Philipp Blom. Foto: YouTube HanserVerlag
Boekrecensie -

Hoop – Over een verstandige verhouding tot de wereld

Voor een lezing krijgt de Duitse filosoof en historicus Philipp Blom vaak de vraag of hij in deze donkere tijden het publiek toch enige hoop kan meegeven. Dit essay is zijn antwoord, geschreven in zeven episodes en gericht aan een jongeman die hem dezelfde vraag stelde.

maandag 23 december 2024 15:51
Spread the love

 

Op pagina 100 lees je wat je ondertussen al door hebt: “Waarom ik jou geen eenvoudig antwoord kan geven? Omdat ik beloofd heb je serieus te nemen en omdat hoop ingewikkelder wordt naarmate je veroudert.”

Hoop – Over een verstandige verhouding tot de wereld is ongetwijfeld het meest persoonlijke werk dat ik van Blom gelezen heb. Met lijvige boeken zoals De duizelingwekkende jaren (over het decennium vóór de Eerste Wereldoorlog), Het verdorven genootschap (over wat we vergeten zijn van de Verlichting) en De opstand van de natuur (over menselijke domheid) heeft hij een breed publiek belangrijke inzichten bijgebracht.

Met dit essay neemt hij de lezer een flink stuk minder bij de hand, je krijgt een meanderende gedachtegang over een onderwerp waar geen eenduidige visie over kan bestaan. Eigen ervaringen en eruditie schemeren doorheen een tekst die nooit belerend wordt.

Om de haverklap lees je een zin die je aan het denken zet, zo vaak zelfs dat ik overwogen heb om deze bespreking te beperken tot een opsomming van citaten. Zonder context werkt zoiets natuurlijk niet, je moet het essay savoureren en zelf de passages vinden die jou aanspreken.

Het woord ‘savoureren’ staat hier niet toevallig, het boek is even gelaagd als een uitstekende wijn en kan, indien goed gedronken, een vergelijkbaar effect hebben.

Een onverstandige verhouding tot de wereld

De ondertitel geeft aan dat er ook een onverstandige verhouding bestaat die voor een flink stuk onze huidige machteloosheid verklaart. Hoop is een erfgenaam van het joods-christelijke bestel: hoop op het Beloofde Land of het Paradijs.

Met de Verlichting, de ontwikkeling van de wetenschap en – vooral – de daarbij aansluitende technologie, werd het paradijs plots maakbaar, in een nabije toekomst en bovendien op aarde. Hoop werd een politiek-ideologisch project, met accent op verandering, hervorming, revolutie.

Al snel verschoof dit naar de overtuiging dat we recht hebben op een betere toekomst vol geluk, en dat de overheid ons die moet bezorgen. Wanneer dat tegenvalt, begint de westerse mens te klagen, daarin geruggensteund door politici die welzijn verwarren met koopkracht.

Hoop als consumentenrecht dus, wat Blom vernietigend wegzet als geneuzel.

De geschiedenis leert iets anders: de gruwelijkste maatschappelijke gebeurtenissen zijn het effect van de overtuiging dat een bepaalde ideologie het paradijs zal opleveren. “Macht bestaat eruit de hoop en de angst van de mensen te beheersen.”

Opvallend genoeg bevat een dergelijke hoop steevast een morele component. Het goede leven komt eraan dankzij een moreel overwicht en een bijbehorend superioriteitsgevoel, met aan het slot de zoveelste massamoord met de zoveelste machtshebber.

Een dergelijke hoop leidt naar wanhoop en tegenwoordig vooral naar pogingen om te behouden wat we hebben, zelfs naar een pleidooi voor een terugkeer naar het verleden, vaak gecombineerd met het optrekken van een hoge muur rond de eigen regio, net alsof je een gebied kunt afsluiten van mondiale processen en wereldomvattende problemen.

Dat nostalgisch geneuzel versterkt “de samenzwering van het niet willen weten”, terwijl een drievoudige crisis hoe langer hoe zichtbaarder wordt, waarvan de natuurwetenschappen twee onderdelen al geruime tijd accuraat voorspellen (de klimaatverandering en het verlies van de biodiversiteit) – het ‘Wir haben es nicht gewusst’ is ook hier een leugen. De derde, digitalisering en AI, komt eraan.

Dat niet willen weten gaat gepaard met een schrijnend gebrek aan engagement. Ongeveer niemand in het Westen is nog bereid in te leveren, laat staan zich op te offeren voor het gemeenschappelijk belang.

Het vroegere sociaal contract (‘Doe je best en het wordt beter, en je kinderen zullen het nog beter hebben’) met de bijbehorende belofte van het paradijs – socialistisch, liberaal, neoliberaal – wordt niet langer nageleefd, het Westen is een samenleving van teleurgestelde individuen zonder toekomstperspectief.

Dat wijst op hopeloosheid in een samenleving die er niet meer in slaagt een gemeenschappelijk project te bedenken (‘groei’ is geen project).

Hoop gehamerd in staal

Wat is dan verstandige hoop? Een minimale voorwaarde is beseffen waar je zelf staat, samen met het idee dat je nooit kunt weten of je hoop beloond zal worden. Hoop vooronderstelt “een lange historische adem”, met veel mensen die nooit de verwerkelijking van hun hoop zullen meemaken – ik denk spontaan aan de suffragettes die in het begin van de vorige eeuw voor gelijkberechtiging streden.

Zij hadden een paar voorgangsters tijdens de Franse Revolutie en vooral heel veel anonieme opvolgers in de tweede helft van de vorige eeuw. Hoop is “als een wortelvlechtwerk dat door de geschiedenis heen groeit, een onderaards mycelium, waarvan we alleen maar de vruchten zien die boven de aarde als paddenstoelen opeens uit de grond lijken te schieten”.

Zelf geeft Blom een institutioneel voorbeeld van een dergelijke paddenstoel: de oprichting en de evolutie van de EU. Landen die elkaar niet eens zo lang geleden bevochten, zijn een bondgenootschap aangegaan dat vrede garandeert – wie alleen maar zeurt over haar tekortkomingen, vergeet de positieve kanten en beseft nauwelijks hoeveel eeuwen ondergronds mycelium eraan voorafgegaan zijn (lees Caroline de Gruyter Beter wordt het niet – Een reis door het Habsburgse Rijk en de Europese Unie, 2022).

Het meest ontroerende voorbeeld vindt hij in Colombia. Als hij voor een lezing in Bogotá verblijft, bezoekt hij een kunstwerk: een lege kubusvormige ruimte met een vloer van metalen platen vol oneffenheden. Hij snapt er niets van, tot hij de uitleg te horen krijgt.

Negenenzestig ton machinegeweren werden omgesmolten tot grote metalen tegels, waar vrouwelijke slachtoffers van seksueel oorlogsgeweld met een voorhamer hun pijn en verdriet in mochten hameren – ik kreeg de tranen in de ogen toen ik het las. Na vijftig jaar gewelddadige burgeroorlog is er ginder eindelijk zicht op een betere toekomst.

Blom concludeert dat hoop iets anders is dan optimisme en bovendien nooit passief kan zijn. Het vertrekpunt is onzekerheid, waar we in het Westen van gruwen. Dat vertrekpunt vraagt dat “je afscheid neemt van het naïeve idee dat hoop een garantie is voor een betere toekomst, voor de definitieve overwinning van de good guys.”

Een verstandige houding tot de wereld richt zich op andere mensen, in de wetenschap dat we anderen nodig hebben om onszelf te kunnen zijn. Hoop vraagt niet alleen dromen over, maar ook actief bijdragen tot een betere toekomst, voor het individu en voor de samenleving.

Hoop vraagt vrijheid en dus discipline

De naar mijn aanvoelen krachtigste passages van het boek verbinden hoop aan vrijheid, met dien verstande dat vrijheid een collectief verworven goed is dat we kwijtspelen wanneer we het reduceren tot een individueel recht en daarmee tot het ‘recht’ van de sterksten (lees Annelien De Dijn Vrijheid, een woelige geschiedenis, 2021).

Vrijheid vooronderstelt afspraken en regels over het samenleven, waardoor we een veilige handelingsruimte verwerven, fysiek, mentaal en sociaal. Een dergelijke ruimte is noodzakelijk voor de realisatie van wat we hopen, maar volstaat niet.

Je krijgt een degelijk muziekinstrument en je mag naar believen spelen? Probeer het maar, je hoop op prachtige klanken blijkt ongegrond. Gebruikmaken van een soms duur bevochten handelingsruimte kan slechts op grond van kennis en ambachtelijke vaardigheden die we dankzij discipline verwerven.

Dit is de lijn die Blom de lezer voorhoudt: hoop vraagt om vrijheid, vrijheid berust op collectieve afspraken, de daardoor ontstane handelingsruimte kunnen we zinvol gebruiken op grond van discipline die ons autonomie verleent.

Na jarenlange oefening bespeel je het instrument moeiteloos en zonder je buren op de kast te jagen.

Na eeuwenlange oorlogen en onderhandelingen tussen steden, regio’s en natiestaten ontstaat er zoiets als de EU.

Hoop vraagt oefening.

 

Philipp Blom. Hoop – Over een verstandige verhouding tot de wereld. De Bezige Bij, Amsterdam, 2024, 175 pp. ISBN 978 9403 1340 79.

Dit is een overname van de recensie op Paul Verhaeghe’s Boekenblog

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!