Technologie, ooit een middel voor vooruitgang, is steeds meer een strijdtoneel voor wereldmachten geworden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten de Verenigde Staten en Duitsland om de eerste atoombom te ontwikkelen, wat leidde tot de verwoesting van Hiroshima en Nagasaki.
Wetenschappers zoals Oppenheimer en Einstein vroegen zich later af of hun werk meer kwaad dan goed had gebracht. Helaas lijkt hun reflectie ons weinig te hebben geleerd.
Dit conflict zette zich voort tijdens de Koude Oorlog, waarin de VS en de Sovjetunie elkaar probeerden te overtreffen, zowel in de ontwikkeling van kernwapens als in de ruimtevaart. De dreiging van nucleaire vernietiging werd niet alleen een symbool van militaire suprematie, maar van de geopolitieke machtsverhoudingen zelf.
De wedloop van kunstmatige intelligentie
Net als de wedloop om de atoombom in de vorige eeuw, zien we nu een nieuwe rivaliteit tussen grootmachten, dit keer gericht op AI. De VS en China domineren de AI-race, een technologie die de wereldeconomie, sociale structuren en het dagelijks leven fundamenteel kan veranderen.
Terwijl de technologie zelf neutraal is, zijn het de toepassingen ervan door wereldmachten die de richting bepalen.
De ethische implicaties van deze AI-ontwikkeling roepen ernstige zorgen op. Etienne Vermeersch wees al op het gevaar van het WTK-bestel, waarin wetenschap, technologie en kapitalisme elkaar in snel tempo versterken. Dit leidt tot een situatie waarin economische belangen de menselijke vooruitgang overschaduwen, en ethiek vaak naar de achtergrond verdwijnt.
Het gevaar bestaat dat de grote spelers de wereld herstructureren op een manier die voornamelijk hun eigen belangen dient
AI, als krachtige technologie binnen dit WTK-bestel, biedt weliswaar kansen voor innovatie, maar brengt ook enorme risico’s met zich mee. Het gevaar bestaat dat de grote spelers, zoals techbedrijven en overheden, de wereld herstructureren op een manier die voornamelijk hun eigen belangen dient, ten koste van sociale rechtvaardigheid en individuele vrijheid.
Hier dient de kritiek van Kathleen Gabriels zich aan. Zij maakt zich zorgen om de ethische implicaties van AI. Gabriels benadrukt dat de ongelijkheid die ontstaat door de controle over AI-systemen, de sociale rechtvaardigheid ernstig kan ondermijnen.
Waar de atoombom ooit het potentieel had om de wereld te vernietigen, heeft AI de mogelijkheid om sociale structuren te verzwakken door discriminatie te bevorderen, privacy te schenden en zelfs onzichtbare vormen van controle in te voeren.
Gabriels benadrukt daarbij het risico van technologisch determinisme, waarbij technologie niet alleen de samenleving beïnvloedt maar ook stuurt.
Shoshana Zubol’s kritiek op surveillancekapitalisme is in deze context ook relevant. Ze beschrijft hoe bedrijven zoals Google en Facebook persoonlijke data gebruiken om gedrag te manipuleren, en waarschuwt voor de gevolgen van deze machtsconcentratie. In combinatie met AI kunnen dergelijke praktijken de democratie bedreigen en individuele autonomie beperken.
Technologische suprematie
De parallellen tussen de twee wedlopen zijn duidelijk, maar de impact van AI zou wel eens groter kunnen zijn dan die van de atoombom. Waar de atoombom gericht was op militaire vernietiging, kan AI worden ingezet om economische systemen te verstoren, sociale normen te herschrijven en zelfs persoonlijke vrijheid te beperken via geavanceerde surveillance en dataverzameling.
De strijd om technologische suprematie gaat nu niet alleen over wie de meeste wapens bezit, maar wie de meeste data heeft en wie de slimste algoritmes ontwikkelt
De dreiging van AI is niet slechts theoretisch: de strijd om technologische suprematie gaat nu niet alleen over wie de meeste wapens bezit, maar wie de meeste data heeft en wie de slimste algoritmes ontwikkelt. De technologische suprematie heeft misschien al de plaats ingenomen van de militaire suprematie, of de twee kunnen hand in hand gaan. In deze nieuwe wereld kan de controle over AI de sleutel zijn tot de geopolitieke dominantie van de toekomst.
Om deze dreiging het hoofd te bieden, is strikte ethische regulering noodzakelijk. We moeten voorkomen dat AI een instrument van onderdrukking wordt en ervoor zorgen dat technologie ten dienste staat van sociale rechtvaardigheid en menselijke vooruitgang. Lessen uit het verleden, zoals de nucleaire wedloop, moeten ons helpen om AI op een verantwoorde manier te integreren in onze samenleving.
Zoals Yuval Noah Harari zei: “Ik ben niet bang voor artificiele intelligentie, maar wel voor biologische domheid”.