De werkzaamheidsgraad van vrouwen die buiten de EU geboren zijn, behoort tot de allerlaagste van Europa. Ze botsen op tal van drempels die op elkaar inwerken en elkaar versterken: geen erkende opleiding of diploma, geen of een tijdelijke verblijfsvergunning, kansarmoede, een beperkt netwerk, beperkte taalkennis, stereotiepe trajectvoorstellen, vooroordelen, racisme en discriminatie, waaronder uitsluiting vanwege het dragen van de hoofddoek.
Meer dan poetsen alleen
“Ik ben verpleegster van opleiding en ik heb jaren als verpleegster in Kenia gewerkt. Ik wil als verzorgende werken, maar de enige voorstellen die ik krijg zijn als poetshulp.”
Vrouwen met een migratieachtergrond worden vaak gegenderd en etnisch doorverwezen naar de schoonmaaksector. Poetshulp met dienstencheques is de baan die ze het meest aangeboden krijgen, ongeacht hun scholing of interesse. Scholing draagt voor hen in mindere mate bij tot een betere werkzaamheidsgraad. Onderzoek van Lens (Universiteit Antwerpen) bevestigt dat de sector van de dienstencheques een instroomkanaal biedt aan vrouwelijke migranten, waar ook midden- en hooggeschoolden moeilijk uit geraken. Deze stereotiepe toeleiding moet plaatsmaken voor een aanbod op maat.
Werk maken van een efficiënte, toegankelijke en snellere procedure voor de erkenning van buitenlandse studiebewijzen, een uitbreiding van het toepassingsgebied van eerder verworven competenties en positieve actiemaatregelen bij werkgevers zou meer vrouwen met een migratieachtergrond kansen geven in banen die aansluiten bij hun verworven competenties.
Kinderopvang en zorgstelsels voor iedereen
“Ik ben alleenstaande moeder en woon samen met mijn dochter bij mijn moeder. Ik ga binnenkort stage doen en ik weet niet wat ik in het weekend met mijn dochter moet doen, want mijn eigen moeder werkt ook in het weekend en financieel is het al moeilijk.”
Vrouwen met een migratieachtergrond hebben vaker een klein sociaal netwerk waarop ze een beroep kunnen doen. Ze zijn ook eerder tewerkgesteld in sectoren waar telewerk niet mogelijk is. De strengere voorrangsregels in de kinderopvang en de striktere criteria voor de opname van tijdskrediet en ouderschapsverlof sluiten net die ouders met een onzekere arbeidsmarktpositie uit. Opleidings- en werktrajecten houden daar geen rekening mee.
Kinderopvang is een cruciale hefboom. Vooral vrouwen in een kwetsbare situatie hebben nood aan flexibele, toegankelijke en betaalbare kinderopvang. Gezinnen met een duurzame tewerkstelling maken in eerste instantie gebruik van kinderopvang. Het is belangrijk om op deze twee sporen in te zetten.
Vrouwen met een migratieachtergrond belanden vaak in banen met interimcontracten, contracten van korte duur of dagcontracten. Hierdoor vallen ze uit de boot voor zorgstelsels zoals ouderschapsverlof en tijdskrediet, die sterk afhankelijk zijn van dienstanciënniteit. Ouderschapsverlof en tijdskrediet moeten breder mogelijk gemaakt worden voor elke ouder door de voorwaarden van dienstanciënniteit te schrappen.
Krachtdadige aanpak van discriminatie
“Toen ik stage liep en een opleiding volgde, zette de VDAB die stop en zeiden ze tegen mij dat ik met een hoofddoek toch geen werk zou vinden. Ze doen geen moeite om een baan voor me te vinden; ze bieden enkel poetsen aan.”
Talrijke uitsluitingsmechanismen zorgen ervoor dat de vrouwen kansen mislopen. Werkgevers moeten gesensibiliseerd en gestimuleerd worden om voorbij levensbeschouwing, herkomst of huidskleur te kijken en de focus te verleggen naar kwaliteitsvol handelen. Een krachtdadig antidiscriminatiebeleid moet daarnaast het antwoord zijn, met zowel handhaving als preventie en positieve actie.
Wil deze Vlaamse Regering de potentiële arbeidsreserve van niet-beroepsactieve vrouwen met een migratieachtergrond aanboren, dan moeten hun huidige ervaringen ernstig genomen worden. Negatieve ervaringen in het verleden maken immers dat heel wat niet-beroepsactieve vrouwen hun rug hebben gekeerd naar de arbeidsmarkt.
Duurzame tewerkstelling van vrouwen met een migratieachtergrond vraagt een ambitieus tewerkstellingsbeleid dat ook andere beleidsdomeinen integreert en buiten de lijntjes durft te kleuren met erkenning van eerder verworven competenties en buitenlandse studiebewijzen, niet-stereotiepe en versterkende trajecten, effectieve bestrijding van discriminatie en racisme, kinderopvang voor elk kind ongeacht het statuut van de ouders en positieve actiemaatregelen bij werkgevers. Pas dan kan de Vlaamse arbeidsmarkt ook een inclusieve werkomgeving zijn.
Beleidsmakers aan zet
De uitgebreide toelichting bij de beleidsaanbevelingen is gepubliceerd op de websites van de betrokken organisaties en wordt overgemaakt aan de bevoegde ministers.
De specifieke situatie van vrouwen met een migratieachtergrond komt ook aan bod op de studievoormiddag over precariteit van de coalitie Gender en Sociaal-Economische Onafhankelijkheid op 17 december. Getuigenissen vindt u in het dossier Sterk Vrouwenwerk, het netwerk dat zich inzet voor het recht op werk van vrouwen in armoede, en de bevraging door LEVL.