Het strengste asiel- en migratiebeleid ooit uitgelegd
“Migratie is geen koopwaar. Geen ruilmiddel. Geen vod waarmee je het tafelblad van de onderhandeling proper veegt. En toch lijkt het erop dat Vooruit bereid is om rechten van migranten te verhandelen in ruil voor een klein beetje sociaal-economische kruimels”.
Aan het woord is Bert Engelaar van ABVV. Opmerkelijk dat de socialistische vakbond migratie zo centraal zet. En nog opmerkelijker is de kritiek op migranten - en dus migratiebeleid - als ruilmiddel gebruiken voor sociaaleconomische opportuniteiten voor de zittende bevolking.
In zijn eigen woorden, verwijst Engelaar naar “welvaartschauvinisme”. De term werd in 1990 voor het eerst gelanceerd door de onderzoekers Andersen en Bjorklund, die welvaartschauvinisme in Noorwegen en Denemarken, beschreven. Dat is het idee dat sociale voorzieningen en uitkeringen, zoals werkloosheidsuitkeringen, sociale woningen, onderwijs en gezondheidszorg, exclusief beschikbaar zouden moeten zijn voor de autochtone bevolking van een land, en niet voor migranten, vluchtelingen of etnische minderheden.
Welvaartschauvinisme benadrukt een onderscheid tussen 'ons' en 'hen'
Welvaartschauvinisme benadrukt een onderscheid tussen 'ons' (de eigen bevolking) en 'hen' (nieuwkomers), waarbij de toegang tot de verzorgingsstaat wordt beperkt tot de ingroup. Dat gedachtegoed en dito strategie zijn geenszins beperkt tot uiterst rechts: ook centrumpartijen waaronder de sociaaldemocraten van Vooruit laven zich eraan.
Vandaag verwijzen we er gangbaar naar als ‘het Deens model’. Denemarken heeft als enig Europees land een 'opt-out' wat asiel en migratie betreft, waardoor het zich niet moet houden aan Europese afspraken op dat vlak. Let wel, de Conventie van Genève en andere internationale rechtspraak blijft gelden (lees deze bijdrage van Pieter Stockmans).
De droom van een Europese ‘opt-out’ op asiel en migratie leeft sindsdien ook in Nederland en steekt de kop op in het regeerakkoord van Arizona. Het beantwoordt aan de wens van een hardere aanpak op het vlak van verblijfsrecht, integratie en terugkeer. Kortom, was er ooit “iets rot in de staat Denemarken”, dan is dat vandaag ook zo in de Belgische staat.
Asiel en migratie in Arizona
Arizona wil - dixit Theo Francken - het strengste asiel en migratiebeleid ooit voeren. In financiële termen: Arizona gaat 1,58 miljard euro besparen. Wat er federaal in de pijplijn zit, is niet los te zien van het Vlaams regeerakkoord. De Vlaamse regering maakt bijvoorbeeld de toegang tot sociaal wonen moeilijker op basis van taalkennis: de drempel wordt verhoogd van taalverwerving naar B1 - het niveau net onder taalkennis voor deelname aan het hoger onderwijs.
Taal speelt eveneens een rol in het krijgen van toegang tot onderwijs. “Bij de inschrijving op school zal een ouder zijn kennis van het Nederlands moeten bewijzen of een deelnamebewijs voor Nederlands taalonderwijs moeten voorleggen. Lukt dat niet, dan verliezen alle schoolgaande kinderen uit het gezin hun jaarlijkse schoolbonussen,” schrijven Gianni Loosveldt, Kathleen Emmery en Simonne Vandewaerde op Sociaal.net.
De Vlaamse regering wil ook inburgering organiseren in het buitenland
De Vlaamse regering onderzoekt daarnaast hoe ze alle Vlaamse sociale rechten kan beperken tot mensen met minstens vijf jaar wettig verblijf. De Vlaamse regering wil ook inburgering organiseren in het buitenland.
De federale regering haakt daarop in door de asielinstroom én asielopvang te beperken, gezinshereniging te verstrengen, leeflonen te verlagen voor een deel van de vluchtelingen, de strengere Vlaamse inburgering in het buitenland te koppelen aan meer voorwaardelijke visavoorwaarden, en inzetten op externalisatie van een deel van het migratiebeleid naar derdelanden.
Ook enkele ‘symbolen’ passeren de revue: kinderen in gezinnen zonder wettig verblijf die in programma’s van gedwongen terugkeer zitten, mag men (voorlopig) niet opsluiten, maar dat wordt na een tijd opnieuw geëvolueerd, en de ondertussen beruchte ‘achterhuiswet’ om mensen zonder wettig verblijf te kunnen oppakken in hun woning komt erdoor.
Asielinstroom en-opvang afbouwen
Het grootste deel van de besparing van 1,6 miljard moet komen van een inperking van het aantal asielzoekers. Zo’n 150 miljoen euro zou komen van een “efficiëntere terugkeer en minder instroom”. Nog eens 469 miljoen euro denkt men te kunnen besparen dankzij het nieuwe Europese migratiepact.
Arizona wil de 40.000 asielaanvragen in ons land, verminderen “tot de EU-norm”. België zou - in de interpretatie van Aizona - 11.400 asielzoekers moeten opvangen. Dat is 3,2 procent van de totale asielaanvragen in Europa. Dat is een verkeerde interpretatie van het EU-migratiepact. Hoe dan ook, dit zou een besparing van 469 miljoen euro opleveren tegen 2029.
Arizona zou ook gebruik maken van het Europese migratiepact om asielzoekers die al in een ander EU-land een aanvraag hebben ingediend, terug te sturen naar dat land – een toepassing van het Dublin-verdrag. Zij zouden opgevangen worden in zogenoemde Dublincentra, een 'versoberde' vorm van collectieve opvang. Daarnaast komen er meer ontradingscampagnes, die in diverse onderzoeken onder vuur liggen wegens “inefficiënt” tot contraproductief.
Asielzoekers worden alleen nog in "sterk versoberde" collectieve centra opgevangen
De onderhandelingsnota schrijft een totale afbouw van de asielopvang voor op middenlange termijn; eens de asielopvangcrisis is gestild. Daarna komt er een afbouw van alle LOI’s – de opvang via OCMW’s. Dat is zo’n 15 procent van alle opvang. Asielzoekers worden alleen nog in collectieve centra opgevangen – “sterk versoberd” heet het dan: al dient de vraag gesteld wat je in bepaalde asielopvangcentra nog kan versoberen? Daarnaast worden gsm's en tablets gecontroleerd op fraude, en het zakgeld voor asielzoekers verdwijnt.
Tegelijk geeft Arizona aan dat wanneer de opvangcapaciteit verzadigd is, ons land gebruik zal maken van de optie in het Europese migratiepact om in ruil voor een financiële bijdrage minder asielzoekers te moeten opvangen. Dat zou gaan om 20.000 euro per niet opgevangen migrant.
Meervoudige asielaanvragen worden gekortwiekt: ook asielopvang weigeren wordt daarin belangrijk. Dit is slecht voor de allerkwetsbaarsten die vaak meerdere aanvragen nodig hebben om hun verhaal 'op orde te krijgen'. Denk aan mensen die gevlucht zijn wegens het behoren tot 'een sociale groep' - één van de vijf redenen in de Conventie van Genève om erkend te worden als vluchteling - als LGBTQI of vrouwen die een verkrachting als oorlogswapen hebben doorstaan.
Opening voor de externalisering van asiel?
Opvallend in het regeerakkoord van Arizona is de opening voor de externalisering van asiel. Niet dat externalisering nieuw is, gezien de diverse akkoorden met derde landen als Tunesië en Libië, door zowel de Europese Commissie als door individuele staten als Italië.
Maar Arizona maakt ook een opening voor de externalisering van asielopvang, met de belofte van hervestigingsquota. Of dat was toch erg expliciet in de voorlaatste versie van het regeerakkoord, wat wil zeggen dat deze 'optie' zal verkend worden en tot interne twisten zal leiden. In die voorlaatste versie werd vermeld dat men streef naar een coalition of the willing om verder te gaan dan het Europees Migratiepact.
Dan wordt asielopvang totaal geëxternaliseerd naar derdelanden. In het regeerakkoord wordt - in geen enkele versie ervan - geen cijfer vermeld: over welke aantallen ‘hervestiging’ naar België heeft men het dan?
In de laatste versie van het regeerakkoord is die sterkere nadruk op de externalisering van asielopvang en de dito procedure herschreven als volgt: “Naast het Europees migratiepact zullen we desgevallend pleiten voor een versterking van de externe dimensie van het migratiebeleid, door meer en op verschillende manieren samen te werken met herkomst- en doorreislanden, maar ook door andere nuttig geachte pistes te verkennen.”
In geval van uitzonderlijke omstandigheden kunnen tijdelijke grenscontroles worden ingevoerd
De externalisering die in het regeerakkoord wel duidelijk verankerd is, zijn de plannen voor de detentie van mensen zonder wettig verblijf die een misdrijf pleegden, die gedeporteerd kunnen worden naar gevangenissen in Kosovo of Estland.
In geval van uitzonderlijke omstandigheden kunnen tijdelijke grenscontroles worden ingevoerd - een tijdelijke opheffing van het Schengenakkoord -, zoals bij ernstige bedreigingen of massale illegale migratiestromen. Landen als Nederland en Frankrijk, en Duitsland deden dit al: grotendeels een kwestie van politieke show en vooral een verspilling van publieke middelen.
‘Het primaat van de politiek’
Onder Arizona heerst het primaat van de politiek. De asiel- en migratieinstituties zullen dat aan de lijve ondervinden. De vonnissen van de arbeidsrechtbanken worden bijvoorbeeld getransfereerd naar de Raad Voor Vreemdelingenbetwistingen (de RVV), zogenaamd omdat ze te weinig expertise hebben in migratierecht.
In realiteit zorgden de arbeidsrechtenbanken onder Vivaldi voor duizenden sterke vonnissen tegen de schending van het recht op asielopvang. Zorgwekkend na een legislatuur waarin de wet, beslissingen van arbeidsgerechten en Raad van State evenals dwangsommen gewoon genegeerd werden. Ook wordt de benoeming van de rechters van de RVV voorwaardelijker gemaakt door termijnen van vijf jaar in plaats van benoemingen voor het leven.
Mondelinge hoorzittingen worden de absolute uitzondering, en schriftelijke procedures de regel
Arizona vindt daarnaast dat de regering kan beslissen over wat de RVV een principezaak vindt. Mondelinge hoorzittingen worden de absolute uitzondering, en schriftelijke procedures de regel, wat het hoor- en spreekrecht van diegenen die het beleid ondergaan dus onderuit haalt. Zeker, maar niet alleen, voor Niet Begeleide Minderjarige Vreemdelingen staat dat haaks op de recente veranderingen binnen de RVV om dat kindvriendelijk aan te pakken (zie dit onderzoek aan de UGent van Sara Lambrechts).
Ondertussen reageerde Marc Oswald, de voorzitter van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, in Le Soir op die plannen. Hij bekritiseert dat de rechtbank bij Arizona onder politieke controle worden gebracht. Dat is volstrekt ongrondwettelijk. Pieter Stockmans verwijst terecht naar scheuren in de scheiding der machten in Mo.be.
Ook het Commissariaat CGVS wordt in een keurslijf geduwd van een eengemaakte FOD Migratie. En de dienst voogdij verliest de bevoegdheid om leeftijdsbepalingen te doen, en komt onder de eengemaakte asieldienst. Opvallend is ook het streven om politieke controle te verwerven over de CGVS-richtlijnen wat ‘veiligheid’ in landen van herkomst betreft - de zogenaamde landenanalyses.
Niet alleen diensten worden onderworpen aan ‘het primaat van de politiek’ om verblijfsrecht te ondermijnen. Gratis juridische bijstand tijdens asielprocedure wordt ook onder vuur genomen. De kosteloze bijstand wordt 'geherevalueerd'. Ook het uitoefenen van vreemdelingenrecht kan slechts voor een beperkte pool van erkende advocaten.
In de praktijk betekent dit dat de toegang tot een advocaat met erkende expertise in vreemdelingenrecht quasi onmogelijk wordt. Er komen daarnaast ook drempels om beroep aan te tekenen. Het akkoord bevat trouwens ronduit vileine veronderstellingen: “te laat je aanvraag doen als asielzoeker, is geen oprechte bescherming zoeken” en dus een legitieme weigeringsgrond.
Permanente precariteit?
Verblijfsrecht wordt de facto moeilijker. Dat geldt zowel voor gezinshereniging, maar ook internationale bescherming - toch voor subsidiair beschermden - en regularisatie komen in het vizier. Als er één groep is die onder vuur komt, zowel wat verblijfsrecht betreft, als gezinshereniging en toegang tot sociale rechten zijn het wel asielzoekers die het statuut ‘subsidiaire bescherming’ krijgen.
Het beleid mikt dus bewust op het verhogen van inkomensdrempels voor gezinshereniging
De mogelijkheden tot gezinshereniging worden verstrengd. Er komt een verhoging van de inkomensvoorwaarde voor derdelanders. Nu geldt de drempel van 120 procent leefloon (2100 euro). Maar die drempel wordt verhoogd naar 110 procent van het RMI (zo’n 2300 euro). Met elke keer een 10 procent extra verhoging per familielid daarbovenop. Het beleid mikt dus bewust op het verhogen van inkomensdrempels voor gezinshereniging.
Vluchtelingen hebben normaal een uitzonderingsjaar voor die extra voorwaarden, zoals inkomen, een geschikte woonst en een ziekteverzekering. Dat uitzonderingsjaar wordt ingeperkt naar zes maanden tijd, met erna zes maanden voor het aanvullen van de aanvraag. Het akkoord vermeldt niet de mogelijkheid van een schriftelijke aanvraag op afstand, dus blijft de aanvraag op afstand een uitzondering (zie Afrin arrest).
Dit zal de (tijds)druk om een gevaarlijke grens over te steken verhogen. Subsidiar beschermden zijn het absolute slachtoffer inzake gezinshereniging. Het regeerakkoord vermeldt een standaard wachtperiode van twee jaar voor gezinshereniging van derdelanders, behalve erkende vluchtelingen. Subsidiar beschermden verliezen hun gelijkstelling met erkende vluchtelingen onder de Conventie van Genève.
Dat wil zeggen vrouwen en kinderen gaan moeten wachten in conflictzones, zonder veiligheid, zonder onderwijs, enzovoort. Een kind is geen doorslaggevend bewijs meer van een liefdesrelatie, en aanvragers moeten minstens 21 jaar oud zijn.
De aanvrager van gezinshereniging - met uitzondering van erkende vluchtelingen - moet ook al in eigen land slagen voor een inburgeringstest en een taaltest. De inburgering in het buitenland geldt niet voor erkende vluchtelingen. “Dit geldt, conform het EU-recht, niet voor gezinsleden die zich herenigen met erkend vluchtelingen.”
Inburgering in het buitenland staat ook centraal in het Vlaams regeerakkoord. Elke nieuwkomer moet een “bindende nieuwkomersverklaring” ondertekenen, waarbij die instemt met “de strikte neutraliteit van de staat en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen”.
Hoe moeilijker je gezinshereniging maakt, met meer drempels, hoe meer de toekomst van mensen stilstaat, blijkt uit mijn en veel ander onderzoek over gezinshereniging. Zolang je geen zekerheid hebt over je gezin, investeer je niet in sociale mobiliteit.
Bovendien veroorzaakt de lange tijd die gezinsleden uiteen zijn, een stuk vervreemding. Wat na gezinshereniging tot allerlei schaduwkosten leidt, zoals de nood aan gezinsondersteuning of traumaverwerking. Dit ondermijnt ‘het recht op gezinsleven’. Het gezin heet soms de hoeksteen van de samenleving in politieke kringen. Maar deze gezinnen staan in de hoek waar de stenen aankomen.
Ook andere vormen van verblijfsrecht komen onder vuur. De nationaliteit van Belgisch Palestijnse kinderen via geboorte in België uit een staatloos gezin, wordt opnieuw bekeken: “de procedures omtrent staatloosheid en nationaliteit geëvalueerd en gerationaliseerd, in het bijzonder wat betreft de toekenning van de nationaliteit o.b.v. geboorte in België”. Tot zover de solidariteit met Palestijnen.
De nationaliteitsverwerving gaat van 5000 euro in de vorige onderhandelingsnota naar 1000 euro. Alle retributies worden trouwens waar mogelijk verhoogd. Dus financiële drempels voor de toegang tot rechten blijven. Men wil recht minder haalbaar houden en maken. Ook als dat het sluitstuk van integratie - aannemen van Belgische nationaliteit - betekent.
De woonstbetreding - of zogenaamde achterhuiswet - komt er
Een laatste categorie die onderworpen wordt aan toenemende precariteit zijn mensen zonder wettig verblijf. De woonstbetreding - of zogenaamde achterhuiswet - komt er. Het gaat enkel om “vreemdelingen die een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) hebben gekregen en een gevaar voor de openbare orde vormen, of een gevaar voor de nationale veiligheid wegens feiten van extremisme, radicalisering of terrorisme, of die veroordeeld werden voor ernstige misdrijven”. Let wel dat gevaar voor de openbare orde interpretabel is.
Kinderen uit gezinnen zonder wettig verblijf mogen in programma’s van gedwongen terugkeer niet opgesloten worden. Het woord 'persona non grata' over niet repartieerbare mensen zonder wettig verblijf is (gelukkig) verdwenen uit de eindtekst. Maar er is steeds geen regeling rond niet-repatrieerbaren. De projecten ‘opvang en oriëntatie’, en ICAM worden geëvalueerd. Het is een publiek geheim dat vanuit politiek perspectief “een duurzame oplossing” wordt gelijkgesteld aan terugkeer.
Opvallend is dan ook het verschil met arbeidsmigratie, zeker van hooggeschoolde migranten die zowel qua toegang tot verblijfsrecht - via de “single permit” procedure - als qua gezinshereniging meer gunstige voorwaarden krijgen. De vraag is of het met de demografische realiteit en de daarmee verbonden nood aan de invulling van jobs (knelpuntberoepen: die beperkt zijn bij de single permit -procedure) anders kan?
Ook de verandering van werkgever verandert van een periode van 90 dagen naar 180 dagen, wat “onwettig verblijf” kan voorkomen van die groep arbeidsmigranten. Samen met de uitbreiding van de plaatsen voor organisaties (bijvoorbeeld PAGASA en PAYOKE) in de procedure mensenhandel. Toch enkele toe te juichen maatregelen.
Toegang tot leefloon
Als er iets 'de Deense koers' van welvaartschauvinisme belichaamt, dan wel de toegang tot sociale rechten voor mensen met internationale bescherming. Waar in eerdere versies van de onderhandelingsnota’s erkende vluchtelingen pas na vijf jaar recht zouden hebben op sociale bijstand, en het leefloon zou worden vervangen door een lager integratiebedrag behoudt men in het regeerakkoord de drempel voor toegang tot een leefloon enkel voor subsidiair beschermden. We gaan naar een totale ongelijkheid in internationale bescherming voor hen op elk vlak.
Die ommezwaai heeft natuurlijk te maken met het feit dat die beperking invoeren voor erkende vluchtelingen, op een vonnis stoot van het Hof van Justitie op 21 november dat oordeelde dat vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning geen lagere sociale bijstand mogen ontvangen dan eigen onderdanen, op basis van artikel 29 van de EU-kwalificatierichtlijn van 2011 en het VN-Vluchtelingenverdrag.
Ook artikel 23 van het VN-Vluchtelingenverdrag van 1951 stelt dat "De Verdragsluitende Staten zullen de regelmatig op hun grondgebied verblijvende vluchtelingen, wat de ondersteuning en bijstand van overheidswege ter voorziening in het levensonderhoud betreft, op dezelfde wijze als hun onderdanen behandelen". (Zie ook deze bijdrage van Pieter Stockmans).
Vooral subsidaire beschermden komen zo terecht in een nog meer precaire positie op sociaal vlak
Waar de politieke discussie over de (valse keuze) tussen de welvaartstaat en migratie begon met de lezing van Bart De Wever in het kader van de opening van het academiejaar georganiseerd door Carl Devos, wordt ze nu beslecht in het regeerakkoord van Arizona. Vooral subsidaire beschermden komen zo terecht in een nog meer precaire positie op sociaal vlak.
“Wat betreft de begunstigden van subsidiaire bescherming en de tijdelijk ontheemde personen, zullen zij hun verlaagde sociale hulp kunnen aanvullen met bonussen op basis van hun integratie-inspanningen (zoals het volgen van een inburgerings- en taalcursus, het actief zoeken naar een job en het volgen van een opleiding),” stelt het akkoord.
Voor hen lijkt het naast hun gekortwiekte verblijfsstatus en recht op gezinshereniging op terechtkomen in een permanente noodtoestand. Terwijl ze al de facto tweederangsburgers waren: “Hun startpunt is wat bij ons het eindpunt is: het leefloon, de sociale bijstand. Met andere woorden, vluchtelingen doorlopen een gans ander, veel marginaler, sociale zekerheidsparcours. Hun statuut is in de feiten dus al erg 'apart'. Zij zijn in de feiten al tweederangs burgers,” stelden Ive Marx en Ninke Mussche al in 2015.
Het discours over de noodzaak aan het kortwieken van leeflonen, staat haaks op de cijfers. In de federale begroting van 2018 is er 91,3 miljard euro voorzien voor de sociale zekerheid. Het budget voor leeflonen is 1,1 miljard. Van die bedragen gaat slechts een fractie naar vluchtelingen en sans-papiers. Een kleine 16 procent van de 140.000 leefloners in ons land is vluchteling.
De bijstand voor vluchtelingen verlagen is een schending van mensenrechten
Ook Jan Hertogen stelt dat slechts 7,2 procent van de erkende vluchtelingen na 1999 leefloner is. “Tussen 1999 en 2024 werden 301.850 vluchtelingen erkend in België, daarvan krijgen er maar 21.783 of 7,2 procent een geheel of verminderd leefloon, situatie eind 2024.”
De bijstand voor vluchtelingen verlagen werkt ook niet. Denemarken verlaagde de toegang tot en het bedrag van de leeflonen. Op de langere termijn was de impact volgens onderzoek negatief. “Over het algemeen verhoogde de hervorming de armoedecijfers en leidde het tot een toename van zelfvoorzienende criminaliteit. Bovendien zorgen de lokale vraagomstandigheden voor een aanzienlijke heterogeniteit in de effecten van de hervorming op de onmiddellijke en langere termijn.” Bovendien is het een schending van mensenrechten.
Conclusie
Arizona lijkt vooral op een coalition of the willing om het welvaartschauvinisme te versterken en verdiepen. Verblijfsrecht wordt behalve arbeidsmigratie, over het algemeen voorwaardelijker en precairder, zelfs na erkenning. En de toegang tot sociale rechten voor nieuwkomers wordt moeilijker en voorwaardelijker.
Arizona belichaamt wat we in onderzoek “welvaartstaatbegrenzing” noemen. Asielopvang wordt afgebouwd en asielrecht wordt de facto een kwestie van externalisatiebeleid, met “hervestiging” zonder een concreet cijfer. Vooral subsidiair beschermden zijn de grootste slachtoffers.
Het doel van rechten voor nieuwkomers in Arizona, is niet bescherming bieden of als hefboom voor sociale mobiliteit gebruiken, maar rechten inzetten als instrumenten om mensen te weren en te doen struikelen. Om dan te zeggen dat “integratie mislukt” en mensen hun schouders niet onder de welvaartsstaat zetten. De hiërarchie tussen A-burgers, B- en C-burgers is volstrekt normaal geworden. Blijkbaar moeten we vandaag Arizona vieren omdat ze een ongelijkheidsproject nastreeft. “There’s something rotten in the state of Belgium”.