Wij zijn hier omdat jullie daar waren, racisme en kolonialisme overheersen nog steeds de wereld

Afbeelding
Standbeeld Phyllis Wheatley, slavin en dichteres in Boston. Foto: britannica.com
Standbeeld Phyllis Wheatley, slavin en dichteres in Boston. Foto: britannica.com
Er zijn van die boeken die de tweespalt in de wereld onbarmhartig blootleggen. Zo’n boek is The new age of empire, how racism and colonialism still rule the world van Kehinde Andrews.

Als je het boek leest, rijst de vraag: is na de eerste zwarte Amerikaanse president - bij wie eigenlijk alles bleef zoals het was - Kamala Harris als eerste vrouwelijke ‘zwarte’ president van de VS in staat om werkelijk een ander mensperspectief te realiseren?

Zou zij in staat zijn om de kloof tussen wit en gekleurd en de uitsluiting en armoede die daar aan vastzit, te dichten? En waarom is zij daar in Noord-Amerika, ver weg van wat ooit het land van haar ouders was? Komt dat niet voort uit de uitspraak van Ambalavaner Sivanandan ‘We are here because you were there’.

De VS zijn gebouwd op de leuze van Thomas Jefferson, een van de Founding Fathers ‘all men were created equal’. Wat kun je daar nu op tegen hebben, zou je zeggen, maar dat wordt anders als je vraagt wat er wordt verstaan onder ‘all men’. Wie zijn dat?

Waartoe die vraag leidt, wordt op een indringende manier duidelijk gemaakt in het boek van Kehinde Andrews: “The new age of empire, how racism and colonialism still rule the world”. Want wat gebeurt er als we die ‘all men’ van Jefferson eens koppelen aan de uitspraak van de oude Griekse filosoof Parmenides: “Het zijnde is en het niet-zijnde is niet”.

Het is een uitspraak die de Latijns-Amerikaanse bevrijdingsfilosoof Enrique Dussel nogal eens aanhaalde om daarmee te benadrukken dat grote groepen mensen - en zeker mensen met een andere fysionomie en huidskleur dan de westerse - tot het niet-zijnde behoort.1 Zij zijn de niemanden, de niet-mensen die door rassendiscriminatie buiten menselijke categorieën vallen.

Auteur Kehinde Nkosi Andrews werkt uit hoe vanaf 1492 rassendiscriminatie voortduurt in een geglobaliseerde wereld waarin het westers, witte gedachtegoed de toon zet. Andrews is Brits academicus gespecialiseerd in Black Studies. Hij is ondermeer hoogleraar Black Studies aan de School of Social Sciences van de Birmingham City University.

Door zijn hele boek heen speelt het probleem van uitsluiting en de nooit gedichte kloof tussen ‘WHITE and black’. Het gegeven dat, aldus Andrews, het Westen vanaf 1492 parasiteert op uitbuiting en uitsluiting van mensen die niet als gelijkwaardig worden gezien.

Wat geweldig klonk in Jefferson’s declaration, is zoals kijken naar de maan waarvan we alleen maar de voorzijde zien. Aan de voorzijde is alles wit en de rest is gehuld in duister. Het is er, maar we zien het niet.

Jefferson’s declaration is, zoals Andrews schrijft, gebouwd op de rechten van de White man. “Full, rational, moral humanity was not understood a something that all humans achieved, only those with White skin”.

Voor Jefferson was dat begrip all men als vanzelfsprekend equivalent aan de witte, westerse mens, in dit geval 'man', de White, zoals Andrews dat telkens met een hoofdletter schrijft. Jefferson keek zoals zovele anderen toen en nu voorbij aan wat een gekleurde huid betekent. Hij keek voorbij aan de slaven en slavinnen die ook hem dienden als iets dat volkomen vanzelfsprekend was.2

Zwarte mensen stonken, ze waren halve wilden, het was productievee en ze behoorden tot de Niemanden waarover Galeano schreef.3 Jefferson zou jarenlang zijn slavin Sally Hemings seksueel misbruiken en zou een aantal kinderen bij haar verwekken.

Om met een enkel voorbeeld het onderontwikkeld zijn van mensen met een gekleurde huid te logenstraffen verwijst Andrews zowel naar Thomas Fuller als naar Phyllis Wheatley die rond 1760 slavin werd gemaakt maar zou uitgroeien tot een van ‘s werelds meest gerespecteerde dichteressen.

Hij verwijst echter naar veel meer pijnplekken in het verhaal van ‘onze’ wereldgeschiedenis. Onder andere wijst hij op wat er in het VN-Handvest staat over de rechten van het kind. Als iets – en nu in Gaza en Libanon – wordt geschonden, zijn het wel die rechten wereldwijd.

Het staat er zo fraai ‘ieder kind heeft recht op leven’ en verder, ‘dat alles zal worden gedaan om het welzijn en de ontwikkeling van kinderen te bevorderen, etc.’ Het klinkt zo humaan en moreel zuiver en vertaalt zich bijvoorbeeld in het zich keren tegen abortus van veel puriteinen waarvan er velen te vinden zijn in Noord-Amerika. Pro-life heeft daar een enorme aanhang.

Hoe anders klinkt dat uit de mond van kinderen in onleefbare situaties zoals we het horen uit de mond van Zain, het kind dat opgroeit in de suburbs van Beiroet. In de indrukwekkende film Capharnaüm klaagt hij zijn ouders aan voor het feit dat ze hem op de wereld hebben gezet. Zoals ook in die indrukwekkende film Saint Omer, over een wanhopige Afrikaanse vrouw die haar dochtertje achterlaat op het strand.

En wat te denken over de manier waarop wij over Afrikanen spreken die zowel via de Middellandse Zee als via de oversteek naar de Canarische eilanden onmenselijke leefsituaties proberen te ontvluchten.

Wanhopig naar bestaansmogelijkheden zoekende mensen die de dood vinden in de zee. Een onmenselijk vertoon, niet anders dan wat er gebeurde toen er in 1778 Afrikanen overboord werden gezet.

‘Vracht’ die werd gedumpt om verzekeringspenningen binnen te halen. Het ‘verlies van vracht’ werd aangemeld bij de verzekeringsmaatschappij voor vergoeding. Daarmee werd de zaak van het slavenschip Zong en de verzekeringsmaatschappij Gregson Company een van de meest afstotelijke rechtsbeschikkingen.

De puppet masters

Kehinde Andrews slaat nog een spijker op de kop bij het spreken over kolonisatie en dekolonisatie als hij de beschrijving van Uncle Tom aanhaalt van Malcolm X: “The slavemaster took Tom and dressed him well, and even gave him a little education – a little education; gave him a long coat and a top hat and made all the other slaves look up to him. Then he used Tom to control thema. The same strategy that was used in those days is used today. He takes a Negro, a so-called Negro, and makes him prominent, builds him up, publicizes him, makes him a celebrity. And then he becomes a spokesman for Negroes”.

In andere woorden, je hoort er pas bij als je je aanpast, zelfs als het grotesk wordt. Tom wordt de puppet master na eerst eurocentristisch te worden 'gedrogeerd’ waarna hij gecorrumpeerd als leider verder gaat. Een beeld dat Afrika zo tekent.

Dat er veel meer aan de hand is als het gaat over uitbuiting en migratie, maakt dit boek duidelijk. Nog een voorbeeld daarvan is hoe China Afrika neokoloniseert. (Zie daartoe ook: Howard W. French, China’s second continent, How a million migrants are building a new empire in Africa.)

Daar speelt hetzelfde probleem, wat o.a. Raúl Prebish schetste in zijn afhankelijkheidstheorie voor Latijns-Amerika: goedkope extractie van grondstoffen door het verwerven van grond en het duur moeten terugkopen van kant-en-klaar producten door de landen waaruit de grondstoffen verworven werden.

Betrokken op Afrika schrijft Andrews: “Even though imported textiles are illegal they account for over 85 percent of the market and valued a t$2.2 billion annually, versus only $44 million for locally produced products. The impact on jobs has been catastrophic, with the number of those working in Nigeria’s textile industry in 2015 declining to 20.000 from 600.000 in the 1990s”.

De verwerving van grond in ontwikkelingsgebieden zoals Afrika leidt tot de paradox dat landen die het meest lijden onder honger, de landen zijn waarvan de meeste grond verkocht wordt aan economische conglomeraten.

Zoals Andrews het verder schrijft, verandering moet meer zijn dan I had a dream. “It remains the case that those who reside in the underdevelopment world are not afforded these rights. African migrants are left to be drawn crossing the Mediterranean; sweatshop workers in Asia are brutalized on their journeys to find freedom; and Black and Brown children die by the second”.

Het boek van Kehinde Andrews is wederom zo’n boek dat op alle middelbare scholen en universiteiten verplichte kost zou moeten zijn omdat het zo’n inzicht geeft in hoe gebrainwashed onze studenten opgroeien en uitgroeien tot westers geïndoctrineerde intellectuelen.

Een punt dat aandacht verdient is de niet altijd correcte interpretatie van Marx in zijn uiteenzetting. Zeker, Marx was een witte, westerse denker maar zijn denken voerde wel naar de bron van tweedeling: de uitbuiting van de arbeider in een kapitalistisch systeem. En zeker is waar, dat Marx zijn werk schreef ten tijde van het abolitionisme in Engeland maar zich daar eigenlijk niet over uitsprak.

Anti-discours

Zoals het ook te lezen valt in het niet genoeg aan te prijzen werk van de Argentijns-Mexicaanse filosoof Enrique Dussel, groeien we op in een volkomen gefalsificeerd beeld van de wereldgeschiedenis. Een opvatting die postvatte in de tijd van de Verlichting: “the dominant mythology around the progressive West”.

De basis van ons denken – van ieders denken – is de opvatting dat onze wereld is opgebouwd – is ge-universaliseerd – op het Griekse fundament van de School van Athene en het christelijke erfgoed.

Onze blik op de wereldgeschiedenis is getekend door de genocide die na 1492 plaatsvond. Zoals we het bij Andrews lezen: “We urgently need to destroy the myth that the West was founded on the three great revolutions of science, industry and politics. Instead we need to trace how genocide, slavery and colonialism are the key foundation stones upon which the West was built”.

Willen we de wereld waarin wij leven veranderen, dan begint dat met inzicht in de vooronderstellingen van waaruit wij leven en handelen, hoe we het eco-systeem vernietigen en waarom we dat laten gebeuren.

Kehinde Andrews. The new age of empire – How racism and colonialism still rule the world, Penguin Random House, Londen, 2021, 288 pp. ISBN 978 0141 9923 65

Wil Heeffer. Bekommernis – Zorg voor de instandhouding van leven vanuit bevrijdingsfilosofisch perspectief. Boekscout, 2024

Enrique Dussel, LALISA 2017 Las Casa Lecture – Bartolomé de las Casas: First Critic of Modernity (1:46:13) (Engels):

Notes:

1   Enrique Dussel. The Invention of the Americas: Eclipse of "the Other" and the Myth of Modernity, Continuum, New York, 1995.

2   Recensie Een splinter in het hart van de wereld van Joris Note in De Reactor over het boek Zwarte Huid, witte maskers – Frantz Fanon

3   Recensie in de blog Holy Waters van Diana Rico over Los Nadies/The Nobodies van Eduardo Galeano.

Vandaag op de hoogte van de wereld van morgen?