De Israëlische Knesset stemde op 28 oktober 2024 in met twee wetten die de activiteiten en diensten van UNRWA in alle delen van bezet Palestina verbieden.
Dit besluit markeert een ingrijpende escalatie in Israëls beleid ten opzichte van UNRWA, dat sinds 1967 regelmatig het doelwit is van aanvallen. Onder de huidige extreemrechtse regering zijn deze aanvallen echter sterk toegenomen. Vooral sinds de gebeurtenissen van 7 oktober vorig jaar lijkt de regering vastbesloten UNRWA volledig uit te schakelen, met deze wetten als dieptepunt.
Verbod op UNRWA maakt deel uit van Israëls strategie om “Groot-Israël” te realiseren
Volgens onder andere Philippe Lazzarini, commissaris-generaal van UNRWA, is de werkelijke reden voor het verbod “een doelgerichte poging om de kwestie van Palestijnse vluchtelingen voorgoed uit te wissen.” Het verbod op UNRWA maakt deel uit van Israëls koloniale en genocidale strategie om een “Groot-Israël” te realiseren. Dit plan beoogt volledige controle over heel Palestina, van de Jordaan tot de Middellandse Zee en verder, waarbij de oorspronkelijke Palestijnse bevolking wordt uitgewist.
Gevolgen
De aangenomen wetten maken het voor UNRWA naar alle verwachting onmogelijk om haar essentiële hulpdiensten in Gaza en de Westelijke Jordaanoever voort te zetten. Hierdoor worden 2,3 miljoen Palestijnse vluchtelingen de toegang tot cruciale voorzieningen, waaronder een bekroond onderwijsprogramma voor honderdduizenden kinderen, ontzegd.
Deze wetgeving breekt fundamenteel met de manier waarop de internationale gemeenschap sinds de oprichting van UNRWA in 1950 de Palestijnse vluchtelingenkwestie heeft aangepakt. Al 75 jaar is UNRWA het belangrijkste ‘instrument’ waarmee de internationale gemeenschap reageert op de onopgeloste situatie van Palestijnse vluchtelingen, in samenwerking met donor- en gastlanden en, sinds 1967, ook met Israël als bezettende macht in bezet Palestina.
UNRWA onder druk
De uitdagingen waarmee UNRWA wordt geconfronteerd door het verbod van de Knesset, worden verergerd door de aankomende terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis. Zijn herverkiezing zal naar verwachting de Amerikaanse inspanningen om de organisatie te ondermijnen en mogelijk zelfs volledig te ontmantelen aanzienlijk versnellen.
Tot minstens 2029 geen nieuwe Amerikaanse financiering
De Amerikaanse financiering, goed voor ongeveer een derde van het UNRWA-budget, is momenteel al opgeschort door de regering-Biden, in opvolging van Trumps eerdere beleid. Het lijkt daarom vrijwel zeker dat er tot minstens 2029 geen nieuwe Amerikaanse financiering komt. Bovendien wordt de situatie verder gecompliceerd door het feit dat een abrupte ontmanteling van UNRWA in bezet Palestina meer dan een half miljard dollar aan ontslagvergoedingen voor personeel met zich mee zal brengen.
Als het verbod daadwerkelijk volledig wordt geïmplementeerd – en ondanks sterke internationale tegenstand wijzen alle signalen daarop – zal dit verstrekkende gevolgen hebben. Zowel op juridisch vlak als op politiek vlak, als institutioneel, humanitaire en financieel.
In Gaza is de toekomst van UNRWA al meer dan een jaar uiterst onzeker. Het lot van de hulporganisatie is nu nauw verweven met de bredere toekomst van de Gazastrook.
In Oost-Jeruzalem is het directe doelwit het UNRWA-hoofdkwartier. Dat is door Israël het afgelopen jaar herhaaldelijk aangevallen en nu is het officieel bestemd als locatie voor een nieuwe nederzetting.
UNRWA gereduceerd tot een uitgeklede organisatie
In de overige delen van de Westelijke Jordaanoever kan een verbod UNRWA dwingen om haar diensten over te dragen aan de Palestijnse Autoriteit. Deze staat echter feitelijk onder controle van de Israël, wat een verdere bedreiging vormt voor de rechten van Palestijnse vluchtelingen. Hierdoor wordt UNRWA gereduceerd tot een uitgeklede organisatie dat beperkt is tot de ondersteuning van Palestijnse vluchtelingen in Jordanië, Libanon en Syrië.
Palestijnse rechten blijven beschermen
Chris Gunness, voormalig hoofdwoordvoerder van UNRWA, benadrukt dat Israëls verbod artikel 1d van het Vluchtelingenverdrag (1951) en artikel 7c van het statuut van de UNHCR activeert. Dit betekent dat Palestijnse vluchtelingen binnen en buiten de bezette gebieden onder het Vluchtelingenverdrag vallen en bescherming ontvangen van de VN Hoge Commissaris voor Vluchtelingen (UNHCR) wanneer ze asiel aanvragen.
Hoewel de betrokkenheid van UNHCR gevoelig ligt, vullen de rollen van UNRWA en UNHCR elkaar aan via het principe van continuity of protection. Met 75 jaar ervaring biedt UNHCR bescherming voor vluchtelingen die nergens ander terecht kunnen, met als uiteindelijke doel de realisatie van het recht om terug te keren.
Israëls nieuwe wet schendt principes van internationaal recht
Israëls nieuwe wet schendt fundamentele principes van internationaal recht, zoals artikel 105 van het VN-Handvest, het Verdrag over de privileges en immuniteiten van de VN en VN Veiligheidsraadresolutie 2.730 (mei 2024), die gericht is op de bescherming van humanitaire en VN-personeel. Daarnaast negeert Israël de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof dat de illegaliteit van de bezetting van Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem bevestigde, evenals het bevel van het Gerechtshof in de zaak Zuid-Afrika tegen Israël.
Dit bevel eist dat Israël stopt met acties die Palestijnen bedreigen en dat humanitaire hulp in Gaza ongehinderd moet worden toegelaten. Als bezettende macht moet Israël bovendien de diensten overnemen die UNRWA verleent, als UNRWA wordt gedwongen te stoppen.
De rechten en historische claims van Palestijnse vluchtelingen staan los van het voortbestaan van UNRWA. Deze rechten zijn gebaseerd op de illegale zionistische kolonisatie vanaf de Nakba, zoals bevestigd in VN-resolutie 194, en op het recht van zelfbeschikking.
Dit artikel is een overname van het Nederlandse platform The Rights Forum.
Lex Takkenberg is senior adviseur over de kwestie Palestina bij Arab Renaissance for Democracy and Development (ARDD). Hij werkte van 1989 tot 2019 voor UNRWA, waarbij hij als laatste de functie van eerste Chief Ethics Officer bekleedde. Takkenberg is lid van de Raad van Advies van The Rights Forum.