Ondanks dat volgens de Belgische grondwet “elk persoon met een handicap recht heeft op volledige inclusie in de samenleving, inclusief het recht op redelijke aanpassingen”, biedt nog geen enkele aanbieder van openbaar vervoer een volledig toegankelijk netwerk voor de hele samenleving.
Ook het Belgian Disability Forum (BDF) concludeert in hun rapport van 2024 dat “personen met een handicap het overgrote deel van het openbaar vervoer niet spontaan en zelfstandig kunnen gebruiken”.
Unia, een instelling die zich inzet tegen discriminatie, heeft al meerdere malen juridische stappen gezet tegen deze vorm van discriminatie. In 2023 hebben ze al een zaak gewonnen samen met vier rolstoelgebruikers, tegen de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn wegens schending van het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap.
“Unia roept de autoriteiten op om zo snel mogelijk aan de slag te gaan met de aanbevelingen van het Comité van de Verenigde Naties voor de rechten van personen met een handicap van afgelopen september. Het VN-verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap staat aan de top van de Belgische rechtsorde. Dat betekent dat al onze wetgeving, praktijken en politieke maatregelen in overeenstemming moeten zijn met de bepalingen ervan”, zegt Els Keytsman, directeur van Unia.
Rechtzaak tegen NMBS
In een persbericht van 3 december stelt Unia dat de NMBS nu aan de beurt is. Op het moment kunnen namelijk mensen met een rolstoel op minder dan een derde van de stations de trein betreden met een toegangshelling. De NMBS weigert deze toegangshellingen op alle stations in te zetten.
Beperkte toegang tot het openbaar vervoer is een schending van de rechten van personen met een handicap
“Bovendien kan dat meestal enkel als er 24 uur vooraf een reservering is gemaakt. Het komt dan ook regelmatig voor dat de begeleider personen met een beperking niet wil helpen en dat ze op het perron blijven staan”, zo staat er in het persbericht.
Voor personen met een hanidcap heeft zulk gebrek aan toegankelijkheid een enorme psychosociale impact. Dit is voor Unia dan ook een schending van het VN-verdrag en discriminatie op grond van handicap.
Toegankelijkheid is ook digitaal
Naast fysieke toegankelijkheid wordt ook de toegang tot informatie binnen het openbaar vervoer steeds moeilijker voor personen met een handicap. Door digitalisering van communicatieve diensten verdwijnen er steeds meer loketten.
Het gebrek aan menselijk contact in treinstations kan voor veel mensen met een beperking een obstakel zijn. “Laten we niet vergeten dat een handicap niet beperkt is tot het stereotype van de persoon in een rolstoel. 80 procent van de handicaps zijn onzichtbaar”, zo stelt Unia.
“Als onafhankelijk orgaan dat de naleving van het VN-verdrag verzekert, dringt Unia er bij de autoriteiten op aan om dringend een bindend juridisch kader aan te nemen met precieze doelstellingen, een tijdschema, controle en sancties bij niet-naleving voor de toegankelijkheid van de fysieke en digitale omgeving. We hebben er al meerdere keren om gevraagd, en het VN-Comité vraagt er ook om”, besluit directeur Els Keytsman.