Wat voorgesteld wordt als lokale strijd of etnisch geweld, blijkt in werkelijkheid een nietsontziende oorlog om grondstoffen, macht en westerse controle – ten koste van miljoenen mensenlevens.
Decennialang is de Democratische Republiek Congo al het toneel van een sluipend en complex conflict. Het gaat niet om een burgeroorlog in de strikte zin. Het gaat evenmin om grensconflicten, noch om lokale opstanden.
Het Congolese drama is er een van economische roofbouw, strijd om regionale hegemonie en om het behoud van westerse invloedssferen. In het oosten van het land, waar een aanzienlijk deel van de strategische hulpbronnen van Afrika geconcentreerd is – kobalt, coltan, goud, tantalum, lithium – telt grond méér dan mensenlevens.
Sinds het uitbreken van de vijandelijkheden in het oosten van de Democratische Republiek Congo hebben al meer dan zes miljoen mensen het leven verloren. Door gewapend geweld, bloedbaden en chronische instabiliteit komen daar nog eens meer dan zeven miljoen binnenlandse ontheemden bovenop.
Het is de grootste humanitaire ramp in Afrika sinds de genocide in Rwanda (1994) en het medeplichtige stilzwijgen van de grootmachten is (alweer) oorverdovend. Als we de meeste van onze massamedia mogen geloven, gaat het om een opeenvolging van “etnische botsingen” of “endemische opstanden”. Zo simpel is het niet.
“Er is geen toekomst voor een volk dat de taak van zijn bevrijding in handen laat van zijn onderdrukkers”
Op het Afrikaanse continent, en meer in het bijzonder in Congo, gaat het veel meer om de methodische voortzetting van de economische plundering die begon met de kolonisatie en die werd opgevolgd door het neokolonialisme. Het gaat daarbij om het veroveren van grondstoffen, het ondermijnen van nationale soevereiniteit en het onder de duim houden van de lokale economieën. Een corrupte en roofzuchtige Afrikaanse politieke en economische elite werkt daar uit zuiver eigenbelang helaas gretig aan mee.
Golven van roofovervallen
Sinds de onafhankelijkheid in 1960 heeft het de Democratische Republiek Congo ontbroken aan een echte politieke partij die weerstand kon of wilde bieden aan het westers imperialisme in al zijn vormen. Daardoor bleef Congo, zonder een sterke ideologische basis, laveren tussen buitenlandse invloeden en overlevingsstrategieën, zonder ooit zijn eigen wet te kunnen opleggen.
Er waren figuren als Lumumba en zijn opvolger Mulele die de kiemen in zich droegen van een authentiek, revolutionair, democratisch nationalisme. Maar na hun liquidatie bleken hun ideeën geen blijvende impact te hebben op de volgende generaties.
Ook na de omverwerping van de westerse marionet: maarschalk Mobutu (17 mei 1997) werd de nieuwe president, Laurent-Désiré Kabila, het slachtoffer van buitenlandse, roofzuchtige ambities. Aanvankelijk probeerde ‘vader’ Kabila, de controle over Congo’s strategische hulpbronnen terug te krijgen. Maar ook hij betaalde die stappen naar grotere soevereiniteit met zijn leven (2001).
Rwanda ruikt grondstoffen
Ondertussen vielen Rwandese en Oegandese legers massaal het Oost-Congolese grondgebied binnen. Ze waren ‘op jacht naar de daders van de Rwandese genocide’. Achter die diplomatieke sluier ging echter de brutale realiteit schuil van een project van territoriale expansie en mijnroofbouw.
De mineralen uit Kivu werden vervolgens naar Kigali en Kampala versluisd en de chaos in Congo werd alleen maar groter. Huisinvallen, massale verkrachtingen, gerichte moorden en publieke vernederingen werden schering en inslag in Zuid-Kivu. En hoewel het aantal schokkende getuigenissen toenam, werden ze grotendeels genegeerd.
De stilte die diplomatieke autoriteiten tegenover deze situatie bewaren, is een vorm van medeplichtigheid
Wat er in Bukavu gebeurde, ging verder dan een eenvoudig offensief: het waren de consequenties van een systeem. Een systeem waarin een verzwakte staat geen rechtvaardigheid meer kan garanderen en soevereiniteit een verre droom wordt. De stilte die diplomatieke autoriteiten tegenover deze situatie bewaren, is geen kwestie van nalatigheid. Het is een vorm van medeplichtigheid.
Uiteindelijk, geconfronteerd met het risico van een totale ondergang, sloten Kinshasa en Kigali een akkoord. Het werd een haastig ondertekende tekst, gedicteerd door angst voor het ergste, maar zonder enige inhoud: op het terrein zwegen de geweren nooit.
Daar komt M23
Toen kwam de M23. De beweging verzamelt een ratjetoe van eerdere opstandelingen en combineert wrok met militaire strategieën. De beweging dook op als een bekend spook dat weer toesloeg om vakkundig chaos te orkesteren. En Goma viel in 2012. De vernedering voor Congo was totaal.
De moedeloze bevolking zag de stad opnieuw in handen vallen van wie ze wil bevrijden door terreur te zaaien. Maar Congo sloeg terug. Er kwam een onwaarschijnlijke coalitie op de been: de FARDC, te vaak overweldigd, kreeg plots sterke steun van een MONUSCO-interventiebrigade.[1]
Dat is een uitzonderlijke troepenmacht met een offensief mandaat, gesteund door doorgewinterde Zuid-Afrikaanse troepen. M23 droop af, maar vond zichzelf opnieuw uit.
Elke heuvel met mineraalafzetting is een militair objectief
De rebellenbeweging herrees als een feniks uit de brandhaard in Kivu. Onder het voogdijschap van Rwanda bleek ze plots gedisciplineerder en beter uitgerust. Begin 2025 werd het ondenkbare opnieuw werkelijkheid: Goma viel opnieuw. In een oorverdovende stilte verpletterden de rebellenlaarzen zelfs de weg naar Bukavu en wie weet steeds verderop naar Katanga.
Het moge duidelijk zijn: het gaat ondertussen niet langer om een rebellie. De strijd gaat nu om het bezit van de rijke, minerale, Congolese ondergrond. Elke heuvel met mineraalafzetting is een militair objectief, elke rivier een strategische grens.
Belgisch geheugenverlies
Onder de mogendheden die medeplichtig zijn aan de destabilisering van Congo neemt België een unieke, historische en tragisch hardnekkige positie in. Als erfgenaam van een brutaal koloniaal verleden is België zich altijd blijven mengen.
De directe Belgische betrokkenheid bij de moord op Patrice Lumumba, Pierre Mulele en vele andere van hun strijdmakkers, de actieve steun aan de afscheiding van Katanga en aan het zuiden van Kasaï, de promotie van Mobutu als zogenaamd bolwerk tegen het communisme, enz. Al die feiten getuigen van een constante wil om de politieke toekomst van Congo naar Belgische belangen om te buigen.
Door een spel van invloed, ondergrondse allianties, en discrete en doeltreffende diplomatieke interventies heeft België sinds de onafhankelijkheid zijn positie als een van de belangrijkste spelers in de fragiele Congolese structuur behouden. De verantwoordelijkheid van het kleine landje aan de Noordzee is in deze hele geschiedenis verpletterend.
Florimond Muteba is voorzitter van ODEP, Observatoire de la Dépense Publique. Dat is een ngo die de staatsuitgaven analyseert en gevallen van grote corruptie aan de kaak stelt.
Dit is een samenvattende vertaling van een artikel dat binnenkort verschijnt in Solidair. De vertaling is van Jan Reyniers.
Noot:
[1] De term FARDC staat voor Forces Armées de la République Démocratique du Congo. MONUSCO staat voor Mission de l’Organisation des Nations Unies pour la Stabilisation en République Démocratique du Congo (VN-Vredesmissie voor Stabilisatie in de Democratische Republiek Congo). Het is een vredesmissie van de Verenigde Naties (VN) die sinds 2010 actief is in de DR Congo, als opvolger van de eerdere missie MONUC (1999–2010). In 2024 begon MONUSCO aan een gefaseerde terugtrekking die nog steeds niet afgerond is.