Mohammad Rasoulofs ‘The Seed of the Sacred Fig’: Paranoia en patriarchale terreur
Een argwanend, autoritair theocratisch regime en beperkte financiële mogelijkheden. Dat is de realiteit waarin Iraanse filmmakers sinds de revolutie van 1979 werken. Toch slaagde de Iraanse postrevolutionaire cinema erin om internationaal een stevig reputatie te verwerven.
Met picturaal verbluffende films vol poëtische schoonheid en dubbele bodems. “You always have to navigate between what can be said and how to say it” aldus Hit the Road regisseur Panah Panahi in The Guardian, “that’s our DNA, that’s Iranian culture.”
Regisseurs zoals o.m. zijn vader Jafar Panahi (Crimson Gold, 3 Faces), Abbas Kiarostami (Taste of Cherry, Copie Coforme), Asghar Farhadi (About Elly, A Seperation), Bahman Ghobadi (Marooned in Iraq, Turtles can Fly), Samira Makhmalbaf (The Apple, At five in the afternoon) en Marjane Satrapi (Persopolis) werden wereldwijd geprezen en gelauwerd.
Maar hun werk haalde in eigen land zelden de bioscoop. Gelukkig is er nog een florerend illegaal circuit in Iran. En levendige interesse voor filmcultuur.
Dissidente cinema
Sommige filmmakers kozen ervoor om, zoals Asghar Farhadi (Le passé, The Salesman), het vaderland te verlaten en hun carrière verder te zetten in Europa. Anderen bleven onder moeilijke omstandigheden verder werken in Iran. Jafar Panahi draaide ondanks een werkverbod van 20 jaar toch clandestien This Is Not A Film (2011), Closed Curtain (2013), Taxi Teheran (2015), 3 Faces (2018) en No Bears (2022).Scenarist-regisseurs Maryam Moghadam en Behtash Sanaeeha blikten zowel Ballad of a White Cow (2020) als My Favourite Cake (2024) in. Ali Asgari Until Tomorrow (2022) en Terrestrial Verses (2023). “Verzet is het leven,” benadrukte Asgari toen we hem spraken in Brussel, “verzet is onze motor. Dat is geen Iraans maar een universeel gegeven. We hopen dat elke kijker een stap verder zet in zijn verzet tegen macht.”
Clandestiene cinema
Van deze worsteling met macht en censuur weet Mohammad Rasoulof (° 1972) alles. Decennialang zocht hij als dissident filmmaker de grenzen van het toelaatbare op. Na The White Meadows (2009) en Goodbye (2011) mocht hij van het totalitaire regime niet meer filmen maar Rasoulof lapte dat verbod aan zijn laars. Hij pakte uit met films over repressie, corruptie en de doodstraf. Respectievelijk Manuscripts Don’t Burn (2013), A Man of Integrity (2017) en There Is No Evil (2020).Niet evident want na huisarrest en een verbod om naar het buitenland te reizen volgde in 2019 gevangenisstraf wegens “filmen zonder toelating”. Toch wist Rasoulof na zijn vrijlating zowel zijn vierluik over de doodstraf There Is No Evil (in Berlijn bekroond met de Gouden Beer) als de documentaire Intentional Crime (2022), over de dood van de Iraanse dichter Baktash Abtin, af te werken.
Daardoor belandde hij in 2022 echter opnieuw in de beruchte Teheraanse Evin gevangenis. Vanwege “het opzettelijk plegen van een misdaad tegen de veiligheid van het land.” Kort daarop kwam Jafar Panahi hem gezelschap houden.
Op de vlucht
Mohammad Rasoulof kwam nogmaals vrij maar de overheid hield zijn paspoort in. Dat verhinderde hem buitenlandse festivals te bezoeken maar niét om aan The Seed of the Sacred Fig (2024) te beginnen. Al hield de regisseur zich tijdens de opnames op veilige afstand van de camera en zijn acteurs.Omdat hem acht jaar gevangenis, inbeslagname van bezittingen én een lijfstraf boven het hoofd hing – én hij vernam dat de autoriteiten lucht hadden gekregen van zijn project - besloot Rasoulof om Iran te ontvluchten. Na zijn filmmateriaal in veiligheid te hebben gebracht.
Rasoulof dumpte alle elektronisch traceerbare toestellen en verliet het land na een lange, gevaarlijke voettocht. De keuze voor een leven in ballingschap was onvermijdelijk geworden. Mede doordat There Is No Evil en het in Cannes 2024 voorgestelde The Seed of the Sacred Fig focussen op handlangers van het Iraanse repressieapparaat – gevangenisbewakers, beulen die executies uitvoeren en onderzoeksrechters die terechtstellingen slaafs door de ambtelijke molen draaien – en niet langer op burgerslachtoffers. Waardoor het regime zich nog meer geviseerd voelde.
Verantwoordelijkheid nemen
Even terzijde: Rasoulof stipt fijntjes aan dat het idee voor zijn laatste film ontstond toen gevangenispersoneel hem toevertrouwde dat ze veel kritiek te verduren krijgen van familieleden omdat ze werken voor het regime. Deze familiale spanningen verbond hij met het idee van individuele verantwoordelijkheid. “Mijn vraag is; wat is je verantwoordelijkheid als mens?,” aldus Rasoulof in NRC, “hoe moeilijk het ook is, je kunt niet alles op het systeem afschuiven.”Dat zette hij reeds met There Is No Evil in de verf. Wanneer een militair de vrouw die hij wil huwen bezoekt tracht hij gemaakte keuzes te ontkennen. “Dat is de wet” antwoordt hij op de vraag van zijn toekomstige schoonmoeder waarom hij in dienst ging. “Je hebt de kracht om 'nee' te kunnen zeggen” is haar repliek.
Die gedachte wil het regime vernietigen door mensen het zwijgen op te leggen en te intimideren. Zijn films ziet Rasoulof als een tegengif voor de terreur van de angst. Als zaadjes van verzet.
Zaden van de Indische vijgenboom
Dat rebels aspect schuilt in de, naar goede Iraanse traditie, poëtische filmtitel The Seed of the Sacred Fig. De zaadjes van de wilde, Indische vijgenboom symboliseren de opstandigheid van Iraanse jongeren. Zowel de jongere familieleden in het verhaal als de protesterende studenten die de Iraanse samenleving op zijn grondvesten doen daveren.Rasoulof verwijst nadrukkelijk naar de Vrouw, Leven, Vrijheid-protesten die in Iran anno 2022 ontstonden nadat de Iraans-Koerdische studente Mahsa Amini stierf bij een gewelddadige arrestatie door de zedenpolitie.
De film begint met de autorit van de net tot onderzoeksrechter bevorderde Iman en close-ups van het pistool dat hij daarbij in de handen gestopt kreeg. Maar al snel duikt de camera in een huis clos. Het appartement in Teheran waar zijn vrouw Najmeh en zijn dochters Rezvan en Sara enkel met de buitenwereld verbonden zijn via televisie (moeder) en smartphones (dochters).
Het beeld dat daarbij binnenkomt verschilt. De strakke officiële nieuwsversie vloekt met de chaotische telefoonopnamen die via sociale media verspreid worden.
Verwarring, spanning, angst en geweld dringen binnen wanneer een tijdens protesten gewonde vriendin wordt opgevangen. Daar voegt zich paranoia bij wanneer het pistool plots spoorloos blijkt. De positie van Iman komt daarbij in gevaar, de drie vrouwen maken kennis met het repressieapparaat (de onmenselijke ondervraging is hallucinant) en het gezin vlucht naar de Imans geboortestreek wanneer zijn coördinaten publiek gemaakt worden door opposanten.
De rust keert evenwel niet terug en de interne conflicten leiden tot een gewelddadige escalatie. Een explosieve, tragische confrontatie in een ruïne die symbool staat voor een ontredderde en ontspoorde samenleving.
Web van paranoia
The Seed of the Sacred Fig houdt met zijn beklemmende sfeer en zijn personages die gevangen zitten in een web van angst, geheimhouding en opgepropte frustratie het midden tussen een psychologisch familiedrama en een paranoia thriller. Waarbij de protagonisten vruchteloos trachten hun privéleven en de publieke sfeer gescheiden te houden.Ze worstelen met het conflict tussen traditie en vernieuwing, tussen bewustwording en onwetendheid, tussen moraliteit en wetten, tussen humanisme en religie. Bovendien zien ze de kloof tussen man en vrouw vergroten wanneer Iman zichzelf verliest in een poging om de orde in het gezin te herstellen.
Cruciaal daarbij is dat Iman er van overtuigd, van doordrongen, is dat hij als vader, echtgenoot en vertegenwoordiger van de staat het recht heeft om vrouwen te controleren en sanctioneren. Het theocratisch regime is immers een patriarchaal regime waar de macht van de man en de almacht van de religieuze wetten primeren.
Het pistool dat de relaties op scherp zet is een fallussymbool, een stijlfiguur die de film gebruikt om het systeem van onderdrukking te symboliseren. Het verlies van dit pistool, het feit dat het uitgroeit tot een wapen in andere handen, wordt een metafoor voor strijd tegen politieke en patriarchale onderdrukking.
Onderdanigheid en verantwoordelijkheid
Iman is een patriarchale ordehandhaver wiens visie op gezag een stempel drukt op zijn gezin. “Het centrale gezin is een type familie waar onderdanigheid inherent is aan de structuur,” zegt Rasoulof in Sight & Sound, “onderdanigheid en conformisme zijn hoofdthema’s van de film. Ik realiseerde me dat onzekerheid onderdanige figuren maakt van mensen. De vader wil zijn houding een aureool van heiligheid geven en verwacht dat zijn familie hem daarin volgt.”In een interview met Filmkrant vult de cineast aan dat de film draait “om het idee van indoctrinatie. Het systeem berust op het feit dat iemand anders voor jou denkt en jou ideeën doorgeeft die jij vervolgens weer doorgeeft aan nog iemand anders. Het is een vorm van hersenspoeling die je ook ziet in de familie, op het moment dat de vader bidt en de vrouw achter hem zijn gebaren nadoet. Dat is dezelfde dynamiek van gedachteloos handelingen en ideeën overnemen.”
In NRC onderstreept Rasoulof dat het patriarchaat “zo geïnternaliseerd is dat ook vrouwen de ergste handlangers van het systeem zijn geworden. Mijn vraag is: wat is je verantwoordelijkheid als mens? Hoe moeilijk het ook is, je kunt niet alles op het systeem afschuiven.” Als burger en als kunstenaar wil Rasoulof zijn verantwoordelijkheid opnemen. “Culturele evolutie en verandering staan in Iran op het spel,” geeft de filmmaker aan in Filmkrant, “ik probeer daar met mijn werk aan bij te dragen. Ik doe wat ik kan in de strijd voor vrijheid en verandering.”
Voorbij zelfcensuur
“Als je onder zware controle leeft, ben je je voortdurend hyperbewust van wat je wel kunt zeggen en wat niet,” bekent Rousolof in NRC, “het meest afgrijselijke was om een gulden middenweg te moeten vinden tussen mijn verlangen films te maken en de noodzaak om over te brengen wat ik belangrijk vind. Dit laatste kon betekenen dat ik daarna de cinema vaarwel zou moeten zeggen. Maar voor mij was de angst om ten prooi te vallen aan zelfcensuur veel erger.”Hij werkte jarenlang met dubbele bodems en symbolen maar “wanneer je ze te vaak gebruikt, worden ze onderdeel van wat ik de ‘esthetiek van repressie’ noem.” De filmmaker ging zich realiseren dat “metaforen juist de censuur laten winnen. Mijn films irriteerden niet, ze boden geen verzet.” Terugkijkend realiseert hij zich dat het “minder moed vergde om me tegen het regime uit te spreken dan om me te realiseren hoezeer ik als kunstenaar onderdeel van dat systeem was geworden.”
Met dat inzicht zocht hij de directe confrontatie op via films die gevoelige onderwerpen expliciet in beeld brachten. “Mijn films werden ruwer en rauwer,” klinkt het in Filmkrant. In een eerste fase analyseren films als Manuscripts Don’t Burn en A Man of Integrity het totalitaire systeem. Met een focus op mechanismen en strategieën.
Daarna gaat de interesse naar individuen die binnen dat systeem werken. There Is No Evil en The Seed of the Sacred Fig peilen naar waarom individuen meedraaien in de machtscarrousel en hoe ze psychologisch in elkaar zitten.
Voorbij het neorealisme
Rasoulof heeft ondertussen de neorealistische, met symbolen en metaforen overladen Iraanse cinema achter zich gelaten. In The Seed of the Sacred Fig zitten nog verwijzingen die enkel insiders echt begrijpen, zoals kartonnen opzetpoppen van generaals en religieuze leiders in de gangen van Imans kantoor of de portretten van moellahs in het bureau van zijn chef, maar de afrekening met het patriarchaat is wel glashelder.Het artistieke streefdoel is “confronterende verhalen die ook op een metaforisch niveau werken,” vertelt Rasoulof in Filmkrant, “The Seed of the Sacred Fig is misschien wel de film waarin dat het best is gelukt.” Getuige de spannende, beklemmende en bevreemdende finale confrontatie in de doolhof ruïne. Symboliek, realisme en poëzie versmelten in deze familiale showdown.
Getuige ook de manier waarop de werkelijkheid binnendringt in het psychodrama via realistische en reële smartphone beelden. Choquerende beelden die aan het begin van de film een traumatische impact hebben op de van de realiteit van de straat (de bloederige repressie van de Vrouw, Leven, Vrijheid-protesten) afgesloten vrouwen. Rasoulof opteerde voor bestaande opnamen. Re-enactment zou onmogelijk geweest zijn maar de regisseur wou dit ook niet.
“Ik koos bewust voor de meest iconische social media beelden,” zegt hij in Sight & Sound, “ik wou ook geen ongeziene beelden tonen maar juist beelden die vertrouwd waren voor iedereen.”
Voorbij de woede
“Er zit veel woede in me, naast verdriet en wanhoop,” klinkt het in Filmkrant, “dat zijn trauma’s die ik niet alleen in mijn werk als regisseur heb opgelopen, maar ook als burger. Misschien lijdt iedere kunstenaar in Iran wel aan zulke innerlijke wonden.” Films maken blijft therapeutisch. Rasoulof zoekt heling door zijn woede om te zetten in schoonheid, “door de schoonheid van Iraanse landschappen te beschrijven, te observeren en te delen.” Dat wordt manifest duidelijk in het slotdeel van The Seed of the Secret Fig.
Hij kan ook niet anders: “Ik steek zo in elkaar dat ik altijd dingen probeer op te lossen, dat ik mezelf probeer open te stellen, en dat ik mijn gevoelens met mijn publiek deel. De transformatie van woede naar schoonheid is dus de essentie van mijn creatieve proces.” Maar esthetiek camoufleert de urgentie van The Seed of the Sacred Fig niet.
Mohammad Rasoulofs ongetwijfeld sterkste film spaart niets of niemand. In NRC vat hij de boodschap van zijn morele politieke paranoia thriller (met echo’s van Francis Ford Coppola’s seventies meesterwerk The Conversation) kort en krachtig samen: “Het patriarchaat is het grootste probleem in Iran.” Maar de zaadjes van verzet en verandering zijn gezaaid.
De drie vrouwen van The Seed of the Sacred Fig bevrijden zich. Van het patriarchaat en van de wurggreep van het theocratisch regime. Hun overwinning is de triomf van hoop, empathie en menselijkheid.
THE SEED OF THE SACRED FIG van Mohammad Rasoulof. Iran 2024, 167’. Met Misagh Zare, Soheila Golest&ani, Mahsa Rostami, Setareh Maleki. Scenario Mahammad Rasoulof. Fotografie Pooyan Aghababaei. Montage Andrew Bird. Productie Mohammad Rasoulof, Amin Sadraei, Jean-Christophe Simon, Mani Tilgener & Rozita Hendijanian. Distributie September Film. Release 2 april 2025.