We houden in onze gedachten een uitzonderlijke man, Pablo Franssens, priester, missionaris, maar zoveel meer. Op het rouwbericht staat niet voor niets: oprichter van Bevrijdingsfilms, wereldverbeteraar en pleitbezorger van de Boliviaanse mijnwerkers en Aymara-gemeenschappen.
Tussen 1961 en 1967 werkte Pablo in verschillende parochies als pastoor van de mijnwerkersgemeenschappen op de hoogvlakten van Bolivia. Zelf zei hij hierover dat niet hij de mensen bekeerde maar dat zij hem bekeerden en tot politiek inzicht brachten.
Zijn acties in steun van de revolutionaire mijnwerkers leidden ertoe dat hij persona non grata verklaard werd door het extreemrechtse bewind. Hij kwam op een zwarte lijst terecht en werd bedreigd. Hij kon niet anders dan Bolivia te verlaten.

Pablo Franssens. Foto: npdoc.be
Terug in België werd hij geen parochiepriester meer, maar bleef zijn engagement voor een betere wereld verder zetten. Op de golf van veranderingen en als nevenproduct van de Derde-Wereldbeweging ontstond Bevrijdingsfilms vzw in 1968.
In Bolivia had Pablo als filmliefhebber met zijn 8mm-camera verschillende documentaires gemaakt, onder andere Mijnwerkers in Bolivië en Boeren in Bolivië, zonder klank weliswaar. Vanuit Leuven trok hij met zijn films naar zoveel mogelijk parochies en scholen om er zijn sociaal geëngageerde boodschap te verkondigen en de scheefgetrokken Noord-Zuidverhouding, toen nog onbekend bij de grote massa, aan te klagen.
Hij zorgde dan zelf voor de commentaar. Dat werd hem in het conservatieve milieu niet altijd in dank afgenomen want hij kon nogal stevig uit de hoek komen.
Na 2 jaar had hij half Vlaanderen bezocht en had hij nood aan nieuwe films om te projecteren. Hij huurde films bij de progressieve Brusselse distributeur Progrès Films. Maar films blijven huren was te duur en Pablo besloot zelf 16-mm films aan te kopen en distributeur te worden.
Dat was de start van Bevrijdingsfilms als organisatie voor filmdistributie. In december 1972 werd de organisatie met haar links-progressieve engagement officieel een vzw, mee gedragen door verschillende vrijwilligers en sympathisanten.
De organisatie groeide en had nood aan vast personeel. In 1976 kreeg Bevrijdingsfilms een BTK-plan[1] voor 5 medewerkers voor een jaar. En zo kwam ik in contact met Pablo en hij vroeg mij om in dienst te komen.
Vijf nieuwe werknemers: dat zorgde voor een boost in de activiteiten. Nieuwe films en documentaires werden aangekocht en ondertiteld, om die in zo veel mogelijk scholen, parochiezalen en culturele centra te kunnen vertonen.
Vaak werden ze ingeleid door de werknemers van Bevrijdingsfilms. Zij kregen daarbij soms af te rekenen met protest van meer behoudsgezinde schooldirecteurs en pastoors. Het linkse imago vormde ook vaak een struikelblok bij de toekenning van subsidies.
De meeste films die Pablo in het begin aankocht kwamen uit Zuid-Amerika, wat logisch was. Vooral de films van Jorge Sanjinés, een Boliviaanse cineast die Pablo zeer goed leerde kennen.
Trailer van ‘Insurgentes’ (2012), film van regisseur Jorge Sanjinés:
Met El canto de los pajaros (Het lied van de vogels) trok Pablo naar het filmfestival van Locarno waar de film voor 5000 toeschouwers in open lucht vertoond werd op het grote plein. Daar genoot hij geweldig van.
Geleidelijk werd het filmaanbod breder, gevarieerder en ideologisch minder gekleurd. Films werden aangekocht voor het hele land, maar in de late jaren 1970 werd meer en meer duidelijk dat België op cultureel vlak uit elkaar groeide.
De filmverdeling en huur van projectiemateriaal voor Franstalig België werd steeds moeilijker vanuit Leuven. Daarom besloot Pablo een Brussels filiaal te openen samen met Joseph Coché, een tweetalige Brusselaar, en met mezelf.
Dat werd Libération Films asbl. Het werd een begrip en vaste waarde voor filmverdeling in de niet-commerciële sector in Brussel en Wallonië. Nog steeds trouwens.
Pablo was technisch heel vaardig. Hij maakte zelf de rekken voor de 16-mm films en voor de video’s. Hij kende alles van 16-mm projectoren en repareerde stukken film als ze beschadigd binnenkwamen wat nogal eens voorviel.
Zelf had hij een gevleugeld gezegde over zijn doe-het-zelf kwaliteiten, waar hij graag mee uitpakte, een citaat van zijn moeder: “als onze Pol het niet gerepareerd kan krijgen, geef het dan maar mee met de voddenman”.
In de jaren 1990 richtte Pablo Bevrijdings-Films-Libération op. Een vzw die meer commercieel ingesteld was om met de verkoop van de eerste generatie video-projectoren en projectiemateriaal geld te genereren voor Chaski[2], Steunpunt voor de inheemse volkeren in Zuid-Amerika.
Toen Pablo op pensioen ging in 1997 bleef hij halftijds in dienst, vooral omdat hij maar een minimumpensioentje trok. Het bisdom Luik, en daarna Hasselt, had hem nooit ingeschreven als missionaris en geen pensioenbijdragen betaald.
Pablo stak veel tijd in het omzetten van 16-mm films naar video en dvd, en verzorgde nog de pendel tussen Libération Films in Brussel en Bevrijdingsfilms in Leuven.
Maar zijn gezondheid ging al wat achteruit, hij was al enkele keren in het Heilig Hart ziekenhuis beland en stilaan trok hij zich terug uit het gemeenschapsleven en ook als bestuurder uit de vzw.
Na een zeer ernstige crisis belandde hij opnieuw in het ziekenhuis en dat voor enkele weken. Hij bleek niet meer in staat om zelfstandig te wonen en vanaf dan woonde hij in het nieuwe woonzorgcentrum Wijgmaalbroek waar hij bijna 10 jaar lang content in alle rust zijn oude dag doorbracht.
Wat Bevrijdingsfilms betreft: de tijden zijn veranderd. Het huidige team, onder leiding van Rik Loens, engageert zich nog volop om nieuwe maatschappijkritische films en documentaires uit te brengen en logistieke steun te bieden aan het Afrika FilmFestival in Leuven.
Zo wordt de erfenis van Pablo Franssens levendig gehouden.
Note:
[1] In 1977 ontwierp minister van Arbeid en Tewerkstelling Guy Spitaels het werkgelegenheidsprogramma Bijzonder Tijdelijk Kader (BTK). Het had de bedoeling de werkloosheid deels te verhelpen met een derde arbeidscircuit. Lokale besturen en OCMW’s konden werklozen voor een beperkte periode aanwerven voor nutswerken en sociale activiteiten.
[2] Een chasqui was een boodschapper in het rijk der Inca’s.