De paradox van de ongelijkheid in België werd samengesteld onder leiding van André Decoster, emeritus professor welvaartseconomie, met bijdragen van verschillende onderzoekers van de KU Leuven.
Het is een onthullend werk over de verborgen dynamieken van ongelijkheid in ons land. Maar terwijl de cijfers spreken, blijft de vraag knagen: wat betekenen ze voor de mensen achter de statistieken? Hier ligt de kracht, maar ook de beperking van het boek.
Hoe begrijpen we ongelijkheid en wat moeten we doen om het probleem echt te doorgronden?
Als er een complementair werk is dat hierbij aansluit, dan is het Niet alles maar veel begint met luisteren van Dominique Willaert. Beide boeken raken aan dezelfde kernvraag: hoe begrijpen we ongelijkheid en wat moeten we doen om het probleem echt te doorgronden?
Hoewel mijn persoonlijke voorkeur uitgaat naar Willaerts mensgerichte aanpak, maakt De paradox van de ongelijkheid in België glashelder hoe belangrijk het is om cijfers niet alleen te lezen, maar er vooral ook naar te luisteren.
Decoster en zijn team maken gebruik van de DINA-methode (Distributional National Accounts) om ongelijkheid in kaart te brengen. Deze wetenschappelijke methode verdeelt het nationale inkomen over verschillende inkomensgroepen, inclusief inkomsten die vaak buiten beeld blijven in traditionele statistieken, zoals winsten die in vennootschappen blijven hangen en inkomsten uit vermogen. Hierdoor wordt een completer beeld van de economische realiteit geschetst. Wat blijkt? De ongelijkheid in België is groter dan gedacht en de kloof groeit sinds 2010 gestaag.
De ongemakkelijke waarheid van ongelijkheid
Het boek confronteert de lezer met ongemakkelijke waarheden. Zo blijkt dat de progressieve belasting op arbeid nauwelijks wordt gecompenseerd door belastingen op kapitaal. Rijke huishoudens betalen via allerlei fiscale achterpoortjes relatief minder belasting dan lage en middeninkomens.
Daarnaast moet onze sociale zekerheid steeds harder werken om nieuwe vormen van ongelijkheid bij te benen, van de stijgende kosten voor kinderopvang tot de verminderde toegang tot betaalbare huisvesting.
Decoster en Vanderkelen stellen daarbij concrete oplossingen voor, zoals een meerwaardebelasting en een gelijkmatige belasting op alle beleggingsvormen. Zulke maatregelen zouden niet alleen rechtvaardiger zijn, maar ook economisch efficiënter, omdat ze fiscale ontwijking via vennootschappen kunnen tegengaan.
Het belang van menselijke verhalen om ongelijkheid te begrijpen
Waar De paradox van de ongelijkheid in België zich richt op data en beleidsvoorstellen, kiest Willaert in Niet alles maar veel begint met luisteren een andere invalshoek. Hij benadrukt het belang van menselijke verhalen om ongelijkheid te begrijpen. Voor Willaert is luisteren een actieve daad van empathie en betrokkenheid. Zijn pleidooi herinnert ons eraan dat cijfers slechts één kant van het verhaal vertellen.
En daar wringt de schoen bij Decoster en Vanderkelen. Hun data zijn indrukwekkend, maar blijven abstract zonder de context van menselijke ervaringen. Wat betekent het voor een jongere generatie dat de ongelijkheid in vermogens groeit? Hoe voelen alleenstaande ouders de druk van stijgende vaste kosten? Hier ligt dan weer de kracht van Willaerts werk: verhalen geven de cijfers een gezicht.
De kloof tussen de hoogste en laagste inkomens groeit
Een van de meest verontrustende inzichten uit het boek van Decoster is dat België minder uitzonderlijk is dan we vaak denken. De kloof tussen de hoogste en laagste inkomens groeit, terwijl cruciale instrumenten zoals de erfbelasting steeds verder worden uitgehold.
Decoster maakt duidelijk dat dit niet alleen sociale ongelijkheid vergroot, maar ook economisch inefficiënt is. Tegelijkertijd illustreert hij hoe onze sociale zekerheid ons beschermt tegen extreme armoede, maar onvoldoende is om de stijgende ongelijkheid structureel aan te pakken.
Hoe ons fiscale systeem rijkdom bevoordeelt, terwijl arbeid zwaar wordt belast
Het boek legt bloot hoe ons fiscale systeem rijkdom bevoordeelt, terwijl arbeid zwaar wordt belast. Het toont aan hoe beleid dat zogenaamd gericht is op ‘evenwicht’ de facto de vermogenden bevoordeelt. Dit maakt De paradox van de ongelijkheid in België tot een ongemakkelijk maar noodzakelijk werk dat beleidsmakers dwingt om hun keuzes te herzien.
De Paradox van de Ongelijkheid in België lijkt actueler dan ooit in het licht van de aanslepende regeringsonderhandelingen, waar belasting op vermogen, zoals een meerwaardebelasting, opnieuw een twistpunt is.
In de supernota van Bart De Wever wordt gesproken over een ‘solidariteitsbijdrage’ op gerealiseerde meerwaarden, maar zoals ook professor fiscaal recht Mark Delanote recent in De Tijd opmerkte, blijft het voorgestelde beleid steken in inefficiënte, halfslachtige compromissen. Decoster en zijn team bieden een scherper en meer onderbouwd kader dat beleidsmakers zou kunnen helpen om voorbij de politiek van fiscale koterijen te kijken.
De mensen achter de cijfers
Als we ongelijkheid écht willen begrijpen en aanpakken, moeten we bereid zijn te luisteren naar zowel de cijfers als de mensen achter die cijfers. Alleen door die dialoog kunnen we de systemen die ongelijkheid in stand houden eindelijk ter discussie stellen en veranderen. Het is een ongemakkelijke boodschap, maar een die we niet langer kunnen negeren.
Tijs Synaeve is historicus en huisbewaarder van de Koninklijke Stadsschouwburg te Brugge.