Is politiek een perceptieproductielijn geworden? Journalistiek afgegleden tot een contentfarm? Cinema onherroepelijk getransformeerd in een popcornfabriek? Het lijkt erop. Correctie: het voelt zo aan op de vooravond van 2025.
Dat 2024 in het teken stond van genocide, wraak van de natuur en terugkeer van een vleesgeworden karikatuur in het Witte Huis helpt natuurlijk niet. Je zou er voor minder van overtuigd geraken dat we volop in een dystopische werkelijkheid zitten.
Dat gevoel van duisternis versterkte het afgelopen jaar de kracht van films die het mes zetten in het hart van een samenleving die spot/speelt met levens. Zoals The Zone of Interest (Jonathan Glazer), The Substance (Coralie Fargeat), Do not expect too much of the end of the world (Radu Jude), Skunk (Koen Mortier), Furiosa: A Mad Max Saga (George Miller), Dahomey (Mati Diop) of Poor Things (Yorgos Lanthimos).
Er zijn ook filmmakers die hoop sprokkelen met vaak klassieke tragedies over zelfvernietiging. Zo blaast Clint Eastwood met Juror #2 de morele held (en de worsteling tussen zelfbehoud en gerechtigheid) nieuw leven in via een ode aan klassieke cinema, terwijl Francis Ford Coppola’s intiem epos Megalopolis rond een visionaire architect draait die aan een hoopvolle, utopische toekomst bouwt. Dichter bij huis knutselde Bas Devos met Here in hellhole Brussel een hoopvol utopisch kleinood in elkaar.
Young at heart
“Het pad naar het paradijs begint in de hel.” Met dit Dante citaat opent Sam Wasson, de Amerikaanse filmhistoricus die ook tekende voor het briljante Hollywood-tijdens-de-seventies portret The Big Goodbye, zijn biografie The Path to Paradise. Een verhaal met ondertitel ‘A Francis Ford Coppola Story’ waarin Coppola’s leven en werk geschetst wordt als een odyssee gekleurd door zowel tijdsgewrichten als de psyche van de filmmaker.
Wasson ziet Coppola als een larger than life figuur én een geestverwant van Griekse filosofen. De cineast is voor hem een groot denker met maniakale driften, een idealist met kapitalistische neigingen, een innovator die flirt met flops.
Kantelmoment is Apocalypse Now (1979), een op hol geslagen droomproject dat leek af te stevenen op een nachtmerrie (Wasson schetst de productie als een psychedelische ervaring) én flop. Tot Cannes overstag ging en de film wereldwijd gezien werd als ultiem Vietnamepos.
Voor de biograaf is dit meesterwerk niet enkel de evenknie van The Godfather (1972) maar illustreert het ook dat film maken bij Coppola oorlog voeren is. De hel levert deze creatieve dromer energie om aan utopieën te timmeren. Wanhoop, lijden en donkere tijden staan niet in de weg van hoopvolle kunst. In die zin blijft Coppola, net als Clint Eastwood, jong van hart en geest.
Wonderlijk plezier
Getuige het verrassend vreugdevolle Megalopolis (2024), een film die onverwacht van Coppola’s lijstje ‘nooit gerealiseerde droomprojecten’ geschrapt kon worden. Een “epische sandalenfilm” (dixit Coppola) die zonder beroep te doen op sentimentalisme de kijker een goed gevoel geeft. Met een brok experimentele cinema zwevend tussen werkelijkheid en fantasie, tussen de reële en de virtuele wereld. Schatplichtig aan zowel het theater (Coppola schuwt de Shakespeare verwijzingen niet) en stomme film.
Het Oude Rome en de Hedendaagse Verenigde Staten verstrengelen in een New (York) Rome dat zowel qua decadentie als qua idealisme het Gotham City van Batman overtreft. Gedreven door een visionaire held die zoekt naar een vaccin dat woede, wraak, corruptie en machtsdrang countert. Na een ongeval wil architect Cesar Catalina (Adam Driver) met zijn revolutionaire bouwstof megalon de stad heropbouwen als een plek waar iedereen vredig samenleeft en kan genieten van collectieve openbare voorzieningen.
Ode aan de chaos
Een megalomaan, utopisch plan dat burgemeester Cicero (Giancarlo Esposito) en bankier Hamilton Crassus (Jon Voight) ervaren als regelrechte aanval op hun macht. Gold digger Wow Platinum (Aubrey Plaza), love interest met gouden hart Julia (Nathalie Emmanuel), populist Clodio (Shia LaBeouf) en chauffeur historicus Fundi (Laurence Fishburne) maken de cocktail van ideeën en belangen er niet minder explosief om. Het pad naar de toekomst loopt via de troebele erfenis van het verleden en de chaos van het heden.
Megalopolis weerspiegelt die chaos. Het is een even fascinerende als indrukwekkende film maar vooral een waar de middelpuntvliedende krachten overheersen. Waar overdaad heerst. Kunstmatigheid groteske vormen aanneemt. Versterkt door bombastische kleuren, sets en muziek. Met stijlbreuken geaccentueerd door ruwe overgangen, theatrale dialogen en nadrukkelijke observaties.
Kortom, chaotische, duizelingwekkend wilde cinema. De perfecte illustratie van een verzonnen turbulent universum dat refereert aan de actuele gepolariseerde realiteit. “Don’t let the now destroy the forever”, waarschuwt Catalina.
Work in progress
Megapolis heeft iets onafgewerkt. Alsof de in 1939 geboren cineast nog snel zijn filmtestament op de wereld wilde loslaten. Maar was het ooit anders bij de regisseur die de Gouden Palm in Cannes won met een work in progress, het generiekloze Apocalypse Now? Redux en Final Cut volgden later. Jaren later. Coppola sleutelde ook nog aan The Outsiders (The Complete Novel, 2005), The Cotton Club (Encore, 2019), The Godfather (Coda: the Death of Michael Corleone, 2020), Twixt (B’Twixt Now and Sunrise, the Authentic Cut, 2022) en One from the Heart (Reprise, 2024).
Op The Cotton Club (waar zwarte artiesten meer ruimte krijgen) na bleken die versies zelden een must of een verbetering. Maar dat kon Coppola niet deren. Het mercantiele kantje van de wijnbouwer-filmmaker speelt (en zijn nood om inkomsten te genereren), maar vooral ook het feit dat het in steen gebeitelde ‘unieke (kunst)werk’ in zijn ogen een achterhaald concept is.
Coppola voelt zich meer een kind van het theater dan van cinema en ziet film als levende materie. Op putten uit de filmgeschiedenis (hier onder meer Fritz Langs Metropolis) en spelen met de eigen filmverhalen rust dan ook geen taboe bij hem.
Integendeel, Coppola wil dat alles stroomt, beweegt, verandert. Met Bram Stoker’s Dracula (1992), Jack (1996) en The Rainmaker (1997) bewees hij, wanneer de financiële nood weer eens hoog was, traditionele Hollywoodcinema te kunnen maken.
Maar een film is voor Coppola bij voorkeur chaotisch, cryptisch en gelaagd. Door ideeën en beelden op te stapelen, prikkelt hij kijkers om zijn films te blijven herbekijken en herontdekken. “Ik heb bewust zo veel dingen in Megalopolis gestoken dat je er bij elke visie nieuwe zaken in zal vinden”, vertelt hij aan La Septième Obsession, “ik ben ervan overtuigd dat de film zo zal blijven veranderen”.
De flop maker
Nog voor Megalopolis in Cannes was voorgesteld vroeg de Amerikaanse pers zich af of Coppola niet grandioos op zijn bek zou gaan met deze megalomane film. Het leek wat op een voorspelling en al helemaal op een veroordeling. Zo’n ambitieus, roekeloos egoproject moest wel falen.
Net als bij Michael Cimino’s Heaven’s Gate (1980) western debacle werd een veroordeling van de ‘auteur’ filmmaker gekoppeld aan de verheerlijking van de box office. Cijfers als maatstaf voor succes en kwaliteit. Zoals Fran Lebowitz zegt in Martin Scorsese’s miniserie Pretend It’s a City (2021): “We live in a world where they applaud the price and not the Picasso.” Een wereld waar Vaiana 2 – een Disney die zalen doet vollopen – enkel aandacht krijgt omwille van zijn commerciële succes.
Eén groot verschil met de Cimino bashing van weleer: Coppola kon moeilijk beschuldigd worden van het laten kapseizen van een studio. Maar het feit dat hij 120 miljoen van zijn eigen wijnvermogen investeerde, gold evenzeer als ‘waanzin’.
Want de investering terugwinnen leek schier onmogelijk. En na een matige start in de Verenigde Staten blijkt het inderdaad de slechte kant uit te gaan (de teller staat momenteel op amper 13.784.520 dollar volgens BoxOfficeMojo) en dreigt het faillissement. Maar zoals Coppola Catalina laat zeggen in Megalopolis: “Je moet bereid zijn in de leegte te springen om vrij te zijn.”
De regisseur weigert steevast zich creatief te laten verlammen door angst. Angst om ontslagen te worden (een constante dreiging tijdens de opnamen van The Godfather). Angst om failliet te gaan (Apocalypse Now). Angst om tegen de stroom in te roeien met een verhaal over mislukte dromen (One from the Heart), een gedoemde innovator (Tucker) of verlies (Gardens of Stone).
Angst om met kleine producties van de radar te verdwijnen (Youth Without Youth, Tetro, Twixt). Schrik overwint hij, zegt Coppola in Sight and Sound “door me te werpen op een project dat nieuwer, groter, uitdagender en opwindender is”. De vlucht vooruit via nieuwe risicovolle projecten.
Dwars op de tijdgeest
De vijandige reacties op Coppola’s gedurfde, persoonlijke, chaotische en satirische scifiepos weerspiegelen een tijdgeest waar financieel presteren en succes de norm zijn. De regisseur/scenarist/producent anticipeert op die kritiek door Megalopolis (de titel omarmt vrolijk het megalomane magnum opus aspect van dit project) te laten draaien rond de vraag of de maatschappij niet (beter) volgens andere principes kan georganiseerd worden.
Een vraag die letterlijk wordt gesteld door Cesar Catalina: “Is this society, is this way we’re living, the only one that’s available to us? And when we ask these questions, when there’s a dialogue about them: that basically is a utopia.”
Megalopolis had het verhaal van een toekomstige metropool in verval kunnen zijn. Een dystopie over vernietiging. Aangekondigd met een in steen gebeitelde tekst die een parallel trekt met de val van het oude Rome: “Kunnen we ons verleden behouden en al zijn wonderbaarlijke erfgoed? Of worden we ook het slachtoffer van de onverzadigbare machtshonger van enkele mannen?” Maar de film is minder pessimistisch dan deze waarschuwing voor de ondergang van de Amerikaanse republiek.
Ja, Coppola ziet Amerika als de moderne historische tegenhanger van Rome. Maar hij is er wèl heilig van overtuigd dat vooruitgang niet tegengehouden kan worden door de kleingeestige mensen die dit tijdperk lijken te overheersen. Niet toevallig draaide The Outsiders (1983), het tienerportret dat het bedrieglijke en onbereikbare karakter van de Amerikaanse Droom voor ‘gewone’ tieners illustreerde, rond het ‘Stay Gold’ motto.
“Megalopolis is geen dystopisch epos”, benadrukt de cineast in Sight and Sound, “het is een utopisch epos. Het gelooft in de toekomst van de mensheid”. En: “Utopie betekent ‘de plaats die niet bestaat’ in het Grieks. Ik geloof dat het kan bestaan. Dat het paradijs op aarde mogelijk is.”
Megalopolis reikt naar de utopie, vertelt een hoopvol verhaal voor sombere tijden. “De rol van de kunstenaar is het leven te belichten en verlichten”, zegt Coppola in La Septième Obsession, “zodat we helderder kunnen zien. Want het leven wordt obscuur gemaakt door schaduwen en duisternis die we niet waarnemen.”
Stop de tijd
Megalopolis is een van ideeën, beelden, metaforen en verwijzingen bulkend film delirium dat ons hoofd doet tollen. Maar het is ook een ‘fabel’ die aanzet tot nadenken. Over het bouwen van werelden, het transformeren van een samenleving.
Coppola brengt iconische New Yorkse gebouwen (Grand Central Station, het Chryslergebouw) in beeld en laat zijn personages zweven tegen de herkenbare skyline. “We zijn allemaal architecten”, zegt de cineast die een halve eeuw geleden de Sentinel building in San Francisco omtoverde tot een filmhoofdkwartier en maar bleef dromen van het bouwen van filmstudio’s en steden.
Die filmarchitect toont zich ook gefascineerd door tijd. Het is geen toeval dat wanneer de idealistische architect Cesar Catalina van het dak van het Chryslergebouw lijkt te vallen/springen de tijd stopgezet wordt. Door hemzelf met “Time! Stop!”
Gebouwen zijn voor Coppola gestolde gedachten, gematerialiseerde ideeën. De visionair kan de tijd bevriezen, de waan van de dag uitschakelen om zo op radicale wijze een andere, utopische toekomst te zien en te boetseren.
Best gek en grotesk, het spel met de tijd dat Coppola hier opvoert. Maar het geeft aan hoe dun de scheidingslijn tussen genialiteit en waanzin bij hem is. Kolonel Kurtz, autobouwer Tucker en sterarchitect Catalina zijn zielsverwanten. Buitenbeentjes die streven naar wat de tagline van Megalopolis aangeeft: “If you can’t see a better future, build one.”
Een film voor vandaag en morgen
Francis Ford Coppola maakte films die in het pantheon thuishoren. The Godfather (1972, The Conversation (1974), Apocalypse Now (1979). Maar hij tekende ook voor sprookjesachtige, aanvankelijk ondergewaardeerde films die jaren later een cultstatus verwierven. One from the Heart (1981), The Outsiders (1983), Rumble Fish (1983), The Cotton Club (1984), Peggy Sue Got Married (1986), Tucker: The Man and his Dream (1988).
In dat rijtje past Megalopolis, een buiten de lijntjes kleurende fabel die nu veel toeschouwers verwart, maar in een niet zo utopische toekomst ongetwijfeld gezien zal worden als Francis Ford Coppola’s testamentfilm. Een mijlpaal en meesterwerk dat men kan beschouwen als illustratie van de ‘superkracht’ die de film- en dromenmaker bezit. Coppola’s vermogen om via cinema de tijd stil te zetten en om ons te doen dromen met open ogen. In the darkness of the movie house.
“When I stepped out into the bright sunlight, from the darkness of the movie house,
I had only two things on my mind: Paul Newman, and a ride home.”
Ponyboy – The Outsiders
Sam Wasson, The Path to Paradise – A Francis Ford Coppola Story, Uitgeverij Faber, Londen, 2023, 385 blz.
MEGALOPOLIS van Francis Ford Coppola. USA, 2024, 138’. Met Adam Driver, Giancarlo Esposito, Nathalie Emmanuel, Aubrey Plaza, Shia LaBeouf, Jon Voight, Laurence Fishburne, Talia Shire, Jason Schwartzmann. Scenario Francis Ford Coppola. Fotografie Mihai Malaimare. Muziek Osvaldo Golijov. Montage Cam MacLauchlin, Robert Schafer & Glen Scantlebury. Productie Fred Roos, Francis Ford Coppola & Michael Bederman. Distributie September Film. Release 11 december 2024.