Beeld: ivector, deemakdaksina, ArtMBI, cgdeaw's Images via canva.com.
Analyse -

Gesubsidieerd en superrijk: de farmaceutische industrie moet anders

Terwijl patiënten de gevolgen voelen van dure medicijnen en frequente tekorten in de industrie, zijn farmaceutische bedrijven rijker dan ooit. Een nieuwe Europese coalitie van gezondheidsorganisaties wilt de weg banen naar meer publieke farmacie.

dinsdag 4 februari 2025 16:54
Spread the love

 

Lang luidde het kapitalistische idee dat winstbejag innovatie stimuleert, en daarmee onze samenleving ten goede komt. Ook in industrieën die over onze gezondheid waken zoals de farmaceutische industrie. Nu de prijzen van medicijnen onbetaalbaar beginnen te worden en er steeds meer tekorten ontstaan, lijkt er langzaam het besef te komen dat dit idee geen standhoudt.

“Dat betekent niet dat er niet altijd al verzet was tegen dit systeem”, vertelt Sofie Blancke huisarts en gezondheidsactiviste bij Geneeskunde voor het Volk. Neem als voorbeeld Jonas Salk, de uitvinder van het poliovaccin, hij weigerde een patent op zijn uitvinding te zetten, en maakte het publiek beschikbaar. Als antwoord op de vraag waarom hij het vaccin niet patenteerde zei hij: “Het is voor het volk. Kun je de zon patenteren?”

Public Pharma for Europe

Met dit gedachtegoed als uitgangspunt heeft een groep Europese gezondheidszorgorganisaties, waaronder het Belgische Geneeskunde voor het Volk, een nieuwe coalitie gevormd, Public Pharma for Europe. Deze organisaties strijden al langer onafhankelijk voor een eerlijkere farmaceutische industrie, en slaan nu de handen ineen.

“Bij verschillende gezondheidszorgorganisaties ontstond het idee dat we op dit moment te reactief zijn en meer het heft in eigen handen moeten nemen. Zo ontstond het idee voor de Public Pharma for Europe coalitie”, vertelt Alan Rossi Silva van de People’s Health Movement en sinds kort projectcoördinator voor Public Pharma for Europe.

Deelnemers van eerste conferentie Public Pharma for Europe.

De coalitie bestaat uit een breed scala aan netwerken, sociale bewegingen, middenvelds- en non-profitorganisaties, patiënten, wetenschappers, activisten en academici. Deze zijn allemaal gevestigd in Europa, maar de coalitie wil zich inzetten voor een beter gezondheidssysteem over de hele wereld.

“We willen de huidige publieke farmacie ondersteunen en beschermen, en meer samenwerking stimuleren onder Europese organisaties met dezelfde visie”, benadrukt Alan Rossi Silva.

Subsidies en hoge prijzen: de patiënt betaalt dubbel

Het huidige farmaceutische model is gebaseerd op een systeem van winstbejag, waarin farmaceutische bedrijven nieuwe geneesmiddelen produceren en de prijzen hiervoor zelf dicteren. Om innovatie te stimuleren krijgen bedrijven een patent op hun geneesmiddel, waardoor enkel zij de eerste jaren (meestal twintig) de productie en verkoop van dit middel in handen hebben.

Hiermee garanderen ze twintig jaar lang de winst op het geneesmiddel. “Dat is om te compenseren voor de investeringen in het onderzoek, en dit ook te garanderen voor de toekomst”, zo luidt het vaak vanuit de industrie en liberale politici.

Foto: Wikimedia Commons, Wilfredor. CC BY-SA 4.0.

Maar wat vaak niet wordt benoemd, is dat er voor het onderzoek en de productie van geneesmiddelen ontzettend veel subsidies zijn in Europa. Die subsidies komen vanuit verschillende nationale of Europese overheidsinstanties, en zijn dus gefinancierd door belastingbetalers.

“Het publieke systeem neemt alle risico’s op zich en zodra er iets veelbelovends wordt ontdekt – natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar dit is de norm – neemt de private industrie deze door de staat gefinancierde innovaties over. Vervolgens gebruiken ze patenten om deze uitvindingen privé toe te eigenen”, legt Alan Rossi Silva uit.

“De farmaceutische industrie verdient meer per geïnvesteerde euro dan welke industrie dan ook”

In ruil hiervoor krijgen patiënten dure medicijnen en behandelingen aangeboden, die niet eens altijd effectief zijn. Op het moment betalen wij dus dubbel de rekening voor middelmatige geneesmiddelen.

En dat is ontzettend winstgevend. In een VPRO Tegenlicht aflevering licht Peter Gøtzsche, een Deense onderzoeker die lange tijd bij het farmaceutische bedrijf Astra werkte, toe: “De farmaceutische industrie verdient meer per geïnvesteerde euro dan welke industrie dan ook.”

Onbetaalbare geneesmiddelen

Naast dat het huidige systeem onethisch hoge winsten boekt leidt het ook tot heel veel problemen. Op het moment zie je in veel Europese landen een soort combinatie tussen publieke en private farma, maar private farmaceutische bedrijven worden steeds machtiger en krijgen de overhand.

Vooral de prijzen van geneesmiddelen zijn hierdoor ongezien hoog. Het Federaal Planbureau beschreef hoe de prijzen van geneesmiddelen 45 tot 60 procent hoger liggen dan wat je op basis van de kosten zou verwachten.

Als farmaceutische bedrijven een eerlijke prijs zouden vragen, zou België 1 miljard euro kunnen besparen

In januari 2023 publiceerde Solidaris een studie naar prijzen binnen de farmaceutische industrie. Wat bleek: als farmaceutische bedrijven een eerlijke prijs zouden vragen voor hun geneesmiddelen, waarbij ze nog wel wat winst overhouden, zou België 1 miljard euro kunnen besparen. Dit geld zou terug geïnvesteerd kunnen worden in de gezondheidszorg of in preventieve gezondheidscampagnes.

Op het moment gaat echter alles terug naar de industrie en bezwijkt de gezondheidszorg aan bezuinigingen. De gevolgen hiervan voor patiënten worden steeds meer voelbaar. “Deze crisis gaat ons allemaal aan”, vertelt Sofie Blancke, “niet alleen medische professionals voelen de gevolgen, patiënten worden direct geraakt”.

De People’s Health Movement op Manifiesta. Foto: Sofie Blancke.

Bezuinigingen in de gezondheidszorg hebben natuurlijk al directe gevolgen voor patiënten, maar hoge prijzen voor medicijnen doen daar nog eens een schepje bovenop. We betalen onnodig veel in de apotheek, of krijgen niet de beste geneesmiddelen in het ziekenhuis omdat ze te duur zijn.

Dat merkte ook apotheker Paul Lebbink in Den Haag. Zijn patiënten konden sommige extreem dure medicijnen niet meer betalen, waardoor hij besloot de medicijnen voor een fractie van de prijs zelf te produceren.

Het farmaceutische bedrijf Orfin Europe daagde Lebbink hier in 2007 voor de rechter. Echter, de rechter oordeelde dat een apotheker geneesmiddelen mag maken voor zijn eigen patiënten. Met zijn apotheek laat Lebbink zien dat het niet nodig is om medicijnen voor de hoofdprijs te produceren, betaalbare medicijnen zijn mogelijk.

Tekorten

Naast de hoge prijzen creëert het huidige systeem ook tekorten. “Als huisarts heb ik elke dag wel problemen met een of twee medicijnen omdat ik ze niet kan voorschrijven vanwege tekorten”, zegt Sofie Blancke. “Dit kan voor veel patiënten betekenen dat ze de medicijnen die ze al jaren slikken plots niet meer kunnen krijgen, dat kan heel verwarrend en vervelend zijn.”

Tekorten van geneesmiddelen zijn vaak het gevolg van verstoringen in de productie- en distributieketen. Doordat veel farmaceutische bedrijven hun productie naar landen als China en India hebben verhuisd, is de keten een stuk kwetsbaarder geworden. Momenteel wordt minstens 66 procent van alle actieve bestanddelen voor onze medicijnen in deze landen geproduceerd, terwijl dit in 2000 nog maar 31 procent was.

Winstmaximalisatie heeft prioriteit gekregen op het garanderen van voldoende aanbod

Hier kunnen de bedrijven flink besparen op loonkosten en kwaliteitsnormen, maar als er iets misgaat in deze productiefaciliteiten heeft dat enorme gevolgen voor Europa. Het maximaliseren van winst heeft dus prioriteit gekregen op het stabiliseren en garanderen van voldoende aanbod.

“Het zou veel beter zijn als een overheid kijkt naar de noden binnen de eigen populatie en de productie van medicijnen daarop aanpast”, stelt Sofie Blancke. Op die manier kan een publiek gehandhaafde industrie de tekorten die er zijn oplossen, in plaats van dat we afhankelijk zijn van een globaal kapitalistisch systeem.

Een farmaceutische fabriek in China. Foto: Wikimedia Commons, Windmemories. CC BY-SA 4.0.

Ook voor mensen met een zeldzame ziekte geldt vaak dat er maar een enkel medicijn beschikbaar is. Een bekend voorbeeld hiervan in België is baby Pia, die werd geboren met de zeldzame spierziekte SMA. Haar ouders zamelden via een massale sms-actie 2 miljoen euro in om een levensreddend prikje voor haar te financieren.

Aangezien er weinig winst valt te halen bij een kleine groep mensen met een zeldzame ziekte, worden er vaak slechts een aantal medicijnen voor hen ontwikkeld. Waardoor, vanuit het huidige winstbejag in de industrie, de prijs in de lucht schiet.

Meer publieke farmacie kan hier verandering in brengen door gezondheidszorg en farmacie op maat aan te bieden, hoe zeldzaam de ziekte ook is.

Industrie zet niet in op echt goede medicijnen

Casper van Eijck, een Nederlandse chirurg, vertelt in VPRO Tegenlicht: “De farmaceutische industrie heeft er geen belang bij dat medici kunnen voorspellen of een medicijn wel of niet gaat werken.”

Van Eijck is gespecialiseerd in alvleesklierkanker, een variant met een zeer lage overlevingskans, en concludeert vanuit zijn werk dat het toepassen van een geneesmiddel of dure behandeling voor zijn patiënten altijd een gok is. Als hij met zekerheid zou kunnen stellen of een medicijn werkt zou dat betekenen dat “60 procent van mijn patiënten dit medicijn niet meer zouden krijgen. Ik heb dat wel eens berekend, en op jaarbasis scheelt dat 30 tot 40 miljoen euro”.

De huidige industrie speelt dus in op de kans (en hoop) dat een middel of behandeling gaat werken. Kankermedicijnen lijken hier een goed voorbeeld voor te zijn. Zo blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht dat nieuwe kankermedicijnen vaak geen toegevoegde waarde bieden tegenover bestaande medicijnen.

Foto: Wikimedia Commons, CC BY-SA 3.0.

Dit is deels te verklaren vanuit de manier waarop geneesmiddelen worden getest. Zo worden in studies voor nieuwe geneesmiddelen de middelen enkel getest tegenover een placebopil. Hierdoor weet je dat het geneesmiddel werkt ten opzichte van de placebopil (ofwel niks), maar niet of het ook beter werkt dan de huidige bestaande middelen. Dat maakt het heel lastig voor dokters om medicijnen met elkaar te vergelijken.

Er wordt (bijna) altijd gedaan alsof het middel baanbrekend en daarom duur is

Vervolgens, wanneer een middel op de markt is gebracht, wordt er heel summier aansluitend onderzoek naar gedaan. Juist terwijl dit het moment is om daadwerkelijk in te zien of het medicijn of de behandeling ècht werkt.

Dit is exact de onzekerheid waarin grote farmaceutische bedrijven gedijen. Met strategische marketing lijken ze in te spelen op de wanhoop van patiënten en de zoektocht naar genezing. Er wordt namelijk (bijna) altijd gedaan alsof het middel baanbrekend en daarom duur is.

“Gemiddeld geven bedrijven in de farmaceutische industrie maar 15 procent van hun budget uit aan onderzoek en ontwikkeling. Ze geven veel meer uit aan branding en marketing, die cijfers geven al een duidelijk signaal”, volgens Sofie Blancke.

Huidige systeem verankerd globale ongelijkheid

Aangezien het huidige systeem, enigszins simpel gezegd, innovatie baseert op winstmaximalisatie, worden ook globale ongelijkheden verder verankerd. “Hierdoor ligt de focus op ziektes die veel voorkomen in het Globale Noorden”, zegt Alan Rossi Silva. “Daarbij komt natuurlijk dat er wellicht wel geneesmiddelen worden ontwikkeld voor ziektes als diabetes en HIV, maar dat die te duur zijn.”

“Het leven van mensen in het Globale Zuiden is minder waard voor de industrie”

Verder gebeurt het ook dat farmaceutische bedrijven geen rekening houden met technische zaken die belangrijk zijn in het Globale Zuiden, zoals hogere temperaturen. “Het leven van mensen in het Globale Zuiden die lijden aan verwaarloosde aandoeningen of ziektes is minder waard voor de industrie”, concludeert Alan Rossi Silva.

“Gezondheid moet voorop staan”

Om al deze problemen aan te pakken is de Public Pharma for Europe coalitie ontstaan. Er lijkt nu volgens Alan en Sofie een momentum te zijn voor verandering. “Het is voornamelijk sinds de Covid pandemie dat steeds meer mensen zich afvragen of we niet te afhankelijk zijn geworden van Big Pharma”, zegt Sofie.

“Iedereen in Europa is het er eigenlijk wel over eens dat we een probleem hebben, maar waar de coalitie een belangrijke rol in kan spelen is ook een duidelijke oplossing te bieden”, stelt Alan.

Onderdeel van het werk van de coalitie wordt het in kaart brengen van huidige publieke farmaceutische initiatieven in Europa en onderlinge samenwerking stimuleren. “Het is belangrijk om goede ideeën met elkaar te delen”, benadrukt Sofie.

Verder is de coalitie ook van plan om een politiek tegenwicht te bieden tegen de zogenoemde ‘Big Pharma’ die een dikke vinger in de pap hebben binnen de Europese politiek. “Aangezien de farmaceutische industrie zo’n sterke lobbygroep heeft en daarmee enorme politieke macht, is dat iets wat wij ook moeten proberen te doen”, legt Alan uit.

Logo Public Pharma for Europe.

Hiermee is het doel tot slot om het narratief over de farmaceutische industrie in Europa te veranderen. De farmaceutische industrie speelt sterk in op het idee dat innovatie ontstaat door concurrentie. Daarom heerst er zowel binnen de politiek als in de samenleving nog veel het idee dat het huidige systeem niet kan veranderen.

Maar volgens de coalitie klopt dat niet, een eerlijke industrie met genoeg innovatie is juist enkel mogelijk met meer publieke farmacie. “Met de coalitie willen we niet alleen laten zien dat een verandering haalbaar en wenselijk is, het huidige model is ook simpelweg niet houdbaar meer. Gezondheid in plaats van winst moet voorop staan”, sluit Alan af.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!