Opinie

Het AfricaMuseum en Bart Ouvry

Afbeelding
Het AfricaMuseum. Foto: Herman vanden Broeck, CC BY-SA 4.0.
Het AfricaMuseum. Foto: Herman vanden Broeck, CC BY-SA 4.0.
Het AfricaMuseum bevindt zich in een diepe identiteitscrisis. Nadia Nsayi, een invloedrijke stem in het debat over kolonialisme en publieksmedewerker in het museum, wees recent in De Morgen op zwak leiderschap, een toxische werkcultuur en een gebrek aan inclusieve structuur.

Directeur Bart Ouvry reageerde in 'De Afspraak' met een defensieve uitleg over geldgebrek. Dat is een gemiste kans. Wat het AfricaMuseum nodig heeft, is geen eenvoudige budgettaire injectie, maar een fundamentele herziening van missie, structuur en zelfbeeld. Ouvry heeft hierin een cruciale rol te spelen, tenminste als hij bereid is in de spiegel te kijken.

Ouvry’s achtergrond als witte, hoogopgeleide man uit het Belgische establishment maakt hem een symbolische vertegenwoordiger van het koloniale verleden. De Nederlandse journalist Joris Luyendijk biedt met zijn boek De Zeven Vinkjes (2022) een nuttige matrix: hij toont hoe onzichtbare structuren van macht mensen zoals Ouvry bevoordelen, vaak zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Deze privileges vormen niet alleen een uitdaging, maar ook een kans voor introspectie. Als Ouvry deze matrix als spiegel gebruikt, kan hij beter begrijpen hoe zijn profiel bijdraagt aan het behouden van koloniale narratieven.

Precies daar ligt zijn potentieel: door deze inzichten om te zetten in actie kan hij het museum leiden naar een meer inclusieve toekomst. In plaats van defensief te reageren, kan hij erkennen dat zijn positie en achtergrond gelijkenissen vertonen met het paternalisme dat het AfricaMuseum al decennia achtervolgt. Dit vraagt moed, maar het kan een krachtig signaal zijn dat hij vastbesloten is verandering te brengen.

Meer ruimte nodig voor kritische reflectie

Het zou ook een krachtig signaal zijn om stemmen zoals die van schrijver en activist Dalilla Hermans nadrukkelijker te betrekken. Hermans bekritiseerde in 2019 al de neokoloniale aanpak van het vernieuwde museum. Haar recente performance Ma’Paanza Rijst, gepresenteerd in het Wereldmuseum in Amsterdam als onderdeel van de tentoonstelling Onze koloniale erfenis, benadrukt hoe onderbelicht de verhalen van vrouwen en verzetsfiguren blijven. Waarom vindt dergelijk werk geen plek in Belgische instellingen?

Het AfricaMuseum kan nog meer inspiratie halen uit het Wereldmuseum. Onze koloniale erfenis legt expliciet de nadruk op de stemmen van gekoloniseerden en tot slaaf gemaakten, in plaats van traditionele eurocentrische narratieven. Dit model belicht niet alleen de gruwelen van het kolonialisme, maar ook de blijvende impact ervan op hedendaagse kwesties zoals racisme, migratie en economische ongelijkheid.

Terwijl het Wereldmuseum actief discussieert over deze structurele impact, lijkt het AfricaMuseum te blijven steken in clichébeelden en esthetisch genot. Bezoekers worden uitgenodigd om een houten kano te bewonderen of een maaltijd te nuttigen in Bistro Tembo, maar een kritische reflectie op de hedendaagse relevantie van kolonialisme blijft uit. Een directeur die enkel naar buiten komt met “we hebben het geld niet”, bevestigt de kritiek dat het museum geen visie heeft. Wat nodig is, is de moed om te veranderen. Een persverklaring zoals deze zou het verschil kunnen maken:

“Ik ben mij bewust van mijn eigen privileges en de historische last die ik draag als witte man in deze functie. Maar ik wil deze verantwoordelijkheid aangrijpen om de structuren en narratieven binnen het museum fundamenteel te herzien. Onze ambitie is een museum dat de relatie tussen Belgisch kolonialisme en de hedendaagse wereld onderzoekt en uitdaagt.”

Echte verandering vraagt moed

Als we echte verandering willen, moeten we niet bang zijn om radicale kunstenaars zoals Johan Grimonprez een podium te geven in het AfricaMuseum. Zijn documentaire Soundtrack to a Coup d’État confronteert kijkers met de bloedige en racistische erfenis van Belgisch kolonialisme in Congo. Dit soort werk raakt iedereen die ermee geconfronteerd wordt en zet aan tot actie.

België is nog lang niet in het reine met zijn koloniale verleden. Koning Filip sprak in 2022 wel zijn “diepste spijt” uit, maar echte verzoening bleef uit. In datzelfde jaar faalde de parlementaire onderzoekscommissie onder leiding van Wouter De Vriendt (Groen) in het afdwingen van herstelbetalingen door de Belgische staat aan Congo door politieke tegenstand.

Wat De Vriendt zelf als zijn grootste falen beschouwt, zal de geschiedenis wellicht milder beoordelen. Zijn poging toonde de noodzakelijke wil om verantwoordelijkheid te nemen voor het verleden, in tegenstelling tot de inertie die nog steeds heerst. Juist daarom heeft een instelling als het AfricaMuseum een morele verplichting om het voortouw te nemen.

In deze tijd van groeiende bewustwording heeft het AfricaMuseum de verantwoordelijkheid om voorop te lopen in de dekolonisatie van onze instellingen. Laat Ouvry een leider zijn die deze noodzakelijke transformatie belichaamt voor het museum en voor ons allemaal.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?