Wat voor de wereld een schok is, is voor de Congolezen het voorspelbare gevolg van zowel interne als externe nalatigheid in het aanpakken van een conflict dat al bijna 30 jaar aanhoudt. In 1996 besloot Rwanda het toenmalige Zaïre binnen te vallen, onder het voorwendsel van de strijd tegen ‘extremistische Hutu’s’ die zich op Zaïrees grondgebied zouden schuilhouden na de Rwandese genocide. In werkelijkheid vormden zij slechts een kleine minderheid van de toenmalige vluchtelingen.
Tegelijkertijd profiteerde het Rwandese leger, onder leiding van Paul Kagame (de latere president van Rwanda), van de verzwakking van het regime van Mobutu Sese Seko. Samen met bondgenoot Oeganda richtte Rwanda de coalitie AFDL (Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo-Zaïre) op en plaatste Laurent-Désiré Kabila aan het hoofd. Op 17 mei 1997 verdreef Kabila Mobutu en werd hij de nieuwe president van Zaïre, dat voortaan de Democratische Republiek Congo (DRC) heette.
Toen Kabila in 1998 besefte dat hij door Rwanda en Oeganda werd gebruikt en dat zijn bondgenoten in Congo machtsmisbruik pleegden, ontsloeg hij Tutsi-regeringsleden en probeerde hij de militaire invloed van Rwanda in Oost-Congo te beperken. Dit leidde tot de Tweede Congolese Oorlog (1998-2002), waarin naar schatting drie miljoen mensen omkwamen. Kabila zelf werd op 16 januari 2001 vermoord, vermoedelijk door een van zijn eigen lijfwachten. Hij werd opgevolgd door zijn zoon, Joseph Kabila.
Het ontstaan van de M23-beweging
Na een periode van relatieve rust brak er tussen 2006 en 2008 opnieuw geweld uit in Oost-Congo. De strijd woedde tussen het Congolese leger (FARDC) en de rebellenbeweging CNDP (Conseil National pour la Défense du Peuple), onder leiding van Laurent Nkunda. In januari 2008 werd tijdens de conferentie van Goma een staakt-het-vuren afgekondigd, wat leidde tot het Ihusi-akkoord. CNDP-leden werden geïntegreerd in het Congolese leger, terwijl Nkunda werd gearresteerd in Rwanda en vervangen door Bosco Ntaganda.
Op 23 maart 2009 sloot de Congolese regering twee akkoorden: één met de CNDP en één met andere rebellengroepen in Oost-Congo. Dit gaf CNDP-leden hoge militaire functies, terwijl ze in Kivu mochten blijven. De Congolese regering probeerde hen echter vanaf september 2010 naar Kinshasa te verplaatsen, iets waar de ex-CNDP-strijders zich tegen verzetten. Officieel verwezen ze naar veiligheidsredenen en anti-Tutsi-discriminatie, maar in werkelijkheid wilden ze hun controle over de grondstoffen in Kivu niet opgeven.
In april 2012 probeerde DRC samen met Rwanda een oplossing te vinden voor de volledige integratie van de ex-CNDP-strijders in het Congolese leger. De partijen kwamen echter niet overeen: Kinshasa wilde hen voor de militaire rechtbank brengen, terwijl Rwanda een integratiecommissie voorstelde. Dit leidde in mei 2012 tot de oprichting van de M23-beweging, met steun van Rwanda. De M23-rebellen voerden aanvallen uit tot november 2013, toen ze verslagen werden door FARDC met de steun van MONUSCO.
Rwandese steun aan de M23-beweging
Rwanda’s steun aan M23 was aanzienlijk, zowel op militair, politiek als logistiek vlak. Ook Oeganda zou M23 militaire steun hebben verleend. Rwanda had verschillende redenen om M23 te steunen. Enerzijds was er de economische drijfveer: Kivu is rijk aan grondstoffen zoals goud, koper, kobalt en coltan.
Anderzijds gaf Rwanda als officieel argument aan dat de Congolese regering haar eigen grenzen niet bewaakt, waardoor Rwanda zich genoodzaakt zag dit zelf te doen. De controle over M23 stelde Rwanda ook in staat om haar veesector te bevorderen en de bevoorrading van brandstof en drinkwater veilig te stellen.
Wat leidde tot de aanvallen van 27 januari 2025?
Na een lange periode van relatieve stilte keerde M23 in 2022 terug in Noord-Kivu. In juli 2023 had M23 al een aanzienlijk deel van de provincie in handen, wat de spanningen tussen de Congolese en Rwandese regering deed escaleren. Kinshasa beschuldigde Kigali ervan M23 actief te steunen, terwijl Rwanda op zijn beurt beweerde dat de Congolese regering medeplichtig was aan de FDLR (Front Démocratique de la Libération du Rwanda).
Ondertussen hield Rwanda een militaire aanwezigheid aan de grens met Congo aan en controleerde het, samen met Oeganda, verschillende mijnen op een al dan niet legale manier. Een VN-rapport uit 2023 waarschuwde al dat de spanningen tussen beide landen tot een open conflict konden leiden.
In november 2023 tekenden DRC en Rwanda een bilateraal vredespact onder bemiddeling van de VS. De afspraken omvatten onder meer een vermindering van de militaire aanwezigheid, het terugdringen van haatspraak en het wederzijds respecteren van politieke soevereiniteit.
Geen van beide partijen hield zich echter aan de overeenkomst, waardoor het conflict bleef voortduren. De invasie van de AFC onder leiding van Corneille Nangaa, waarin M23 een sleutelrol speelt, bereikte op 27 januari 2025 een nieuw dieptepunt.
Wat voor de wereld een schok was, was voor de Congolezen – zowel in Congo als in de diaspora – een voorspelbare escalatie van een conflict dat al decennialang genegeerd wordt.
Miljoenen doden, miljoenen ontheemden – en nog steeds geen oplossing
Na miljoenen doden en ontheemden blijft het conflict voortduren. Seksueel geweld wordt nog steeds als oorlogswapen ingezet tegen vrouwen en kinderen. Rwanda blijft de verantwoordelijkheid voor de oorlog afschuiven op DRC, terwijl het wordt gesteund door Oeganda. De internationale gemeenschap – met name België, Frankrijk en de Verenigde Staten – zwijgt en kijkt toe.
“Si ce Conseil échoue, la rue va s’en charger. La rue n’a pas d’ordre, ni de tempérament.” “Als deze Raad faalt, zal de straat het overnemen. De straat kent geen orde, noch temperament.” Deze scherpe woorden van Thérèse Kayikwamba Wagner, de Congolese minister van Buitenlandse Zaken, tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties vatten de frustratie van de Congolese bevolking treffend samen.
Jarenlang hebben Congolezen machteloos moeten toezien hoe Oost-Congo werd geplunderd door Rwanda en Oeganda, met de medeplichtigheid van westerse landen. Met haar woorden stelt Kayikwamba Wagner een ultimatum: ofwel wordt de oorlog in Oost-Congo eindelijk serieus genomen door de internationale gemeenschap, ofwel zullen Congolese burgers zelf het heft in handen nemen.
Willen we echt wachten tot het zover komt?