Boekrecensie -

Waarom het gezin op de schop moet

Koophuis, kind, moeder, vader — het is het verhaal van het gezin dat de meesten van ons als ideaal beschouwen. Gewoon een gezin. Maar wat we niet zien, is dat het gezin helemaal niet zo gewoon is. Het verbergt machtsverhoudingen en houdt genderongelijkheid in stand.

donderdag 27 februari 2025 18:20
Spread the love

 

“Maar je wil toch wel gewoon een gezin?”, vraagt een man die tegenover me is komen zitten aan een grote leestafel in het café. Hij wijst naar het boek in mijn handen: De mythe van het gezin van Lotte Houwink ten Cate.

Hij fronst zijn wenkbrauwen, alsof hij niet kan begrijpen dat ik niet wil wat toch eigenlijk iedereen wil, waar iedereen in gelooft. Een toekomstverhaal met dezelfde woorden: moeder, vader, koophuis, kind — de maatstaf voor een geslaagd, volwassen leven.

Maar dit verhaal is niet het verhaal. Het is een verhaal, een verhaal dat macht heeft in onze samenleving.

En deze sociale norm van het ‘gewone’ gezin heeft reële consequenties, schrijft Houwink ten Cate in haar boek. Het beïnvloedt de manier waarop we denken, verankert zich in de wetgeving en verschuilt zich achter zijn eigen vanzelfsprekendheid. Daardoor blijven de stigmatisering van mensen die erbuiten vallen en het onderdrukkende karakter ervan, vooral voor vrouwen, vaak verborgen.

“Je wil toch wel gewoon een gezin?”— de zin galmt over tafel.

Bewerkt beeld @zdeneksasek, via Canva.com.

Het ongewone gezin

Wie de geschiedenis van het gezin bekijkt, hoeft niet ver terug in de tijd. De geschiedenis van het kerngezin is verrassend kort: we leven pas zo’n 200 tot 300 jaar in deze gezinsstructuur, stelt Houwink ten Cate.

Voor de industrialisatie woonden mensen vaak met meerdere generaties samen op een boerderij. Iedereen werkte, en de zorg voor kinderen was niet uitsluitend een taak van vrouwen. Dit begon langzaam te veranderen in de 16e eeuw, toen steeds meer mensen naar de stad trokken. Mannen gingen buitenshuis werken, terwijl vrouwen thuisbleven.

Hij moest de kostwinner zijn, zij moest thuisblijven

Hoewel vrouwen tijdens de industriële revolutie ook in fabrieken werkten, was dit van korte duur. Vrouwen die geld verdienden, betekenden immers onafhankelijke vrouwen — en dat strookte niet met de patriarchale orde. In plaats van te investeren in goede kinderopvang, werd de zorg voor kinderen opnieuw als een vrouwelijke verantwoordelijkheid neergezet.

Hij moest de kostwinner zijn, zij moest thuisblijven. Houwink ten Cate beschrijft hoe een cruciaal aspect van het menselijk bestaan— zorg, liefde, voortplanting — werd herleid tot ‘vrouwenwerk’. Zo natuurlijk als het gezin vaak wordt neergezet, is het dus niet.

Ik lees onafgebroken door in het boek. Houwink ten Cate gunt de lezer geen adempauze en neemt je mee in haar vloeiende essay. Er moet nog zoveel gezegd worden. Ik zucht geboeid, en sla een bladzijde om. De man tegenover me kijkt op.

Publiek en privé

Het was deze economische verandering, zo haalt Houwink ten Cate schrijfster Anja Meulenbelt aan, die de scheiding tussen ‘werk’ en ‘privé’ mogelijk maakte. Het huwelijkspaar werd als het ware een productie-eenheid: hij verrichtte betaalde, productieve arbeid, wat hem een machtige positie gaf, zij deed het onbetaalde (re)productieve werk.

Hij behoorde tot het publieke domein — politiek, economie, wetenschap — terwijl zij beperkt bleef tot de privé-sfeer van het huis. Hij werd gekoppeld aan ratio en macht, zij aan liefde, gevoeligheid, moraliteit en het gezin.

En het is ook dit onderscheid, waarbij het gezin wordt beschouwd als privé-aangelegenheid, dat werd gebruikt om de verbetering van de positie van vrouwen tegen te werken en dit te rechtvaardigen, zegt politicoloog Joyce Outshoorn. De staat had niks te zeggen over het gezin, ook niet over vrouwenmishandeling, ook niet over verkrachting binnen het huwelijk.

Isolatie

Later, zeiden ik en mijn vriendinnen tegen elkaar, dan wonen we dicht bij elkaar. Dan spelen onze kinderen samen, dan helpen we elkaar. Dat beeld veranderde toen ik en toen zij een relatie kregen. We zagen elkaar steeds minder vaak. De toekomst kreeg een ander gezicht, kreeg één gezicht. Ergens is die fantasie als fantasie afgevallen, en kreeg een andere de overhand.

Ook in de geschiedenis zien we hoe de ‘toekomst’ uit steeds minder volwassenen bestond. De Britse socioloog Hannah Gavron beschrijft hoe mensen in de jaren 60, vooral met een hoger inkomen, in de buitenwijk gingen wonen. Het was daar, waar je niet zomaar je kinderen meer naar de buurvrouw kon brengen, waar de vrouw nog meer vereenzaamde.

Het gezin maakte zich als gevoelseenheid los van de gemeenschap

Naarmate de verwachtingen van het gezin steeds hoger klommen en het gezin verder werd geprivatiseerd, sloten mensen zich steeds meer op binnen hun gezin en onderhielden ze steeds minder relaties buiten het huishouden. Het gezin werd de plek van warmte, veiligheid en intimiteit, en maakte zich als gevoelseenheid los van de gemeenschap.

Wil ik een gezin?

“En?”, vraagt de man grappend. “Weet je al of je het wil?” Al lachend spreekt de zot de waarheid.

Kritiek op het kerngezin wordt al snel verward met een aanval op liefdevolle verbintenissen, schrijft Houwink ten Cate. Dat ervaart men als bedreigend, dat maakt mensen boos. Terwijl het gezin ook maar een vorm is — de taal die we hebben geleerd voor onze verlangens naar veiligheid en verzorging.

Het gezin is maar een vorm die we hebben geleerd voor onze verlangens naar veiligheid en verzorging

“Ik wil niet inhakken op mensen in een kerngezin”, vervolgt ze. Het is geen aanval op relaties, en ook niet per se op monogamie, noch een pleidooi voor het verdwijnen van het gezin. “Maar wel voor het herzien van de geprivilegieerde positie ervan.”

De geprivilegieerde positie van het ‘normale’ verbergt de machtsverhoudingen die we reproduceren, zolang we het gezin maar als ‘gewoon’ blijven beschouwen. Terwijl we het gezin als eenheid zien, is het juist de aanjager van genderongelijkheid.

Kapitalisme in het gezin

Wanneer we verder kijken dan wat als ‘normaal’ wordt beschouwd, wordt duidelijk dat het gezin een specifieke functie vervult binnen het kapitalistische systeem. Het speelt een centrale rol in de overdracht van bezit en kapitaal — het is geen toeval dat de erfbelasting zo laag is. Daarnaast draait het gezin om onbetaald werk, grotendeels uitgevoerd door vrouwen en financieel ondersteund door de man.

In plaats van te eisen dat de staat zorgtaken collectief organiseert, worden deze binnen het kerngezin geprivatiseerd. Zorg en huishouden worden individuele verantwoordelijkheden, waarbij vrouwen structureel het grootste deel op zich nemen. Het gezin functioneert zo niet alleen als een economische eenheid, maar ook als een plek waar mannen herstellen van hun werkdag en vrouwen zorgen.

Beeld: OceanArt, via Canva.com.

Geen werk maar liefde

Vakanties plannen, naar je geliefde luisteren als die je nodig heeft, je kinderen aankleden, dat zien we niet als werk, zegt de Duitse journaliste Teresa Bücker. Werk gebeurt buitenshuis, daar waar je betaald krijgt. Liefde, zo wordt dit onbetaalde ‘vrouwenwerk’ genoemd.

De glimlachende vrouw, altijd een luisterend oor. Altijd rekening houdend met haar partner, voor hem zorgend, aandacht aan hem bestedend. Die vrouw ken ik. Dat is mijn moeder. Dat is mijn collega. Dat ben ikzelf.

Wat ‘liefde’ wordt genoemd, is in werkelijkheid een vorm van onzichtbaar gehouden arbeid

Wat ‘liefde’ wordt genoemd, is in werkelijkheid vaak een vorm van onzichtbaar gehouden arbeid. Generaties lang is opoffering voor vrouwen een tweede natuur geworden. Het zijn eigenschappen die hen zijn aangeleerd. De Amerikaanse antropoloog Sarah Blaffer Hrdy stelt dat vrouwen zó lang zijn gesocialiseerd in ondergeschikte rollen, dat ze misschien vaker geneigd zijn om zowel vanuit een ondergeschikte als een overheersende rol te kijken.

Zorgtaken zijn wereldwijd ongelijk verdeeld, en dat is niet veranderd nu steeds meer vrouwen werken. Zelfs wanneer een vrouw fulltime werkt, draagt zij daarbovenop nog steeds het grootste deel van het onbetaalde werk. De vooruitgang in vrouwenarbeid buitenshuis is niet gepaard gegaan met een gelijke verschuiving van mannen naar huishoudelijk werk.

Ik sla het boek dicht. De man tegenover me schrikt op uit zijn krant. Ik glimlach. Ik weet eigenlijk ook niet waarom.

It takes a village to raise a child

Het is moeilijk om het kerngezin met een neutrale blik te bekijken, zegt Houwink ten Cate. Beïnvloed door onze eigen herinneringen blijven we het als het ultieme streven zien. En zo blijft het gezin vooral zichzelf reproduceren.

It takes a village to raise a child — het is een uitspraak die we kennen, maar die in onze samenleving nauwelijks betekenis heeft. Wij doen het tegenovergestelde. Zorgtaken worden geïsoleerd binnen het gezin, waar elk huishouden afzonderlijk probeert alles op te lossen. Vaak komt die last neer op de vrouw, of op een huishoudhulp die op haar beurt haar eigen familie moet achterlaten.

Ondertussen hebben we allemaal minder tijd, worden de kosten steeds hoger, en blijven de maatschappelijke verwachtingen toenemen. En toch blijven we dromen, blijven we ons vastklampen aan het gezin, het ‘gewone gezin’.

Ik sta op en betaal voor mijn koffie. Terwijl ik langs de man loop, zeg ik: “Gewoon een gezin? Het gezin is helemaal niet gewoon.”

 

De mythe van het gezin is te verkrijgen in De Groene Waterman

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!