De democratie is in gevaar, zo toont Ico Maly aan in zijn boek De herschepping van de democratie. De meeste mensen zeggen nog altijd dat ze voor democratie zijn, maar wat we daaronder verstaan is de afgelopen decennia grondig veranderd.
Wanneer we spreken over ‘democratische prijzen’, dan hebben we het over prijzen die voor iedereen betaalbaar zijn. Wanneer we het hebben over de democratisering van het onderwijs, dan gaat het erom dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk moet zijn.
Democratie, zo herinneren deze uitdrukkingen ons, betekent dus meer dan enkel het recht om te mogen stemmen. Dat algemeen stemrecht is slechts één manier waarop de democratische ideologie tot uitdrukking komt.
Die ideologie kan het best worden begrepen als een groot verhaal, gebaseerd op het uitgangspunt dat alle mensen vrij en gelijk geboren zijn. Universele mensenrechten maken dus net zo goed deel uit van dat verhaal als het recht om te stemmen.
Neoliberalisme
De afgelopen decennia is die democratische verbeelding stap voor stap uitgehold. De eerste, niet de meest originele maar daarom niet minder fundamentele factor die Maly hiervoor verantwoordelijk acht, is het neoliberalisme.
Het verhaal over hoe verregaande liberalisering de macht van de staat uitputte ten voordele van grote bedrijven is al vaak verteld. “Neoliberalisme,” zo merkt Maly echter op, “is niet louter een economisch systeem, het is een maatschappelijke ordening.” Belangrijk hierbij is te begrijpen dat het mensbeeld waarop de neoliberale ordening is gebouwd, haaks staat op het democratische mensbeeld.
Een democratie functioneert slechts voor zover ze ook een democratisch mens schept. Het ideaal van de democratische mens is een betrokken burger die goed opgeleid en geïnformeerd is en in staat is om in gesprek te gaan met andere burgers. Deelnemen aan de democratie is een onderdeel van de zelfontplooiing van de democratische mens.
In plaats van het ideaal van ‘de democratische mens’ als sociaal en politiek wezen, komt in het neoliberalisme echter de homo economicus. Die moet vooral economisch gezien de beste versie van zichzelf worden. De economische logica gaat zo alle domeinen van het leven beheersen.
Onderwijs staat niet meer in dienst van kritisch denken, maar dient ter ontwikkeling van competenties die nuttig zijn op de arbeidsmarkt. Media benaderen mensen niet als burgers die goed geïnformeerd moeten worden, maar als consumenten wiens aandacht vastgehouden moet worden. En politici dienen niet langer een bepaalde visie op het goede leven te realiseren, maar slechts op efficiënte wijze economische groei te stimuleren.
Media en populisme
Een van de domeinen in onze samenleving die het sterkst veranderd is door het neoliberalisme, is het domein van de media. We evolueerden, zo schrijft Maly, “van een veld gedomineerd door een publieke omroep en politieke media naar een algoritmisch gedomineerde commerciële aandachtseconomie.”
Die verschuiving zorgt ervoor dat niet kwaliteit, maar populariteit centraal kwam te staan. Sociale media, die door sommigen werden gezien als het summum van democratie, hebben deze trend naar steeds oppervlakkigere berichtgeving versneld.
Heel terecht merkt Maly op dat in veel analyses over populisme de media als infrastructuur buiten beeld blijft. Nochtans is de kern van de commerciële medialogica en die van het populisme precies hetzelfde: wat populair is, wordt gezien als de stem van het volk.
Dat staat op twee manieren haaks op de democratische logica.
Ten eerste staat het haaks op het democratische ideaal van meerstemmigheid. Het volk is niet homogeen en spreekt in een democratie dus ook nooit met één stem. Macht moet daarom altijd verantwoording afleggen en kan ook te maken krijgen met tegenmacht van vakbonden en een kritisch middenveld.
Ten tweede staat het ook haaks op het democratische ideaal van rationaliteit. Media duwen zowel politici als experts vandaag in formats waarin ze gedwongen worden eenvoudige oplossingen voor te stellen voor complexe problemen.
Ruimte voor een analyse van de oorzaken van problemen is er nauwelijks. Dat wordt als ‘te moeilijk’ beschouwd voor ‘de gewone man.’ Wie buiten het dominante kader probeert te treden, wordt aangemaand om wat sneller ‘terzake’ te komen.
Daarbij wordt kennis die gebaseerd is op buikgevoel of persoonlijke ervaring als net zo relevant gepresenteerd als kennis die gebaseerd is op grondig wetenschappelijk onderzoek. Denk aan klimaatwetenschappers die zich constant moeten verweren tegen de beschuldiging dat ‘de mensen’ hun negativiteit beu zijn.
Extreemrechts
In die context, waarin enerzijds de reële macht van de democratie door het neoliberalisme is uitgehold en anderzijds politici in de media moeten laten uitschijnen dat ze voor elk probleem eenvoudige oplossingen hebben, is extreemrechts enorm in het voordeel.
Er wordt hen nauwelijks iets in de weg gelegd om democratie te herdefiniëren als de stem van het volk, waarbij ‘het volk’ in nationalistische termen wordt begrepen en vertegenwoordigd wordt door een sterke leider van het type Trump of De Wever. Niet alleen migranten, maar ook vakbonden, linkse intellectuelen en rechters worden dan vijanden van het volk.
Universele mensenrechten zijn een hoeksteen van de democratische traditie, maar in de extreemrechtse invulling verandert democratie in haar tegendeel. Wie de mensenrechten verdedigt, is een vijand van het volk en dus van de democratie. Dat een voormalige socialist als Marc Elchardus dit gedachtegoed met zijn boek Reset van een intellectuele onderbouwing voorziet, toont hoe deze extreemrechtse invulling van democratie dominant dreigt te worden.
Het boek van Maly is een wake-upcall voor alle democraten. Zijn nauwgezette beschrijving van de uitholling van de democratische ideologie zou alle alarmbellen moeten doen afgaan. ‘Goed bestuur’ volgens een neoliberale efficiëntielogica zal extreemrechts niet stoppen. ‘Helder communiceren’ binnen de populistische logica van de dominante mediaframes ook niet.
“De basis van elke strijd tegen extreemrechts,” zo herinnert Maly ons, “start bij een discursieve strijd over wat democratie in wezen is.” Maly echoot daarmee niet toevallig de analyse van Jan Blommaert die reeds in 2001 in zijn boek ‘Ik stel vast’ waarschuwde voor het vergeten van de ideologische dimensie van democratie.
“Het is dé fout die hier zowel als elders genadeloos en virtuoos wordt uitgebuit door extreemrechts dat zich daardoor kan vermarkten als de nieuwe democratie”, zo concludeerde Blommaert toen al. “Een democratie die zich niet meer kan verwoorden en motiveren als een ‘groot verhaal’, een ideologie, is een democratie in stervensbegeleiding.”
Optimisme van de wil
Optimistisch word je niet van het lezen van de analyse van Maly. Dat is geen verwijt. Een analyse behoort de ontwikkelingen in kaart te brengen zoals die zijn. Maly’s pessimisme van het intellect zou echter wel gebaat zijn bij een serieuze scheut optimisme van de wil.
Noch de herschepping van de democratie zoals Maly die beschrijft, noch de opkomst van extreemrechts zijn onoverkomelijk. Ze zijn het gevolg van een bewuste strategie van extreemrechts en het weigeren of falen van progressieven en democraten om daar iets tegenover te zetten.
Een aantal kernelementen voor de strategie liggen nochtans voor de hand: stel het neoliberalisme in vraag, bouw eigen progressieve media uit die ingaan tegen de hap-slik-wegcultuur van het populisme, en ga niet mee in de rechtse uitholling van de democratische logica, maar kom op voor een uitbreiding van de democratische logica. Ook naar bijvoorbeeld het economische domein.
De uitholling van de democratie begon bij een kleine groep extreemrechtsgezinden met een grote ambitie. Maly waarschuwt ons terecht dat het onverstandig is hun ideeën over te nemen. Maar als er iets is dat progressieven en democraten wél van hen zouden moeten overnemen, is het hun ambitie om de wereld fundamenteel te veranderen.
Lees hier de voorpublicatie van een hoofdstuk digitale cultuur en de rede uit het boek.
Voor het boek: Ico Maly. De herschepping van de democratie. EPO, 2024, 220 pp. ISBN 9789462675148.