Toen ik kind was slaagde de school erin van alles wat ik uit mezelf leuk vond stom te maken. Het enige wat je nodig hebt om bijvoorbeeld een uitstap te verpesten is een excursiegids. Zelfs van een uitstap naar het bos slaagde de school erin om het van een leuk avontuur om te vormen tot een vervelend karwei.
Wanneer we met school een bos bezochten, was dat niet om erin te spelen, te verdwalen en ons te verwonderen over alles wat er groeit. Neen, de uitstap had een duidelijk afgemeten doel, met name: bladeren verzamelen. Bladeren die we vervolgens thuis moesten laten drogen in een telefoonboek.
Eenmaal gedroogd moesten we die bladeren dan op een wit blad plakken met plakband. Dat blad moest vervolgens in een mapje mee naar school worden genomen om af te geven aan een boze leerkracht die maar niet kon begrijpen hoe het kan dat die gedroogde bladeren allemaal verbrokkeld waren.
De opdracht zegt in mijn ogen veel over hoe we naar het niet-menselijke leven rondom ons heen kijken. Alsof dat eerst gedood moet zijn voor we het kunnen kennen.
Niet te vatten
Wat had ik liever Tine Hens gehad als leerkracht. Haar boek De wereld die we delen begint ze met te vertellen hoe ze met haar jongste zoon in de vijver van hun tuin salamanders ontdekten en later met een microscoop het water van de poel bekeken om er microbes te ontdekken.
Op de aardbol, zo lees ik verder in het boek, leven er naar schatting een quintiljoen microben leven waarvan er naar schatting nog maar een procent beschreven is.
Een quintiljoen, dat is één met dertig nullen, een getal waarvan zelfs het aantal nullen eigenlijk te veel is om een voorstelling te maken. Om het iets bevattelijker te maken schrijft Hens dat er meer microben zijn dan er sterren in de Melkweg zijn, maar eigenlijk valt die omvang gewoon niet te vatten.
Als je denkt dat je het volledig kan vatten, dan heb je er niets van begrepen
Misschien is dat ook net wel een beetje wat Hens de lezer probeert te doen inzien: als je denkt dat je het volledig kan vatten, dan heb je er niets van begrepen. Er is geen beginnen aan en het zou compleet onzinnig zijn om al die soorten microben te laten uitdrogen en op papieren vast te kleven om ze één voor één in kaart te brengen en misschien geldt dat dus eigenlijk ook wel door de rest van de levende wereld.
Uitroeiing
Zestig procent van de biomassa op aarde bestaat uit micro-organismen, zo vertelt Hens. Er is dus meer dat we niet zien dan wel.
Micro-organismen, zo leer ik verder, zijn de oudste levensvormen op aarde en zonder hen is geen ander leven mogelijk. Ook de mens bestaat uit duizenden bacteriën, gisten en schimmels voor wie onze lichamen hun wereld zijn en waar zonder we niet in leven zouden blijven.
In onze oneindige arrogantie waarmee we alles wat we niet begrijpen onder controle proberen te krijgen zijn we bezig met chemische bestrijdingsmiddelen om bacteriële ziektekiemen te bestrijden. Dat we daarmee ook tal van bacteriën die goed voor ons zijn doden negeerden we en terwijl de leefomgeving schoner en hygiënischer werd, nam het aantal mensen met astma, allergieën, chronische infecties en inflammatoire darmziekten toe.
Sinds de jaren zeventig verloren we zowat zeventig procent van het aantal gewervelde dieren op deze planeet
Wat geldt voor ons eigen lichaam, geldt eigenlijk voor de hele wereld die ons natuurlijke lichaam vormt. In onze poging om haar volledig naar onze hand te zetten zijn we in een sneltempo al het leven waar we totaal afhankelijk van zijn aan het vernietigen. Sinds de jaren zeventig verloren we zowat zeventig procent van het aantal gewervelde dieren op deze planeet.
“Daarbij is verdwijnen een veel te passief begrip,” schrijft Hens terecht. “Uitroeiing, doodslag en moord vatten de feitelijke situatie nauwkeurig samen.”
De domheid van verstandige mensen
De totale ontrafeling van het leven op aarde mag in ecologische termen dan wel waanzin zijn. “In economische termen heet dit: rationeel beleid dat inzet op behoud van de welvaart en de koopkracht,” zo schrijft Hens. Zo is het maar net.
Misschien zit de grootste tragiek van de ecologische crisis nog wel in de manier waarop we ze denken te kunnen oplossen.
We gaan opnieuw meten, cijfers bijhouden, het probleem in kaart brengen en vervolgens naar manieren zoeken waarop we ‘de natuur’ nog beter naar onze hand kunnen zetten, in onze fantasie is dat zonder onvoorziene gevolgen. Kerncentrales stoten geen – of ja minder – CO2 uit!
Voor de aankomende klimaattop in het Braziliaanse Belém wordt momenteel een vierbaanssnelweg aangelegd dwars door het Amazonwoud. Tienduizenden bomen worden er gekapt zodat de slimme koppen die gaan nadenken hoe we de natuur beter kunnen beschermen vlot op hun bestemming raken.
Wil de levende wereld zich niet plooien naar onze economische logica, dan proberen we ze erin te integreren. Economen spreken dan van ecosysteemdiensten, dat is de meerwaarde die ‘de natuur’ zou leveren aan onze economie. Zo berekende het Wereld Economisch Forum dat maar liefst de helft van het mondiale bruto nationaal product afhankelijk is van de natuur.
De helft! Ik moest luidop lachen toen ik dat las. Dit is geen mop, maar wat een mop. Wat een mop, maar dit is geen mop. Ik had ook wel kunnen huilen om de domheid die er achter de meest complexe berekeningen van zeer verstandige mensen kan schuilen.
Stille stemmen
De boodschap van het boek van Hens is eigenlijk zeer eenvoudig te begrijpen, maar wil blijkbaar maar niet doordringen in een publiek debat waarin de holste vaten meer dan ooit het luidst klinken.
We zijn volledig afhankelijk van de levende wereld om ons heen
We zijn volledig, voor de volle 100 procent, afhankelijk van de levende wereld om ons heen. Dat is een wereld waarvan we bovendien meer niet zien dan wel, laat staan dat we ze volledig doorgronden, dus kunnen we er maar beter naar proberen te luisteren.
Ook daarom is het dringend tijd dat oorlogsvliegtuigen, populistische roeptoeters en ander lawaai het zwijgen opgelegd worden, zodat er eindelijk eens ruimte komt om te luisteren naar stille stemmen zoals die van Tine Hens, die spreken zonder uitroeptekens en wel iets te vertellen hebben dat wezenlijk van belang is.
Ik heb even getwijfeld of ik nog wel een recensie kon schrijven van een boek dat al enkele jaren oud is. Het zegt veel over hoeveel moeite we ermee hebben stil te staan bij wat van belang is. Wat is een paar jaar? Bacteriën zijn verdorie al miljoenen jaren oud.

Tine Hens, De wereld die we delen (Epo, Anwerpen, 2024) ISBN 978 94 6267 522 3
Het boek is verkrijgbaar in onder meer De Groene Waterman.