganrog in 1860 en overleed in Badenweiler in Duitsland in 1904. Hij leed een kort maar betekenisvol leven. Tsjechov leefde ook een intens leven, ook wat de liefde betreft, want zijn prostaatkwaaltje schreef hij in bedekte medische termen, toe aan "onbehoorlijk veel seks".) Nu Rusland zich op het voorplan dringt met inzet van batterijen artillerie en hun dreunende barrages, met "vliegbommen" bij een grootschalige aanval op een buurland en een broedervolk, en daarbij menige Europese natie doet verbleken, wijzen analisten en slavisten er geregeld op dat wij het conflict misschien hadden kunnen helpen voorkomen, als wij wat meer aandacht aan de Russen en de Russische cultuur hadden besteed. "Wij kennen hen onvoldoende", zo klinkt het. Dat zeggen bijvoorbeeld slaviste Lien Verpoest, schrijver en columnist Johan De Boose en professor emeritus Katlijn Malfliet. ²
Die stelling ben ik wel genegen. Vaak zijn conflicten met personen in je eigen leven beter vermijdbaar als je die mensen grondig kent, als je ze kunt sparen doordat je op voorhand hun gevoeligheden kent, bijvoorbeeld. Bij de toenadering tussen de milieubeweging en de jagersvereniging en haar redacties, heb ik persoonlijk in de jaren negentig enig succes kunnen boeken, ook juist omdat ik beide soorten mensen uit persoonlijke ervaring kende en in hun passies aanvoelde. Ik heb historische toenadering pogen tot stand brengen als secretaris van de vzw De Vlaamse Jager door correspondentie met de voorloper van Natuurpunt, De Wielewaal. De voorzitter van Natuurpunt nodigde ik uit een les te geven in mijn cursus Ethiek van de Jacht bij het Instituut voor de Jachtopleiding. Dat werd een eye-opener voor de kandidaten voor het officiële Jachtexamen, en een buitenkans voor de directeur om jagers van dichtbij mee te maken. Later kon ik mede dankzij mijn zin voor diplomatie en empathie drie Wildbeheereenheden oprichten in de regio Leuven, in Meerdaalwoud en in de Dijle- en Laanvallei. In een WBE zitten een aantal jachtgroepen uit een regio en er is altijd ook een vertegenwoordiger van lokale natuurverenigingen in de Algemene Vergadering opgenomen. Dat idee gegroeid bij de Vlaamse Overheid in 1990 heeft intussen al heel wat conflicten kunnen ontmijnen en het water minder diep gemaakt. Dat dit soort werk niet eenvoudig was, en geregeld veel spannende situaties meebracht, waarbij je spreekwoordelijk in nauwe schoentjes kwam te staan, spreekt vanzelf. Ik geloof ook niet dat we als Europeanen de klim naar de macht en de imperialistische militaire acties van het Kremlin onder Vladimir Poetin hadden kunnen voorkomen, indien we bij miljoenen als West-Europeanen de Russen meer aandacht hadden gegeven sinds de val van het tsarenrijk. Die aandacht en vertrouwdheid had wellicht toch het ergste kunnen voorkomen. Aandacht geven en "nabijheid bieden" is zoals Simone Weil bedacht, de mystica die haar productiefste jaren tijdens de tweede wereldoorlog had, "de nobelste manier van omgaan, het mooiste geschenk". Tussen partijen die elkaar kennen en aanvoelen kan veel goeds tot stand komen, daar geloof ik in. Van liefdesrelaties waarin de liefde groeit, " niet door een blikseminslag, maar door langere tijd samen te leven", (zoals Koen Geens getuigt in geschriften zoals in zijn leerrijke essay "Wat ik ervan begrepen heb"), over zakelijke miljoenen-onderhandelingen tussen bedrijven en in bestuursraden, tot in de relatie therapeut-patiënt.
Een eminente, eeuwig mooie vorm van wederzijds contact tussen mensen is de vriendschap. Ook daar hebben Russen mooie, inspirerende bladzijden aan gewijd. Van die nieuwere Russische schrijvers ken ik er een paar, en dan vooral Vasili Grossman, van wie de romans en in mindere mate de oorlogsdagboeken, de laatste jaren in alle talen furore maken. Stalingrad, dat werd geschreven en uitgegeven nog tijdens het leven van Stalin, is in november voor het eerst in het Nederlands verschenen. Ik las het met groot genoegen een tweede keer, na het in het Engels tot me te nemen. Op dat spoor was ik gezet na een toevallige ontmoeting met Jos, de "plant manager" van het industriële bedrijf uit Japan in Haasrode, Terumo. Ze maken daar onder andere medische materialen, en ik zat op de bus naar huis toen hij net zijn bedrijf en personeel had vaarwel gezegd tijdens de pensioensviering. Jos merkte op hoe vriendelijk en fluffy Fellow er wel uit zag, en zo ontstond een vriendschap. Een vriendschap die helaas maar een maand of zeven mocht duren, toen stierf de grote, bedachtzame en sportieve man. Toen ik op een dag in zijn huis in Herent werd uitgenodigd, deed het ons beiden deugd hoeveel boeken en schrijvers in zijn bibliotheek bij mij een belletje deden rinkelen, hoeveel ik er zelf van in bezit had en had gelezen. De auteur die de oudere vriend mij met het meeste aandrang heeft aangeraden, was Vasily Grossman. "Let op, niet David Grossman!" hoor ik hem nog zeggen. (Die David kende ik: hij was in de Leuvense Stadsschouwburg komen spreken en had een interview gedaan met een toen vrij bekende programmamaker van radio Klara. Daar heb ik een blog aan gewijd, meen ik, een jaar of dertien terug.) "Die boeken van de Russische Grossman zijn van onvergelijkbare kwaliteit", zei Jos. "Zo een diepgang! Zo een helder, meeslepende verhaal is Leven en lot! Dat moet je echt lezen!"
In de kwaliteitsboekhandel annex uitgeverij Peeters in de Bond in Leuven heb ik dat boek gevonden op 26 februari 2021. In de dagen voordien had ik het wetenschappelijk verantwoorde relaas van de krijshistoricus Anthony Beevor over de belegering en de nederlaag van de Duitsers bij Stalingrad gelezen, en net had ik de film "Duel. Ennemy at the gate" gezien die zich tussen sluipschutters afspeelt bij de zeven maanden aanslepende belegering van Stalingrad. Van het eerste grote bombardement op 23 augustus 1942 tot de overgave van generaal Paulus op 2 februari 1943. Het verhaal en vooral de vele kleurrijke, levendige personages met hun genuanceerde dialogen, emoties, bedenkingen en belevenissen, zoals Tolja Shaposhnikov en zijn wapenbroeders, maar ook Duitsers zoals luitenant Bach, bij de frontlinies; de gesprekken in de hoogste kringen van generaals aan beide zijden; de sterke (groot)moeders zoals Alexandra in het dagelijks leven op het werk in de hogere kaders en thuis in de appartementen in Stalingrad, Kazan of Moskou... in de koude winters en warme zomers; de rijk geschakeerde verhoudingen onder de collega's in het laboratorium en thuis van deeltjesfysicus Victor Strum.... greep mij aan. In die mate dat ik het boek pas op 1 december het jaar daarna uit las. Leven en Lot herlees ik momenteel, het vormt een tweespan met Stalingrad, het sluit die historische episode af van de Duitse aanvallen op die stad aan de Wolga. De passage over de Vriendschap die Vasili Grossman meegeeft, vind ik zo interessant en zij biedt zoveel stof tot nadenken, dat ik ze hier graag mag delen.
_____ Vriendschap! Het bestaat in zoveel verschillende vormen. Vriendschap op het werk. Vriendschap tussen revolutionairen, vriendschap op een lange reis, soldatenvriendschap (..) Vriendschap in vreugde en vriendschap in verdriet. Gelijkwaardige en ongelijkwaardige vriendschap. Wat is vriendschap? Ligt de essentie ervan alleen in gemeenschappelijke arbeid en een gemeenschappelijk lot? (..) "Kunnen mensen met tegenovergestelde karakters bevriend raken? Natuurlijk! Soms is vriendschap een belangeloze band. Soms is vriendschap egoïstisch, soms vol zelfopoffering. Maar het verbazende is dat egoïsme in een vriendschap ten goede komt aan degen met wie men bevriend is, terwijl zelfopoffering in wezen egoïstisch is. Vriendschap is een spiegel waarin een mens zichzelf ziet. Soms leer je in gesprek met een vriend jezelf kennen, voer je eigenlijk een gesprek met jezelf. Vriendschap berust op gelijkwaardigheid en overeenkomsten, maar tegelijkertijd op ongelijkwaardigheid en verschillen. Vriendschap tussen mensen die samenwerken, die een gemeenschappelijke strijd voeren om overleving of een stuk brood, kan zakelijk en doelgericht zijn. Maar er bestaat ook vriendschap omwille van een verheven ideaal, filosofische, beschouwelijke vriendschap tussen gespreksgenoten die elk aan iets anders werken, maar samen over het leven oordelen. Een superieure vriendschap kan beide zijn: doelgericht, gebaseerd op gezamenlijke arbeid of strijd, en tegelijkertijd beschouwelijk. (...) Een vriend is iemand die je zwakheden, je gebreken en zelfs je ondeugden rechtvaardigt en die je gelijk, je talenten en je verdiensten bevestigt. Een vriend is ook iemand die je liefdevol ontmaskert in je zwakheden, je gebreken en je ondeugden. (..) Het zoeken van vriendschap is eigen aan de mens, en wie geen vrienden kan vinden onder de mensen, vindt ze onder de dieren - onder honden, paarden, katten, muizen of spinnen. Een absoluut sterk wezen heeft geen vriendschap nodig, maar dat lijkt alleen voor God te kunnen gelden. Echte vriendschap blijft gelijk, of je vriend nu op een troon zit of van zijn troon is gestoten en in de gevangenis beland. Echte vriendschap richt zich op iemands innerlijke kwaliteiten en staat onverschillig tegenover roem en uiterlijke macht. Vasily Grossman, Leven en Lot, pagina 361 - 362. __
Vriendschap lijkt inderdaad een hulpmiddel bij vele (hedendaagse) kwalen, een steunpilaar bij het uitbouwen van het goede leven, die de jongere generaties wellicht wat verwaarlozen onder druk van bepaalde nieuwe omstandigheden, zoals de uren bij de schermen doorgebracht. Vriendschappen hebben mijzelf in vervlogen decennia veel geboden; van steun bij de universitaire studies, waar we tijdens een bepaalde examenperiode een stapel cursussen met een hoogte van 1 meter moesten verwerken; als basis bij het verkennen van de liefde; als bron van troost, inzicht, gezelligheid en de energie nodig om te herstellen van een dipje of een depressie. Misschien schrijf ik over deze onderwerpen ook juist nadat mij gisteren het nieuws bereikte van een long time friend die zijn beroep heeft moeten on hold zetten. Zijn drukke baan met veel verantwoordelijkheid met het telkens weer "oplossen van de problemen van andere mensen". Nu schrijft hij via de app: "Ik zit in een soort depressie/burn out waarvan ik het bestaan amper kende". Hij die zo sterk was altijd, en op vele vlakken prachtige successen heeft behaald; hij die al vele jaren zo een magnifieke vriend is voor ons.
Illustratie: een filmcover met Sean Connery, ook juist gekozen als eerbetoon aan de film "Finding Forrester" van 2004, waarin de Schotse acteur met de nederige afkomst een succesvol schrijver speelt, Forrester, die in de Bronx in New York teruggetrokken woont na de Pulitzer te ontvangen. Hij gaat een ongewone, bijzonder asymmetrische vriendschap aan met een hoogintelligente zwarte jongen, een zestienjarige Afro-American. Het wordt een vriendschap die hen beiden fenomenale kansen zal bieden, kansen om "nieuwe werelden" te betreden en existentieel "in beweging te komen". "Kom uit je kot", het tegendeel van het terechte advies in covid-quarantaine "Blijf in uw kot!", het zal allicht nog lang een goede raad blijven voor ons als Westerlingen die mogen leven met historische niveaus van comfort en bezit. Comfort dat toch velen licht verleidt tot fysieke en sociale sedentarisatie en tot cocooning. Het volle leven ligt elders. Daar zal het verhaal van Pasen ons in deze Goede Week weer aan herinneren. Het goede leven lijkt vaak gekenmerkt door een goede dosering, een cocktail van stilstaan en naar de andere mens gaan.
_____________________________________________________________________________________________________
² De andere grote Belgisch-Witrussissche schrijver die Vlaanderen op de opiniepagina's van De Standaard op de hoogte houdt van de wandaden, Aleksandr Skorobogatov, heeft persoonlijk zoveel onder de Russen geleden dat hij het in zijn gebundelde columns minder vaak heeft over de kwaliteiten van die cultuur en literatuur.