Tegen premier Netanyahu en voormalig minister van defensie Yoav Gallant werd een arrestatiebevel uitgevaardigd. Foto: Avi Ohayon, Wikipedia.
Analyse - Craig Mokhiber,

Waarom duurde het arrestatiebevel tegen Netanyahu zo lang?

In mei 2024 diende de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC) een verzoek in voor een arrestatiebevel tegen twee Israëlische leiders. Het heeft een half jaar geduurd vooraleer het bevel er uiteindelijk kwam. Craig Mokhiber zocht uit waarom dat het geval was. Dit artikel werd geschreven juist voor het bevel er kwam.

woensdag 4 december 2024 17:33
Spread the love

 

Op 20 mei 2024, diende Karim Khan, de aanklager van het Internationaal Strafhof (ICC), bij het ICC een verzoek in voor een arrestatiebevel tegen Israëlische leiders Banjamin Netanyahu en Yoav Gallant voor oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de menselijkheid, inclusief uitroeiing.

Intimidatie

In dezelfde verklaring voegde hij een buitengewone waarschuwing toe: “Ik dring erop aan dat alle pogingen tot belemmering, intimidatie of ongepaste invloed van functionarissen van dit Hof, onmiddellijk moeten stoppen. Mijn diensten zullen niet twijfelen om te handelen volgens artikel 70 van het Rome Statuut als zulk gedrag aanhoudt.”

De Aanklager weidde niet uit over de bron van de dreigementen tegen de ICC functionarissen. Het Hof, in overeenstemming met de vastgelegde procedures, wees daarna de zaak toe aan een preliminaire kamer van drie rechters, met rechter Iulia Motoc als voorzitster.

Acht dagen nadat de Aanklager het arrestatiebevel en zijn waarschuwing over intimidatie van het Hof aankondigde, publiceerden The Guardian en +972 Magazine een onthullend artikel. Hierin kwam een decennium aan inmenging, druk en bedreigingen aan het licht, gepleegd door beruchte Israëlische inlichtingendiensten die trachten de onderzoeken naar Israëlische misdaden te ondermijnen.

Maar op dat moment was het Hof stil over het Palestinadossier – een stilte die vijf maanden zou duren. Waarnemers van het Hof waren verbaasd en verontrust over de ongekende vertraging in de uitvoering van de bevelen.

En toen, net op hetzelfde moment, begin oktober, gingen pro-Israëlische publicaties de ronde met anonieme beschuldigingen over de ICC Aanklager die een vrouwelijke medewerkster had lastig gevallen.

Er was een anonieme beschuldiging van grensoverschrijdend gedrag en de voorzitter van het vooronderzoek was plotseling ziek …

Amper enkele dagen later, op 20 oktober 2024, deelde het ICC mee dat Motoc, de Presiderende Rechter van de preliminaire kamer die moest beslissen over arrestatiebevelen voor de Israëlische Premier en Minister van Defensie, plots was afgetreden.

Het Hof verstrekte geen verdere informatie dan niet nader omschreven “gezondheidsredenen”. Motoc werd vervangen door de Sloveense rechter Beti Hohler, en de Franse rechter Nicolas Guillou werd benoemd als Presiderend Rechter. In normale tijden zouden deze ontwikkelingen nauwelijks worden gemerkt. Maar dit zijn geen gewone tijden, en dit is geen gewone zaak.

Israël, een staat die 75 jaar had genoten van straffeloosheid gesteund door het Westen, werd eindelijk ter verantwoording geroepen voor zijn misdaden, zo leek het. Israëlische leiders staan reeds terecht voor genocide bij het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat al een reeks voorlopige bevelen uitsprak. In de maand mei ontvingen de beklaagden het bericht vanuit de andere kant van Den Haag dat ze zich nog steeds in een benarde positie bevonden.

Het arrestatiebevel tegen Benjamin Netanyahu en Yoav Gallant, dat de aanklager in mei bij het ICC indiende, leidde tot een voorspelbaar antwoord van Israël, vol woedende tegenbeschuldigingen, scheldwoorden en de gebruikelijke tactieken van laster gericht aan het Hof.

Amerikaanse ambtenaren bedreigen zelfs het Hof

Israël werd direct bijgestaan door zijn westerse bondgenoten die het bevel van de Aanklager aanvielen, en door Amerikaanse ambtenaren die zelfs het Hof zèlf bedreigden.

De vertraging in het uitvoeren van de arrestatiebevelen, en de vervanging van de Presiderende Rechter, zijn serieuze aanleidingen voor bezorgdheid over het functioneren van het Hof, en over een mogelijke plot achter de schermen.

Voor Poetin na drie weken arrestatiebevel, voor Netanyahu na vijf maanden nog niets

De bezorgdheid is groot, omdat deze vertraging van vijf maanden volgt op bijna een decennium van talmen, sinds het eerste preliminaire onderzoek naar Israël’s misdaden in Palestina werd geopend.

Ter vergelijking: een verzoek tot arrestatie van de Russische president Vladimir Poetin werd na drie weken bevolen door het ICC. In andere rechtszaken duurde het gemiddeld acht weken voordat het Hof een bevel uitvaardigde.

Deze recente ontwikkelingen, die nauwlettend worden gevolgd door onthullingen over jarenlange dreigementen en intimidatie van rechters en medewerkers van de rechtbank door agenten van de Israëlische staatsveiligheid en Westerse overheidsbeambten, leiden tot een verhoogde waakzaamheid bij waarnemers van het Hof en tegenstanders van Israëlische straffeloosheid.

Baas van Mossad bedreigde aanklager Bensouda en haar familie

In één geval, bedreigde het hoofd van de Mossad zelf de vorige Aanklager bij het ICC, Fatou Bensouda, en haar familie. (Het is haar gegund dat Bensouda zich tegen de aanvallen verzette en, met voorbeeldige moed en overtuiging, doorging met het onderzoek naar Israëlische misdaden).

Door de verwisseling van rechters in dit geval wordt verwacht dat de beslissing over arrestatiebevelen, die nu al een buitensporig vertraagd verloop kent, nog verder zal worden uitgesteld. Bovendien roept de ongekende (en thans verergerde) vertraging vragen op over wat er zich “achter de schermen” afspeelt.

Maar Israël is niet de enige staat die het werk van het ICC hindert. Namens Israël hebben wetgevers van de VS, het Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Amerikaanse Nationale Veiligheidsraad hun krachten gebundeld. Zij oefenen druk uit, intimideren, proberen de zaak tegen Israëlische functionarissen te laten ontsporen en dreigen zelfs met sancties tegen het Hof.

Substantiële risico’s

Het is onmogelijk te zeggen wat de rechters uiteindelijk beslissen, en er is niets openbaar bekend dat hun rechterlijke integriteit in twijfel trekt. Toch kunnen de veranderingen in de samenstelling van de kamer ook substantiële gevolgen hebben.

VS dreigde al met sancties tegen het ICC

Bijvoorbeeld, de nieuwe rechter Hohler publiceerde een artikel in 2015 (lang voor zij toetrad tot het ICC) waarin ze suggereerde dat complementariteit een doorlichting van Israël kan verhinderen omdat “Israël in het algemeen een goed-functionerend juridisch systeem heeft, geleid door een gerespecteerd Hooggerechtshof”.

Naast de algemene internationale kritiek op het Israëlische Hooggerechtshof (die reeds evident was in 2015) vanwege de goedkeuring van een lange geschiedenis van apartheidsbeleid, staatsmisdaden tegen Palestijnen, en tolerantie voor Israël’s oorlogsmisdaden, is inmiddels duidelijk geworden dat Israël geen intentie heeft om Netanyahu of Gallant te onderzoeken of te vervolgen voor de misdrijven die in het arrestatiebevel van de Aanklager van het ICC worden beweerd.

We moeten hopen dat rechter Hohler zich nu zal realiseren dat complementariteitsbezwaren (oftewel het idee dat Israël zichzelf zal onderzoeken) helemaal niets waard zijn, zoals het ICJ al heeft vastgesteld. Echter, haar evaluatie van het Israëlische rechtssysteem is grondig vertekend en verontrustend.

En, in hetzelfde artikel impliceerde rechter Hohler ook dat externe politieke overwegingen beslissingen van het Hof kunnen beïnvloeden omdat “het ICC enorm afhankelijk is van de steun van de verdragsstaten, voor elke vorm van handhaving, en om er voor te zorgen dat verdachte misdadigers werkelijk in Den Haag aanwezig zijn”.

We hopen dat rechter Hohler beseft dat Israël’s zelfonderzoek helemaal niks waard is

Hoewel dit feit vaststaat en veel verdragsstaten van het Statuut van Rome en het ICC westerse bondgenoten van Israël zijn, zou de bezorgdheid over de rechtsgang geen invloed mogen hebben op de beslissingen van de rechters met betrekking tot de waarden van het ICC.

De nieuwe Franse presiderende rechter Guillou trad het Hof binnen met een sterk profiel op het gebied van “terrorismebestrijding”. Voorafgaand aan zijn aanstelling was hij kabinetschef van de president van het Speciale Libanon Tribunaal, dat een lid van Hezbollah veroordeelde voor de moord op Rafik Hariri in 2005. Daarnaast werkte hij als liaison bij het Amerikaanse Departement van Justitie, waar hij samenwerkte met de VS aan de vervolging van contraterreur-dossiers tijdens de piek van de zeer controversiële “war on terrorism” van de VS.

Reou heeft ook publiekelijk gepleit voor de vervolging van niet-gouvernementeel “terrorisme” in internationale tribunalen, voordat hij zich bij het Hof aansloot. Dit is echter slechts in het Libanon Tribunaal gebeurd, ondanks het ontbreken van een definitie van terrorisme in de internationale wetgeving. Dit pleidooi kwam ook in tegenspraak met de bezwaren van mensenrechtendefensers en anderen die zich zorgen maken over het corrosieve juridische effect van de “War on Terror” op strafrechtelijke zaken en in situaties van gewapend conflict.

De tragedie van rechter Goldstone in 2009

Dit betekent niet dat er onregelmatigheden zijn in de gewijzigde samenstelling van de kamer, of dat de rechters immoreel zouden zijn. Echter, de wet is geen machine die neutraal beslissingen neemt op basis van feiten. De meningen, ervaringen, vatbaarheid en vooroordelen van rechters spelen ook een rol. Iedereen die de rechtbank wil beïnvloeden, is zich hiervan bewust.

Daarnaast houdt dit feit geen rekening met de corrumperende invloed van Israëlische dreigementen en de campagne van de VS om druk uit te oefenen op het personeel van het ICC.

Verdedigers van mensenrechten herinneren zich goed hoe een vergelijkbare campagne van dwang, gelanceerd door Israël tegen rechter Richard Goldstone, voorzitter van de UN Fact Finding Mission on Gaza in 2009, Goldstone dwong om de bevindingen van de missie feitelijk te herroepen. Zijn reputatie op het gebied van internationale juridische zaken en mensenrechten was effectief geruïneerd na een decennia-lange legendarische juridische carrière.

Klacht tegen aanklager Karim Khan

Ongerustheid over aanvallen op de onafhankelijkheid van het Hof verergde in oktober. Een anonieme account op X tweette ongegronde beschuldigingen van derden dat ICC Aanklager Karim Khan een vrouwelijke medewerkster had lastiggevallen.

Op andere manier ontdekte The Daily Mail, een rechtse, pro-Israëlische Engelse tabloid (bekend om het publiceren van Israëlische desinformatie en verbannen door Engelstalige Wikipedia wegens onbetrouwbaarheid), deze kleine X-account en herdrukte de beschuldigingen. Het verhaal werd vervolgens herhaald door pro-Israëlische nieuwswebsites in het Westen.

Anonieme klacht gaat wereld rond dankzij pro-Israël-media

Hoewel het onmogelijk is om te weten of deze beweringen waar zijn, ontkende Khan dit en stelde hij dat ze deel uitmaken van een campagne van bedreigingen en intimidatie tegen hem en het Hof vanwege hun werk.

Wat haar betreft, het vermeende slachtoffer diende geen klacht in, en noch zij noch het Onafhankelijke Toezicht Mechanisme (IOM: ‘Independent Oversight Mechanism’) van het Hof vonden het nodig om de aanklacht verder te onderzoeken.

Het is hoe dan ook duidelijk dat deze anonieme beschuldiging snel voeder werd voor een delegitimeringscampagne tegen de Aanklager en, in het verlengde daarvan, het ICC.

Pro-Israëlische media en afgevaardigden hechtten waarde aan propaganda en linkten de beschuldigingen aan de rechtszaak tegen Netanyahu en Gallant. Koppen als “Aanklager van Oorlogsmisdaden, die Netanyahu Beschuldigde, Aangeklaagd voor Seksueel Wangedrag” vormen een duidelijke poging om de beschuldigingen tegen de Israëlische beklaagden te ondermijnen.

Den Haag Onder Druk

Wat we wel weten is dat (1) het Hof al lang terughoudend is met het voortzetten van zaken tegen Israëli’s, ofwel door angst of als gunst, (2) Israëlische en westerse inlichtingendiensten en regeringsactoren hebben actief druk uitgeoefend op ICC rechters en andere medewerkers bij het Hof, en (3) de vertragingen in het Palestina dossier zijn volkomen ongezien.

Met deze kennis moeten we tenminste drie vragen stellen. Ten eerste, zijn de “gezondheidsredenen” van rechter Motoc echt vastgesteld of waren ze een dekmantel voor iets meer sinister? Ten tweede, zijn de daaropvolgende vervangende benoemingen beïnvloed door de substantiële standpunten van de rechters, hetzij verondersteld of reëel?

En ten derde, zijn de veranderingen ontworpen om verdere vertragingen in de procedures te rechtvaardigen, die bijgevolg Israëlische beklaagden bevoordeelden en meer tijd gaven voor achterkamerse manipulatie?

Genocide duurt voort, terwijl ICC blijft talmen

Uitgezonderd bijkomende onthullingen van het ICC, zullen we het antwoord op deze vragen niet weten tot de hamer van de voorzitter valt, of helemaal niet.

Maar omwille van het feit dat juridisch uitstel blijft duren, ook al gaat de uitroeiing in Palestina onverminderd voort, en wetende dat nefaste spelers het Hof viseren om rechtspraak te verhinderen, is publieke waakzaamheid noodzakelijk. Zowel het ICC en diegenen die het trachten te corrumperen zouden gewaarschuwd moeten worden: de wereld kijkt mee.

De reputaties van het ICC, van de rechters, en van de huidige Aanklager zijn inderdaad al erg beschadigd, niet alleen door een decennium van vertragingen in het Palestina dossier, maar ook door een dramatische onevenwichtigheid in de globale aanpak.

Het Hof heeft zich bijna uitsluitend gericht op het globale Zuiden, en op veronderstelde tegenstanders van het Westen. Tot nu toe hebben daders uit Israël en alle andere Westerse landen geprofiteerd van totale straffeloosheid onder het Rome Statuut van het ICC.

Voor staten in het Global South, en voor verdedigers van rechtvaardigheid wereldwijd, wordt het ICC steeds verdachter. Het verzuim om in dit geval rechtspraak toe te passen, de indruk van partijdigheid ten gunste van Israël, en elke toegeving aan druk van de VS of Westerse sponsors van het Hof, duiden bijna zeker het begin van het einde van het ICC aan.

Misdrijven tegen de rechtspleging vervolgen

Maar Israël en de VS zouden bijzonder voorzichtig moeten zijn. Het risico dat zij lopen is meer dan alleen reputatieschade. De beïnvloeding waar zij bij betrokken zijn, betreft niet alleen morele verontwaardiging, maar ook een inbreuk op het internationale recht.

Sommige handelingen die nu bekend zijn, kunnen onderhevig zijn aan strafrechtelijke vervolging door het Hof zelf. Artikel 70 van het Rome Statuut van het ICC codificeert misdrijven tegen de rechtspleging en geeft het Hof de bevoegdheid om deze misdrijven te vervolgen.

Specifiek gaat het om: “het hinderen, intimideren of door middel van omkoping beïnvloeden van een beambte van het Hof teneinde deze te dwingen of over te halen zijn taken niet of onjuist te vervullen,” en “het wraak nemen op een beambte van het Hof wegens de taken die door deze of een andere beambte zijn vervuld”.

Nederlandse aanklagers overwegen juridische stappen tegen Israëlische inlichtingen

Diegenen die voor deze misdrijven zijn veroordeeld, kunnen een gevangenisstraf van maximaal vijf jaar van het Hof krijgen. Daarnaast zou elke verdragsstaat van het Rome Statuut wettelijk verplicht zijn om dergelijke misdrijven te vervolgen als ze zijn gepleegd door hun burgers of op hun grondgebied.

Hoewel de VS en Israël geen verdragsstaten van het ICC zijn, zijn de meeste van hun naaste Westerse bondgenoten dat wel, en deze zouden verplicht zijn om mee te werken.

Nederland, waar het ICC zich bevindt, is als gastland verplicht om de veiligheid en zekerheid te garanderen van de medewerkers van het Hof, en om het ICC te beschermen tegen inmenging.

Nederlandse aanklagers overwegen nu juridische stappen tegen hooggeplaatste functionarissen van de Israëlische inlichtingendienst, omwille van hun druk op en bedreigingen tegen ICC ambtenaren in de Palestina dossiers.

Laatste kans voor rechtvaardigheid

De risico’s voor het ICC zijn werkelijk. Zowel Israël als de VS hebben aangetoond dat zij geen respect hebben voor de rechtsstaat, en er niet tegenop zien om het Hof te bedreigen of om te kopen.

En het ICC zelf gaat een lange weg tegemoet om aan de wereld te tonen dat het zich verbindt aan het mandaat van universele rechtvaardigheid, in plaats van te dienen als selectieve tak van de westerse macht.

Maar de sterkte van de zaak tegen Netanyahu, Gallant, en andere Israëlische leiders, gezien de eerste livestream genocide in de wereld, en onder de blik van ongeziene publieke aandacht, geeft reden tot hoop.

Vandaag staan Israël en zijn leiders terecht, evenals het systeem van het internationale recht zelf. Kwaadwillige actoren werken zowel openbaar als in de schaduw om de rechtsgang te beletten. Als rechtvaardigheid zegeviert, moeten we allemaal waakzaam blijven.

 

Dit artikel verscheen eerder op Mondoweiss. Daar vind je ook de bronverwijzingen. De vertaling is van Katrien Vandegaer.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!