Hij stierf uiteindelijk aan een hartstilstand, maar de artsen vermoeden dat het ongeval, zonder andere partijen, het gevolg was van een hersentrombose.
In zijn tweede vaderland werd hij onder grote belangstelling begraven in het parochiehuis van Perquin. Dat is ook het centrum van CEBES: de Christelijke Basisgroepen in El Salvador, de progressieve kerkelijke beweging die hij samen met onder anderen Piet Declerq, een andere Vlaamse ‘missionaris’ die er in 2015 overleed, oprichtte.
Roger Ponseele (°1940) was een van de zeven kinderen van Ivonne Delaere en Marcel Ponseele, die een kwarteeuw burgemeester was in Gullegem. Hij trok in 1970 als priester naar het Zuid-Amerikaanse land en werd een goede vriend van de Salvadoraanse aartsbisschop Oscar Romero.
Die werd in 1980 door een rechts doodseskader gemitrailleerd tijdens een misviering omdat hij, net als Roger, de meedogenloze uitbuiting van de bevolking door een handvol grootgrondbezitters en hun militaire dictatuur, consequent aanklaagde. Hij werd in 2018 heilig verklaard als martelaar voor zijn geloof.
“We wilden de legitieme strijd aanmoedigen”Via zijn contacten met Romero en samen met Piet oriënteerde hij de traditionele Kerk naar de bevrijdingstheologie. Ze kozen voor gemeenschap vormen, opkomen voor de rechten van de bevolking en de maatschappij ten goede beïnvloeden.
Ongewapend mee met de guerrilla
In hetzelfde jaar van de moord op Romero werd de pastorij van Roger Ponseele in Zacamil opgeblazen. Gelukkig was hij die nacht niet thuis. Hij stond toen voor de keuze: terugkeren en een parochie in het bisdom Brugge leiden of …..Samen met priester Piet Declercq, die met de Salvadoreense vluchtelingen werkte in buurland Nicaragua, koos hij de kant van het volk dat zwaar leed onder de dictatuur. In de twaalf jaar durende burgeroorlog trokken ze ongewapend mee op met de guerrillastrijders om hen moreel bij te staan. “We wilden de legitieme strijd aanmoedigen, aanwezig zijn tijdens droevige momenten, waar mogelijk gemeenschap vormen en de hoop helpen bewaren”, zei hij over zijn steun aan het FMLN (Frente Farabundo Martí para la Liberación de El Salvador).
Slapen in tentjes, vluchten, honger lijden. Het moet heel heftig geweest zijn. Wapens droeg hij nooit. "Als ze iemand zoeken om te schieten, dan moeten ze een andere zoeken", zei hij.
Paolo Luers, een Duitse journalist die ook met de guerrilla meeging en de videoafdeling van ‘Radio Venceremos’ oprichtte, die films over de bevrijdingsoorlog de wereld rond deed gaan, ontmoette Ponseele bij het FMLN.
"Ik ben klaar als we vandaag moeten sterven"Hij vertelt dat hij op een dag in 1986 samen met een handvol kameraden en Roger Ponseele in het dorp Arambala onder een brug schuilde voor de bommen van het leger van de dictatuur. Die wilden in Arambala een helikopter laten landen om de installatie van 'Radio Venceremos' te vernietigen. Iedereen onder de brug wist, dat wanneer dat zou lukken, niemand van hen dat zou overleven.
Guerrilleros beschoten vanuit de kerktoren en van op een heuvel de helikopters en vliegtuigen van het leger om het landen te verhinderen. “Het is zover”, zei Luers tot Ponseele, “Hieruit geraken we niet meer levend weg. Hoe komt het dat jij hier zo rustig bij blijft?”.
Paolo Luers vertelt dat Roger hem toen met zijn big smile aankeek en zei: “Ja ik ben klaar als we vandaag moeten sterven. Als je meegaat met de guerrilla moet je daar wel op voorbereid zijn. Maar weet je, ik denk niet dat het vandaag zal zijn." “Hij wist me te kalmeren”, zei Luers en de guerrilla kon inderdaad de helikopters beletten te landen en sloeg de aanval af.
Parochiepriester van de armen
Tien jaren later, in 1996 was Luers te gast in de nieuwe parochie van Roger: Perquin. Op een dikke zo km daar vandaan woonde ook een grote gemeenschap van oorlogsvluchtelingen in een kamp dat nu een nieuw werd: Segundo Montes. Roger liet Paolo de Duvel degusteren die Belgische vrienden voor hem hadden meegebracht, terwijl hij uitlegde hoe hij het moeizame werk van de heropbouw, met stenen, maar ook in de harten en hoofden, aanpakte.De oorlog had meer dan 75.000 mensen het leven gekost en Roger bleef in Morazán bij de ex-guerrillastrijders en de lokale bevolking. Hij organiseerde er vorming voor jongeren en moeders en samenkomsten met buurtbewoners, bouwde het sociale leven helemaal weer op. Ook beschermde hij jongeren tegen de moorddadige drugsbendes.
Tijdens de Vredeswake in Langemark in 2015 vertelde Ponseele kernachtig wat hij van de armen in El Salvador geleerd had: 'Van die armen heb ik geleerd dat het beter is de dingen samen te doen dan elk voor zich. Van die armen heb ik geleerd dat het beter is je hart te vullen met hoop dan met ontmoediging en wrok. Ook hebben de armen ons geleerd dat er een negende zaligspreking bestaat: zalig de koppigaards, zij die niet afgeven, zij die koppig voortdoen.
"Ook hebben de armen ons geleerd dat er een negende zaligspreking bestaat"Padre Rogelio deed elke zondag de mis in Perquin. Van kilometers in de omtrek komen de eenvoudigste mensen, met de middelen waarover ze beschikken, zijn mis bijwonen. Voor het altaar staan drie foto’s van Mgr. Romero. Daarnaast een orkestje dat de mensen verwelkomt met liederen waarvan de boodschap toch een stuk verder gaat dan het strikt religieuze.
De kerk vult zich met hele families, de moeders met de kinderen op de arm, soms een pasgeborene. Zowel de liederen die ze samen zingen als de preken van Padre Rogelio bevatten steeds een boodschap die te maken heeft met het leven van elke dag.
Hij heeft het ergste van de oorlog meegemaaktZijn preken bevatten nooit agressieve politieke boodschappen. Hij heeft het ergste van de oorlog meegemaakt en heeft de slachtoffers van de meest brutale misdaden in El Salvador bijgestaan en toch spreekt hij altijd van verdraagzaamheid, van vrede en respect voor elkaar en van samenhorigheid, maar ook van engagement, inzet en solidair verzet.
Een veel gezongen liedje in zijn kerk heeft als refrein: ‘Het volstaat niet te bidden…’ (No basta rezar). “Indien God tóch zou bestaan, dan komt dat omdat Hij priesters heeft als Padre Rogelio die Zijn boodschap tot bij de mensen blijven brengen…” getuigt een jonge Spaanse journalist (Antonio)
Roger Ponseele bleef tot aan zijn dood pastoor van Perquin.