Competitiviteit als Europese prioriteit, maar tegen welke prijs?
De Europese economie sputtert. Hoge energieprijzen en een groeiende achterstand in innovatie, in onder meer elektrische wagens, zorgen voor grote ontslagrondes in Duitsland, de motor van de Europese economie. De dreigende handelsoorlog met zowel de Verenigde Staten als China zorgt voor nog meer sombere vooruitzichten.
Het is dus volledig terecht dat de nieuwe Europese Commissie, onder Ursula von der Leyen, competitiviteit naar voren schuift als haar hoogste prioriteit voor de komende legislatuur. Met het Draghi rapport van september vorig jaar en het recent voorgestelde EU Competitiveness Compas, beginnen ook de eerste contouren duidelijk te worden van hoe ze dit probleem willen aanpakken.
Op vraag van de grote Europese industriële lobbygroepen, ligt de nadruk in deze documenten vooral op deregulering. In navolging van Musk en Trump in de VS moet ook de EU regels voor bedrijven schrappen, zodat deze vrijer kunnen innoveren en minder administratieve lasten hebben. Het achterliggende idee is duidelijk: als we vergelijkbare economische groei willen zoals de VS, moeten we hun economisch model kopiëren.
Wie enkel naar de economische cijfers van de VS kijkt, mist echter de harde achterliggende realiteit. ‘The U.S. Economy Is Racing Ahead. Almost Everything Else Is Falling Behind’, kopte The New York Times op 4 februari op basis van een recent wetenschappelijk rapport. Het economische succes van de Verenigde Staten heeft niet geleid tot een verbetering van de levensomstandigheden.
Uit dit rapport blijkt dat de VS de laagste levensverwachting heeft van alle rijke landen. Tegelijk hebben ze het hoogste aantal moorden en het hoogste aantal dodelijke drugs-overdosissen. Ze hebben een van de laagste scores voor vertrouwen in de federale overheid en zitten bij de hoogste aantallen jeugddepressies en eenoudergezinnen. Ook de algemene tevredenheid van de burgers over hun leven is lager dan dertig jaar geleden.
De sterke economische cijfers hangen, volgens datzelfde rapport, samen met de hoogste CO2-uitstoot. En de financiële winsten die hieruit verkregen worden, zijn dan ook weer enorm ongelijk verdeeld. De Verenigde Staten zitten in de kopgroep zowel op vlak van inkomensongelijkheid als het percentage inwoners dat in armoede leeft.
Mijn oproep aan de Europese Commissie is dus simpel. Volg niet blind de Amerikaanse koers. Europa heeft nood aan een sterk eigen economisch verhaal, met ruimte voor sterke regelgeving die onze omgeving en onze sociale welvaartsstaat beschermt. Want een sterke Europese economie biedt enkel meerwaarde als die ook de levens van elke Europeaan verbetert.