Bewoners van Gaza die terugkeren naar hun vernielde huizen, eind januari 2025. Foto: Jaber Jehad Badwan, Wikimedia Commons / CC BY-SA 4.0
Hend Salama Abo Helow,

Waarom mogen Palestijnen niet overleven?

“Ons leven begon zich juist te herpakken toen Israël het staakt-het-vuren in Gaza verbrak. Nu staan we opnieuw op het randje van de dood en ik kan alleen maar vragen: waarom mogen we niet overleven?” De onderzoekster en geneeskundestudent Hend stelt indringende vragen.

woensdag 9 april 2025 10:11
Spread the love

 

Tussen twee levens

Toen het staakt-het-vuren in januari begon voelden we ons verloren tussen een beklemmend verleden en een onzekere toekomst. We balanceerden tussen pijnlijke herinneringen die ons tegenhielden en onophoudelijke levensbehoeftes die ons vooruit duwden.

Huilend om het onzegbare terwijl we door de ruïnes van ons leven kropen. We zaten precies in het midden van twee levens: het ene nog bloedend en het andere griezelig wazig.

We zouden niet terug willen, maar toch zijn we niet in staat om vooruit te komen. En toch koesterden we dat moment van rust en begonnen we opnieuw op te bouwen wat er nog over was van ons leven.

Refaat Alareer, de Palestijns dichter en academicus die Hend Salama Abo Helow citeert is met zijn familie gedood op 6 december 2023 bij een Israëlisch bombardement op Gaza-Stad. Hieronder een beeldfragment uit een film over zijn nalatenschap die velen inspireert.

 

En toch koesterden we dat moment van rust en begonnen we opnieuw op te bouwen wat er nog over was van ons leven.

Schendingen

“Staakt-het-vuren” is niet zo retorisch als het klinkt; het is precies zoals Dr. Refaat Alareer (nvdr: Palestijns dichter en academicus, omgekomen bij een bombardement op Gaza in december ’23) het verwoordde: Palestijnen staken, Israëli’s vuren.

Het is altijd een eenzijdige genocidale oorlog geweest. Het zogenaamde staakt-het-vuren was fragiel en werd bijna elke dag geschonden, waardoor de strop rond Gaza op alle mogelijke manieren werd aangetrokken.

Staakt-het-vuren: Palestijnen staken, Israëli’s vuren

Het gaat over het ontzeggen van humanitaire hulp, medische voorraden en commerciële goederen sinds de eerste dagen van de heilige maand, het treffen van het belangrijkste waterdistributiepunt, het afsnijden van de elektriciteit die Gaza van stroom voorzag en het opleggen van beperkingen aan medische hulpverleners die bereid waren vrijwilligerswerk te doen in Gaza.

Archiefbeeld: “Langs de ruïnes van ons leven”. Gedwongen verplaatsing van Gazanen. Foto: Wikimedia Commons / Attribution-Share Alike 4.0

Weer grip

Ondanks de verstikkende grimmige realiteit begonnen we grip te krijgen op wat er over was van ons leven – we bouwden op uit as, herstelden gestolen dromen die meer dan anderhalf jaar in de ijskast hadden gelegen. We herenigden ons met dierbaren en heropenden restaurants, markten en bibliotheken die opzettelijk waren vernietigd.

Zelfs kinderen keerden na meer dan een jaar zonder formeel onderwijs terug naar hun tot schuilplaats omgevormde scholen. We begonnen ons weer mens te voelen, niet slechts lichamen ontdaan van onze namen, verhalen en dromen, gereduceerd tot nummers in krantenkoppen.

Angst, slaapstoornissen, depressie, posttraumatische stress en anorexia zijn in de identiteit van elke Gazaan gegrift

De oorlog in mijn ziel

Ikzelf jongleerde met mijn verantwoordelijkheden alsof ik nog een kans had gekregen om te leven en te dromen. Toch had de oorlog zich al in mijn ziel geprent. Ik verliet de oorlog, maar de oorlog weigerde mij te verlaten. Ik schrok bijna elke nacht wakker van angstaanjagende nachtmerries vol bommen, slachtpartijen en onuitsprekelijke verschrikkingen.

Het enige dat mijn paniek verlichtte, was het feit dat het maar een droom was. Ik word wakker, sprenkel water op mijn gezicht en herhaal bevestigingen tegen mijn door oorlog verscheurde spiegel: “De oorlog is voorbij. We leven. We zijn vrij. Het zal niet meer gebeuren”. Maar zodra mijn ogen dichtvallen, keer ik terug naar de eindeloze cyclus van verschrikkingen, op de vlucht voor de dood, zelfs in mijn slaap.

Genocide hervat

Angst, slaapstoornissen, depressie, posttraumatische stress en anorexia zijn in de identiteit van elke Gazaan gegrift. Toch is het idee dat de genocide zou hervat worden, nooit in mij opgekomen, zelfs niet in mijn ergste nachtmerries. Noch van mij, noch van andere Gazanen.

Een uur voordat Israël zijn laatste golf van vernietigend geweld losliet – openlijk en schaamteloos – reed ik terug uit Khan Younis. Het was mijn eerste langeafstandsrit in meer dan een jaar: 40 minuten heen en 40 minuten terug.

Onderweg werd ik van mijn adem beroofd. Mijn gevoel zei me dat er iets vreselijks ging gebeuren. Ik raakte in paniek, maar besefte toen dat het gewoon een overblijfsel was van de oorlog tegen mijn ziel.

Suikerfeest

Op weg naar huis, na middernacht, was de Al-Nuseirat markt vol met mensen die benodigdheden kochten voor het Suikerfeest. Moskeeën waren gevuld met gelovigen en de straten waren nog steeds versierd met Ramadan versieringen – levend en vrolijk.

Ik bereikte mijn huis en maakte vurig plannen voor morgen terwijl ik suhoor (nvdr: de maaltijd in de vroege ochtend voor er wordt gevast) voor mijn familie voorbereidde. Minuten later veranderde alles in een oogwenk in een inferno.

Was de wreedheid die al was begaan voor de ogen van de wereld niet genoeg?

Op sociale media hebben velen hun profielfoto vervangen door deze eis, na het verbreken van het staakt-het-vuren door Israël.

Vuurbanden verlichtten plotseling de hemel. Het ratelende gebrom van drones was oorverdovend. De willekeurige luchtaanvallen deden niet alleen de muren en de aarde onder me schudden, maar ook mijn ziel. Ik haastte me naar mijn ouders, om wanhopig te vragen: “Wat is er aan de hand? Maar de angst op hun gezichten was duidelijker dan welk antwoord dan ook.

Sirenes

De sirenes van de ambulances verbrijzelden mijn laatste hoop dat het maar een droom was. Nee, het gebeurde. Opnieuw.

Die verwarring, dat verstikkende ongeloof – het bracht me terug naar 7 oktober. Ik keek op mijn telefoon en schrok toen ik hoorde dat er weer een genocide was losgebarsten.

Het Genocideverdag wordt in België ter discussie gesteld door Bart De Wever die het arrestatiebevel wil boycotten tegen Netanyahu, de belangrijkste verdachte van dit oorlogsmisdrijf. Het VN-verdrag gaat blijkens de titel niet alleen over genocide maar ook over de preventie ervan.

Waarom

Waarom? Gewoon waarom? Was de wreedheid die al was begaan voor de ogen van de wereld niet genoeg? Was het bloed van meer dan 180.000 Gazanen niet genoeg als verzadiging? Was de verwoesting die op elke hoek lag niet genoeg?

Nog voor ik mijn eigen vragen kon verwerken, maakte een nieuwe luchtaanval een einde aan mijn gedachten. Ik voelde alles afbrokkelen – de inspanningen die ik in mijn toekomst had gestoken verdwenen voor mijn ogen.

Ik had het gevoel dat ik niet had mogen dromen, me niet had mogen vastklampen aan het leven door het voorbijgaande bestand, geen vreugde had mogen proeven. Op dat moment geloofde ik dat de Gazanen geen andere keuze hadden dan te sterven.

Maar ik wil niet sterven.

Noch wil ik de slopende cyclus van vluchten voor de dood herhalen.

Ik wenste wanhopig dat het gewoon weer een spookachtige nachtmerrie was. Maar het was werkelijkheid.

De dood is gemakkelijk in Gaza – en alomtegenwoordig

“Mijn God, we zijn uitgeput en overweldigd. We kunnen niet nog een genocide verdragen.” Dit was de stille smeekbede van elke Gazaan.

Het dodental steeg snel: meer dan 400 Gazanen werden die eerste nacht gedood, waarvan 200 kinderen. Ik kon mijn ogen niet sluiten toen de bommen vielen. Deze waren anders dan voorheen – vernietigender, dodelijker, ze verpletterden de ziel. We konden ze voelen.

De dood is gemakkelijk in Gaza – en alomtegenwoordig. Mensen sterven in het holst van de nacht, uitgehongerd, koud en verraden.

“We breken ons vasten met honger tijdens iftar en vullen onze buiken met bloed tijdens suhoor,” schreef een vriend op Facebook.

Tegen de ochtend goot de hemel tranen en jammerde het onweer. Het deed wat ik niet kon, het kalmeerde mijn overweldigde hart over de afgelopen nacht.

Maar ondanks dat ik verliefd ben op de winter, wissel ik nu niet dezelfde liefde uit. De regen waar ik van hou verdrinkt de ontheemde, uitgehongerde, rouwende mensen in tenten.

We wachten allemaal wanhopig op een wonder om een einde te maken aan deze waanzin, maar de agressie blijft maar toenemen. Bloedbad na bloedbad voltrekt zich, familie na familie wordt van de burgerlijke stand geschrapt, gewonden bezwijken aan hun levensbedreigende verwondingen, moeders rouwen om hun kinderen en kinderen dragen de last alleen.

Gazanen zijn geen helden. Ze worden gedwongen het te zijn

We staan ook op de rand van hongersnood, voedsel is schaars en als het beschikbaar is, is het onbetaalbaar. En de vraag blijft:

Waarom?

Waarom moeten we dit eindeloze bloedvergieten verdragen, helemaal alleen de horror en terreur trotseren?

Waarom mogen we niet eens overleven?

Waarom eigenlijk?

Gazanen zijn geen helden. Ze worden gedwongen het te zijn.

Gazanen zijn geen legendes die geprezen moeten worden, geen spektakels die de harten van de wereld even beroeren.

Gazanen zijn mensen. Niet minder dan ieder ander.

En we verdienen het gewoon om te leven.

Lang leve de Palestijnen.

 

Hend Salama Abo Helow is onderzoeker en student geneeskunde aan de Al-Azhar Universiteit in Gaza. Ze schrijft onder meer voor We Are Not Numbers.

 

Dit artikel verscheen eerder op Mondoweiss. De vertaling is van Ann Dejaeghere.  

 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!