Geachte Eerste Minister De Wever,
De langdurige illegale Israëlische bezetting en het militaire geweld in Palestina leiden tot systematische schendingen van het internationaal recht, met immense menselijke en materiële schade tot gevolg. Dit is een door de mens veroorzaakte humanitaire ramp.
Burgers in Palestina, waarvan meer dan de helft kinderen, worden al ruim 16 maanden gebombardeerd en uitgehongerd. Hun mensenrechten worden geschonden. Toegang tot essentiële noden – zoals drinkwater, humanitaire noodhulp en zelfs medische hulp – wordt actief bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt. Sinds begin dit jaar heeft het Israëlische leger in het noorden van de Westelijke Jordaanoever meer dan 40.000 mensen gedwongen ontheemd – het grootste aantal sinds 1967.
Internationale organisaties waarschuwen al lange tijd voor oorlogsmisdaden, waaronder etnische zuivering en gedwongen ontheemding. Begin 2024 erkende het Internationaal Gerechtshof de ernstige dreiging van genocide. Tegelijk lopen er internationale juridische procedures tegen Israëlische functionarissen.
Als mensen, als burgers willen we niet blijven toekijken. Noch kijken we weg. We eisen actie. België heeft zowel een juridische verplichting als een morele plicht om krachtig op te treden tegen de schendingen door Israël. Wij roepen u daarom op om duidelijk en resoluut stelling te nemen tegen deze onrechtvaardigheden en de politieke druk op te voeren om op korte termijn het volgende te realiseren:
Een permanent staakt-het-vuren en een einde aan alle vormen van geweld en bezetting.
Onbeperkte en veilige toegang tot humanitaire hulp voor Palestijnse burgers.
Wij zijn ervan overtuigd dat gerechtigheid alleen kan worden bereikt door een einde te maken aan de 17 jaar durende illegale Israëlische blokkade van Gaza en de illegale Israëlische nederzettingen in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Het Palestijnse volk heeft recht op zelfbeschikking en hun fundamentele rechten moeten worden gerespecteerd.
Wij vragen u daarom om de volgende concrete economische maatregelen te nemen om de druk op te voeren:
Schorsing van de EU-Israël Associatieovereenkomst
Israël blijft het internationaal recht en mensenrechtenverdragen schenden, terwijl het profiteert van gunstige handelsvoorwaarden met de EU. Als Israëls belangrijkste handelspartner heeft de EU de macht en verantwoordelijkheid om effectieve druk uit te oefenen en niet bij te dragen aan de straffeloosheid. België moet binnen de EU pleiten voor de onmiddellijke opschorting van deze overeenkomst totdat Israël zich houdt aan het internationaal recht.
Verbod op de invoer van producten uit illegale nederzettingen
Israëlische nederzettingen in bezet Palestijns gebied, zoals de Westelijke Jordaanoever, zijn volgens internationaal recht illegaal. Toch blijft Israël producten uit deze gebieden exporteren, wat de bezetting direct in stand houdt. België moet deze invoer verbieden, in overeenstemming met zijn verplichtingen onder het internationaal recht.
Tot slot dringen we erop aan dat de Belgische regering het verbod op de doorvoer van militair materiaal naar Israël effectief handhaaft. België speelt een significante rol in deze doorvoer via havens en luchthavens, terwijl de controle op de noodzakelijke vergunningen niet systematisch wordt gehandhaafd. Ondanks eerdere afspraken blijft de federale overheid afwachtend, mede door de versnippering van bevoegdheden en onduidelijkheid over verantwoordelijkheid tussen administraties.
We vragen dat de Belgische overheid niet langer wegkijkt terwijl er op haar grondgebied en via Belgische infrastructuur militaire leveringen plaatsvinden die bijdragen aan ernstige mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden.
België heeft de kans om een leidende rol te spelen in de internationale gemeenschap en zich in te zetten voor gerechtigheid en mensenrechten. Wij rekenen op u om deze oproep serieus te nemen en België’s diplomatieke invloed te gebruiken om een einde te maken aan deze ernstige schendingen van het internationaal recht.
Met hoogachting,
Eva Smets, Algemeen directeur Oxfam België