China heeft succes op het gebied van innovatie en krijgt in feite steeds meer nieuwe technologieën onder de knie. Vooral koolstofvrije energiesystemen, of het nu gaat om hernieuwbare energiebronnen, kernenergie van de vierde generatie of zelfs hogesnelheidstreinen, China loopt ver voorop.
Terwijl de VS nog geen kilometer hogesnelheidslijn heeft, heeft China er tienduizenden en deelt het die technologie nu in projecten in verschillende delen van de wereld. China loopt ook voorop met 5G-technologie. Het is niet langer gewoon 5G, maar een systeem dat minstens 10 keer sneller is dan het huidige.
De afgelopen vijf jaar waren een periode van snelle technologische vooruitgang ondanks pogingen van de VS om deze vooruitgang af te remmen.
Doemcommentaren over China
Veel van de negatieve retoriek over China bestaat al meer dan 30 jaar. We kunnen teruggaan naar de jaren negentig toen artikelen werden geschreven zoals “De mythe van het Oost-Aziatische wonder” en er gezegd werd dat China op instorten stond, toen de Aziatische financiële crisis van 1997 toesloeg.
Dit werd gezien als een bewijs dat de groei van China voorbij was. Deze retoriek is echter vooral een vorm van propaganda geweest, vooral in de VS en in de Engelstalige wereld, zoals te zien is in media als de Financial Times.
In werkelijkheid is wat de VS onlangs als overcapaciteit in China heeft bestempeld, in wezen een immense industriële capaciteit, niet alleen in de traditionele industrie, maar ook in belangrijke sectoren zoals koolstofvrije technologieën en digitale sectoren, die de technologieën van de toekomst zijn.
Terwijl de VS nog geen kilometer hogesnelheidslijn heeft, heeft China er tienduizenden
Sommigen zeggen dat de hervormingen vertraagd zijn of dat de vooruitgang is teruggedraaid. Als we beter kijken, zien we dat de belangrijkste regio’s in de wereld, waaronder de VS, Europa en China, momenteel bezig zijn met een nieuwe vorm van industriebeleid.
We leven in een tijdperk van snelle technologische veranderingen: de revolutie op het gebied van kunstmatige intelligentie, robotica, digitale technologieën en de noodzaak om groene technologieën te gebruiken. Niets van dit alles is eenvoudig. Het gaat allemaal om complexe veranderingen in een algeheel systeem, niet alleen in een bepaalde technologie.
In deze context hebben de Verenigde Staten hun eigen industriebeleid. Europa, hoewel een beetje verloren op dit moment, overweegt ook een strategie, zoals blijkt uit het recente Draghi-rapport waarin een Europees industriebeleid wordt voorgesteld.
China heeft op zijn beurt een zeer geavanceerd industriebeleid, waarschijnlijk het meest geavanceerde ter wereld, dat al tien jaar teruggaat tot het programma China 2025. Nu we in 2025 zijn, blijkt dat programma zeer succesvol, wat de VS heeft gealarmeerd.
China zei tien jaar geleden al dat het zich een groot aantal technologieën van de 21e eeuw eigen zou maken en dat is gelukt. Dit toont aan dat het een doorslaand succes is, geen mislukking.
Sabotage vanuit de VS
Een fundamenteel punt om te benadrukken is dat de VS opzettelijk probeert de Chinese economie af te remmen. China heeft te maken met tegenwind die niet in de eerste plaats voortkomt uit binnenlandse factoren, maar uit doelbewuste pogingen van de VS om de groei van het land te vertragen of te stoppen.
Een van de meest beruchte maatregelen zijn de tariefverhogingen die Donald Trump tijdens zijn eerste termijn oplegde en die door Joe Biden werden gehandhaafd. Er zijn ook de verboden op de export van speciale technologie – geavanceerde microchips – naar China.
Dit is een beleid van openlijke inperking dat naar mijn mening internationaal onwettig is omdat het in strijd is met de WTO-codes en bedoeld is om de groei van China te verstikken. We zullen hier waarschijnlijk meer van zien bij de tweede ambtstermijn van Donald Trump.
We lezen berichten in de media waarin de doeltreffendheid van het Chinese beleid wordt bekritiseerd. Het is belangrijk om het bredere perspectief te bekijken. Anders zouden we kunnen denken dat de fouten alleen die van de Chinese beleidsmakers zijn of dat het Chinese model niet langer effectief is. Dit is gewoon niet juist.
Het belangrijkste om een economie te beoordelen is of ze innoveert, of jongeren goed leren, of er nieuwe technologieën ontstaan en of de spaarquote hoog is. China voldoet aan al deze criteria: de fundamenten van de economie zijn gezond, het onderwijssysteem is sterk, de spaarquote is hoog en er wordt snel geïnnoveerd.
China is de goedkope, technologisch geavanceerde producent van hoge kwaliteit op veel cruciale gebieden, maar niet op alle. Hieruit blijkt dat het algemene beeld gunstig blijft voor China. Dit is dus geen zwakke maar een sterke economie.
Als ik naar de VS kijk, maak ik me veel meer zorgen: de spaarquote in de VS is erg laag, de begrotingstekorten zijn enorm hoog, de schuld is extreem hoog en er is veel instabiliteit.
Naast een gebrek aan samenhang over wat de VS probeert te bereiken, is er veel verwarring. Daarentegen geef ik China hoge cijfers voor het vaststellen van een duidelijk pad voorwaarts: het investeert aanzienlijk en ontwerpt een groot programma dat het Belt and Road-initiatief (nieuwe Zijderoute) sterk ondersteunt.
China voldoet aan alle criteria die beoordeelt of een economie sterk is
Via dit initiatief werkt China samen met een groot aantal landen, vooral in Zuidoost-Azië, Zuid-Azië, Centraal-Azië, West-Azië, Afrika en Latijns- Amerika, om handel te drijven met deze landen en de exporteur te worden van kritieke infrastructuur die deze landen nodig hebben.
Bovendien zorgt China voor een groot deel van de financiering. Dankzij de hoge spaarquote heeft China een aanzienlijk handelsoverschot, terwijl de VS een enorm handelstekort heeft. Dus hoe iemand kan concluderen dat China het land is dat in een economische crisis verkeert, snap ik niet.
Laten we nu eens kijken naar enkele van de oppervlakkige indicatoren die door de mainstream media zijn genoemd. Er is bijvoorbeeld vermeld dat de directe buitenlandse investeringen in China aanzienlijk zijn gedaald. Dit wordt door sommigen geïnterpreteerd als een verlies aan vertrouwen in de toekomstperspectieven van de Chinese economie.
In de vastgoedsector is er sprake van dat China het traject van Japan in de jaren tachtig zal volgen: een vastgoedzeepbel die wordt gevoed door schulden. Demografische kwesties worden ook genoemd, zoals de daling van het aantal geboorten, waardoor de populatie pasgeborenen in China kleiner is dan het aantal overledenen.
Dus hoe zijn deze oppervlakkige indicatoren te rijmen met wat ik net heb gezegd over de fundamentele gezondheid van de Chinese economie?
Japan, eerdere concurrent, lam gelegd
Ten eerste, als het gaat om vergelijkingen met Japan, is het belangrijk om te begrijpen dat het einde van de hoge groei van Japan eigenlijk een bewust Amerikaans beleid was in de jaren tachtig. Hoewel Japan ogenschijnlijk een bondgenoot van de VS was, was het in veel opzichten eigenlijk een dochteronderneming van de VS.
Vanuit het oogpunt van de Amerikaanse beleidsmakers werd Japan daarom in de jaren tachtig te succesvol. De VS ondernamen een reeks doelbewuste stappen om een overwaardering van de Japanse Yen af te dwingen.
Het zwartmaken van het Belt and Road-initiatief door de VS zou een signaal moeten zij dat het heel goed werkt
Dit gebeurde door middel van overeenkomsten zoals het Plaza Akkoord, dat halverwege dat decennium afgesloten werd. Daarnaast legden de VS exportcontroles op of eisten ze van Japan dat het ‘vrijwillige’ exportbeperkingen invoerde. Japan kreeg te horen: je mag niet zoveel auto’s exporteren, je mag niet zoveel elektronica exporteren. Deze door de VS opgelegde belemmeringen hielden de snelle groei van Japan tegen.
Het is dezelfde strategie die de VS nu volgt tegen China. Hoewel de vergelijking wel enige geldigheid heeft, is het cruciaal om te begrijpen dat Japan niet uit zichzelf faalde, maar dat het met opzet was. De VS hebben Japan in wezen verteld dat het te succesvol was: “jullie stelen winsten van halfgeleider-, elektronica- en automobielbedrijven uit de VS”.
Toen dat gebeurde, had dat een domino-effect in Japan: niet alleen vertraagde de groei, maar ook de prijzen van beleggingen in Japan, die gebaseerd waren op prognoses van aanhoudende groei, stortten in.
De VS waren meedogenloos in het beëindigen van het tijdperk van hoge groei in Japan. Maar dit zal niet gebeuren in China, dat veel groter is en veel meer alternatieven heeft en niet toegeeft aan de intimidatie van de VS. Japan stond op dat moment onder zogenaamde VS veiligheidsbescherming, terwijl China dat zeker niet is. China hoeft het soort deal dat Japan accepteerde, niet te nemen.
China moet zijn export naar andere delen van de wereld uitbreiden en is daar al mee bezig. Het moet ook doorgaan met het uitbreiden van het zeer succesvolle Belt and Road-initiatief. Alleen al het zwartmaken van dit initiatief door de VS zou een signaal moeten zijn aan het Chinese leiderschap dat het in feite heel goed werkt. De VS zijn er duidelijk bang voor.
Bewust van de uitdagingen
Een van de onderliggende conclusies is dat China niet alleen heeft laten zien dat het tegen deze uitdagingen is opgewassen, maar dat het ook strategieën implementeert die zijn positie als economische macht in de toekomst garanderen.
China ontwikkelt de technologieën die de wereld de komende 30 jaar nodig zal hebben, zoals elke grote economie dat doet. Het moet ook een energietransformatie maken naar een zero-emissie model. China heeft 2060 als streefjaar gesteld voor het bereiken van koolstofneutraliteit.
Ik wil China aanmoedigen om dit tegen 2050 te bereiken, want China heeft een buitengewone capaciteit om zulke grote transformaties door te voeren. Dit proces biedt volop investeringsmogelijkheden voor de komende jaren. Ik hoop dat China zich niet laat leiden door naïeve berichten van mensen die eigenlijk heel weinig weten over de echte Chinese economie.
China heeft een zeer geavanceerd industriebeleid, waarschijnlijk het meest geavanceerde ter wereld
Interessant is dat China geneigd is conservatieve doelen te stellen om zichzelf speelruimte te geven in geval van onverwachte pieken en dalen of risico’s.
In een recent hoofdartikel in de People’s Daily, een van de meest invloedrijke nationale kranten die in het Chinees worden gepubliceerd en gericht zijn op zowel de heersende elite als de bevolking, worden vier grote economische uitdagingen genoemd: een steeds complexere externe omgeving, zwakke binnenlandse vraag en operationele problemen voor bedrijven (zoals een trage verkoop en afnemende winstgevendheid). Tot slot zijn er ook risico’s in bepaalde gebieden als schulden van lokale overheden, jeugdwerkloosheid en tragere omzetgroei.
Hoe interpreteer ik het feit dat deze grote uitdagingen worden geïdentificeerd en zo open en eerlijk met het Chinese publiek worden gecommuniceerd? Ik denk dat het uitgangspunt de moeilijke externe omgeving is. De Verenigde Staten doen bewust hun best om de groei van China af te remmen.
Dit hoofdartikel lijkt een strategie te zijn om deze uitdagingen aan te pakken door het Chinese publiek een eerlijke en heldere analyse van de economische situatie te geven. Ik interpreteer het niet als een teken van zwakte, maar eerder als een daad van transparantie om binnenlands vertrouwen op te bouwen en tegelijkertijd stappen te ondernemen om de problemen te overwinnen.
Openheid in het erkennen van deze uitdagingen versterkt ook de geloofwaardigheid van het overheidsbeleid door het publiek gerust te stellen dat de complexiteit van de problemen proactief wordt aangepakt.
Uiteindelijk geloof ik dat dit soort communicatie het vermogen van China versterkt om zich aan te passen en obstakels te overwinnen, vooral omdat zijn economische model in het verleden heeft bewezen zeer flexibel en innovatief te zijn.
Ik geloof niet dat een land opzettelijk moet proberen om de economie van een ander land te schaden, maar de VS doet dit duidelijk wel. Dit is een strategisch plan van de VS dat begon met de inperking van de Sovjet-Unie en zich zelfs uitstrekte tot hun eigen bondgenoot Japan.
Investeringen in het Zuiden
Dit plan is tien jaar geleden uit de kast gehaald en op China losgelaten. Dit heeft een hele reeks andere problemen veroorzaakt. Naar mijn mening is dit het allerbelangrijkste punt: Wat moet China doen als het niet meer zo snel kan exporteren als voorheen of zelfs niet meer kan blijven exporteren naar de Verenigde Staten en Europa?
Het heeft twee opties. De ene is de binnenlandse vraag stimuleren en de andere is exporteren naar andere markten. Beide kunnen een belangrijke rol spelen. Ik denk dat het Belt and Road-initiatief moet worden uitgebreid, zodat China zijn export financiert naar Afrika, waar er dringend behoefte aan is, naar de snelgroeiende Zuidoost-Aziatische landen en naar andere delen van de ontwikkelingswereld die ook een versnelde groei doormaken.
Het artikel in de People’s Daily is een strategie om deze uitdagingen aan te pakken door het Chinese publiek een eerlijke en heldere analyse van de economische situatie te geven
Ik begrijp waarom de Chinezen om geen directe financiële steun verstrekken en waarom er terughoudendheid is om dat te doen. Ik denk dat China wil voorkomen dat de landen een te grote schuldenberg opbouwen. In plaats van directe financiële steun te verstrekken, zou ik investeringsprojecten financieren.
China is een land met een hoge spaarcapaciteit. Veel spaargeld kan worden gebruikt om de export naar andere landen te financieren. Dit geld wordt niet onmiddellijk terugverdiend, maar binnen 25 jaar. Gezien de ambitie van China om een centrale rol te spelen in de ontwikkeling van een wereldwijd netwerk van hogesnelheidstreinen, 5G en hernieuwbare energie, zou ik aanraden om het Belt and Road-initiatief verder uit te rollen.
Op het binnenlands front pleit ik voor meer overheidsinvesteringen, met als doel de groene en digitale transformatie te versnellen die China nodig heeft, in plaats van alleen de consumptie te stimuleren.
Tot slot. Sommige recente indicatoren vertellen ons iets interessants. Zo is de Index van Inkoopmanagers (PMI) voor de maakindustrie, die de prestaties in die sector meet, de afgelopen twee maanden continu gestegen. Daarnaast zijn de totale investeringen in de verwerkende industrie dit jaar met ongeveer 9 procent gegroeid. De privé-investeringen in de verwerkende industrie zijn nog sneller gegroeid, namelijk met 11 procent.
Dit is een licht ingekorte vertaling van een webinar die je hieronder kan bekijken. De vertaling is van Toon Danhieux.