In de vierde briefing van Progressive International in 2025 introduceren we De Groep van Den Haag, een historische coalitie van staten die samenkomen om concrete actie te ondernemen ter ondersteuning van de Palestijnse bevrijding.
Blij met de overwinning van Donald Trump in november vorig jaar, beloofde de Israëlische minister van Financiën, Bezalel Smotrich, dat 2025 het jaar zou worden waarin de Israëlische bezettingstroepen hun annexatie van de Westelijke Jordaanoever zouden voltooien.
"De enige manier om de dreiging van een Palestijnse staat van de agenda te halen," zei Smotrich, "is door Israëlische soevereiniteit toe te passen op de nederzettingen in Judea en Samaria (bijbelse namen voor de Westelijke Jordaanoever)."
Uren nadat Trump aantrad en dagen na de inwerkingtreding van het staakt-het-vuren in Gaza, lanceerde Israël Operatie IJzeren Muur. Kolonistenaanvallen braken uit in de bezette gebieden. In de stad Jenin werden zeventien mensen gedood, waaronder de tweejarige Laila Al-Khatib, en meer dan 60 huizen werden verwoest. Op woensdagavond eiste een Israëlische droneaanval in de noordelijke stad Tamoun nog eens tien levens.
In Washington verspilde de nieuwe regering weinig tijd om haar steun te betuigen aan deze escalerende campagne van etnische zuivering. Nadat de weinige sancties die de VS had opgelegd aan illegale Israëlische nederzettingen waren opgeheven, beloofde het Witte Huis nu om internationale studenten die deelnemen aan solidariteitsacties voor Palestina op universiteitscampussen te 'deporteren'. Donald Trump zette het beleid van Joe Biden voort en beloofde de hele bevolking van de Gazastrook "schoon te vegen" en iedereen te bedreigen die in de weg staat van de bezetting.
Maar opnieuw werd de wreedheid van het imperialisme slechts geëvenaard door de vastberaden veerkracht van de onderdrukten. Scènes van vreugde en emotionele herenigingen speelden zich deze week af in de Gazastrook, toen honderdduizenden ontheemden terugkeerden naar hun huizen in het noorden van de enclave.
De terugkeer van het Palestijnse volk naar hun land, met de hoop van de mensheid op hun schouders, vereist een hernieuwde internationale inspanning om hun onderdrukkers verantwoordelijk te houden. Daarom kwamen op 31 januari negen landen — gezamenlijk bekend als De Groep van Den Haag — bijeen in Den Haag om juridische, diplomatieke en economische maatregelen tegen Israëls schendingen van het internationaal recht te coördineren.
Bijeengeroepen door Progressive International, onderzoekt de bijeenkomst tussen staatsvertegenwoordigers van Belize, Bolivia, Colombia, Cuba, Honduras, Maleisië, Namibië, Senegal en Zuid-Afrika collectieve actie op zowel nationaal als internationaal niveau om de Palestijnse bevrijding te bevorderen.
De verklaring die na de vergadering werd aangenomen, verplicht de staten drie zaken. Ten eerste worden ze verplicht de arrestatiebevelen tegen Israëlische functionarissen, uitgevaardigd door het Internationaal Strafhof, te handhaven.
Daarnaast moeten ze de levering of overdracht van wapens, munitie en aanverwante uitrusting aan Israël voorkomen, wanneer er een duidelijk risico bestaat dat deze zullen worden gebruikt om het internationale recht te schenden.
Tot slot worden ze verplicht het aanmeren van schepen in hun havens te voorkomen, wanneer er een risico bestaat dat deze schepen worden gebruikt om militaire brandstof en wapens naar Israël te vervoeren.
Je kunt de volledige tekst van de verklaring hieronder lezen.
Gezamenlijke openingsverklaring
De cruciale bijeenkomst van vandaag in de Stad van Vrede en Rechtvaardigheid is uit noodzaak geboren. De genocide van Israël in Gaza — gedocumenteerd door internationale rechtbanken en over de hele wereld veroordeeld door de civiele samenleving — is met straffeloosheid tegemoet getreden, en mogelijk gemaakt door westerse bommen en kogels. Na de sancties die Washington heeft opgelegd aan het Internationaal Strafhof, worden de instellingen die zijn ontworpen om rechtvaardigheid en verantwoording te handhaven nu gestraft omdat ze het aandurven het internationale recht te handhaven.“De schendingen van Israël gaan verder dan de massamoord en vervolging van Palestijnen,” vertelde Anwar Ibrahim, premier van Maleisië, aan The Guardian voorafgaand aan de bijeenkomst. “Ze raken de fundamenten van het internationale recht, en de wereldwijde gemeenschap heeft de plicht die te verdedigen.”
De Groep van Den Haag, 31 januari 2025
Wij, de vertegenwoordigers van de regeringen van Belize, de Plurinationale Staat Bolivia, de Republiek Colombia, de Republiek Cuba, de Republiek Honduras, Maleisië, de Republiek Namibië, de Republiek Senegal en de Republiek Zuid-Afrika, bijeen in Den Haag, Nederland, op deze 31ste dag van januari 2025, richten de De Groep van Den Haag op.Geleid door de doelstellingen en beginselen die zijn vastgelegd in het Handvest van de Verenigde Naties en de verantwoordelijkheid van alle naties om de onvervreemdbare rechten van alle volkeren, waaronder het recht op zelfbeschikking, te handhaven.
Rouwend om de levens, het levensonderhoud, de gemeenschappen en het culturele erfgoed die verloren zijn gegaan door de genocide van Israël, de bezettende macht, in Gaza en de rest van het bezette Palestijnse grondgebied tegen het Palestijnse volk.
Weigerend passief te blijven tegenover dergelijke internationale misdaden.
Vastberaden om onze verplichtingen na te komen om een einde te maken aan de Israëlische bezetting van de Staat Palestina en de verwezenlijking van het onvervreemdbare recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking, inclusief het recht op hun onafhankelijke staat, te ondersteunen.
Herinnerend aan:
- De bevelen van het Internationaal Gerechtshof in de zaak Zuid-Afrika tegen Israël van 29 december 2023, waarin ernstige bezorgdheid wordt geuit over de uitvoering van genocidemisdaden in Palestina, en wijzend op het aanzienlijke en diverse aantal staten dat zich als derde staten bij de zaak heeft aangesloten, om de veroordeling en onmiddellijke beëindiging van de aan de gang zijnde genocide te eisen.
- de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 over de 'Juridische gevolgen voortvloeiend uit het beleid en de praktijken van Israël in het bezette Palestijnse gebied, inclusief Oost-Jeruzalem',
- en de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof van 9 juli 2004 over de 'Juridische gevolgen van de bouw van een muur in het bezette Palestijnse gebied',
- de Resolutie A/RES/Es-10/24 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, aangenomen op 18 september 2024 tijdens de Tiende Buitengewone Speciale Zitting, waarin de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof van juli 2024 werd onderschreven, en de verplichtingen van de lidstaten om de verplichtingen onder internationaal recht na te leven zoals weerspiegeld in de adviesopinie,
- de uitvaardiging van arrestatiebevelen door het Internationaal Strafhof op 21 november 2024, met de aanduiding van "redelijke gronden om aan te nemen dat de heer Netanyahu en de heer Gallant elk strafrechtelijke verantwoordelijkheid dragen als civiele oversten voor de oorlogsmisdaad van het opzettelijk richten van een aanval op de burgerbevolking ... de oorlogsmisdaad van uithongering als methode van oorlogsvoering... en de misdaden tegen de menselijkheid van moord, vervolging en andere onmenselijke daden",
- de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in de zaak Nicaragua tegen Duitsland van 30 april 2024, waarin "alle staten worden herinnerd aan hun internationale verplichtingen met betrekking tot de overdracht van wapens aan partijen in een gewapend conflict, om het risico te vermijden dat dergelijke wapens worden gebruikt voor schendingen" van het Genocideverdrag en de Verdragen van Genève met betrekking tot Israëls handelen in Gaza en de rest van het bezette Palestijnse gebied,
- Resolutie 418 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 4 november 1977, en Resolutie 591 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties van 28 november 1986, die "een verplichte wapenembargo" tegen Apartheid Zuid-Afrika oplegden,
- alle relevante resoluties van de Veiligheidsraad, waaronder Resolutie 2334 (2016) van 23 december 2016, die bevestigde dat "de vestiging door Israël van nederzettingen in het Palestijnse gebied bezet sinds 1967, inclusief Oost-Jeruzalem, geen juridische geldigheid heeft en een flagrante schending onder internationaal recht vormt",
Nadruk leggend op de noodzaak om verantwoordelijkheid af te dwingen voor de ernstigste misdrijven onder internationaal recht door middel van passende, eerlijke en onafhankelijke onderzoeken en vervolgingen op nationaal of internationaal niveau, en om gerechtigheid te waarborgen voor alle slachtoffers en de preventie van toekomstige misdaden te verzekeren.
Overtuigd dat collectieve actie door middel van gecoördineerde juridische en diplomatieke maatregelen op zowel nationaal als internationaal niveau een dringende noodzaak is om de principes van rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid die de basis vormen van het VN-Handvest te handhaven.
Verklaren wij onze intentie om:
- De VN-Resolutie A/RES/Es-10/24 te handhaven en, in het geval van Staten die partij zijn, de verzoeken van het Internationaal Strafhof te ondersteunen en te voldoen aan onze verplichtingen onder het Statuut van Rome, met betrekking tot de arrestatiebevelen uitgevaardigd op 21 november 2024; en de voorlopige maatregelen van het Internationaal Gerechtshof, uitgevaardigd op 26 januari, 28 maart en 24 mei 2024, uit te voeren.
- De levering of overdracht van wapens, munitie en aanverwante uitrusting aan Israël te voorkomen, in alle gevallen waarin er een duidelijk risico bestaat dat dergelijke wapens en aanverwante goederen zullen worden gebruikt om schendingen te begaan of te vergemakkelijken van het humanitair recht, internationale mensenrechtenwetgeving of het verbod op genocide, in overeenstemming met onze internationale verplichtingen en in lijn met de adviesopinie van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli 2024 en de VN-Algemene Vergadering Resolutie A/RES/Es-10/24.
- Het aanmeren van schepen in elke haven, indien van toepassing, binnen onze territoriale jurisdictie te voorkomen, in alle gevallen waarin er een duidelijk risico is dat het schip wordt gebruikt om militaire brandstof en wapens naar Israël te vervoeren, die kunnen worden gebruikt om schendingen van het humanitair recht, de internationale mensenrechtenwetgeving en het verbod op genocide in Palestina te begaan of te vergemakkelijken, in overeenstemming met de dwingende wettelijke verplichting van staten om samen te werken aan het voorkomen van genocide en andere schendingen van dwingende normen met alle wettelijke maatregelen die tot hun beschikking staan.
Wij nodigen alle staten uit om alle mogelijke maatregelen en beleidsmaatregelen te nemen om een einde te maken aan de bezetting van de staat Palestina door Israël.
Wij roepen alle naties op zich bij ons aan te sluiten in de Groep van Den Haag, in de plechtige toewijding aan een internationale orde gebaseerd op recht en internationaal recht, die, samen met de principes van rechtvaardigheid, essentieel is voor een vreedzame samenleving en samenwerking tussen staten.
Belize, Republiek Cuba, Republiek Namibië, Plurinationale Staat Bolivia, Republiek Honduras, Republiek Senegal, Republiek Colombia, Maleisië, Republiek Zuid-Afrika.
Deze tekst verscheen eerder bij Progressive International.
De vertaling is van Karen Del Biondo.
