Hollywood beschouwt de jaren vijftig als haar Golden Years. Met regisseurs als o.m. John Ford, Billy Wilder, Orson Welles, Vincente Minnelli, Alfred Hitchcock, Dr. Strangelove regisseur Stanley Kubrick en On the beach maker Stanley Kramer hebben de pantheon samenstellers een punt.
Maar er is ook wat te zeggen voor de seventies. In de slipstream van een sociaal en politiek bewogen periode van de Amerikaanse geschiedenis zorgden New Hollywood stemmen tijdens de jaren zeventig voor levendige cinema en een kritisch geluid. De realiteit drong binnen in de realiteit.
Niet toevallig maakten regisseurs als Hal Ashby, Arthur Penn, Robert Altman, Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, John Cassavetes, Sydney Pollack, Bob Rafelson, Alan J. Pakula, Paul Schrader, Sidney Lumet, Peter Hyams, Norman Jewison, Michael Cimino en Roman Polanski hun strafste films in deze periode.
Pakweg The Last Detail, Night Moves, Thieves Like Us, The Conversation, Mean Streets, A Woman under the Influence, Three Days of the Condor, Five Easy Pieces, All the President’s Men, Blue Collar, Serpico, Capricorn One, Rollerball, The Deer Hunter en Chinatown blazen ons een halve eeuw later nog weg.
Radicaal en sociaal
Met het Watergate schandaal, een toenemend aantal stakingen en na een periode van politieke moorden, grimmige burgerrechten en anti-Vietnam protest heerste er begin jaren zeventig een anti-establishment sfeer in de Verenigde Staten. De overheid en de heersende elite werden geassocieerd met corruptie, geweld, discriminatie, racisme, misdadigheid en samenzweringen.
Dat weerspiegelde zich in films waar politie en overheid niet terugschrikken voor brutaal geweld of ‘machtigen’ complexe, sinistere complotten smeden.
Getuige o.m. Chinatown, The Godfather, Klute, The Parallax View, Thieves Like Us, Night Moves, Three Days of the Condor, Blue Colar, Soylent Green en zelfs Steven Spielbergs The Sugarland Express. John Frankenheimer was met de jaren zestig complotfilms The Manchurian Candidate en Seven Days in May een wegbereider (in 1977 draaide hij nog The Domino Principle, een thriller over een duistere organisatie die huurmoordenaars gebruikt) maar de toon werd in de seventies somberder, pessimistischer en bitterder.
Radicaal maar ook sociaal want de filmmakers leggen een link tussen de machinaties van het establishment en zowel dagelijkse realiteit van ‘gewone’ burgers (al voert enkel Blue Collar ook arbeiders op).
Spagaat
Toch bleven publiek en filmmakers in de jaren zeventig geklemd zitten tussen idealistisch optimisme en pessimistisch cynisme. Tussen het oude geloof in de macht van zowel het individu als de media én de opborrelende overtuiging dat het individu de speelbal was geworden van grotere machten.
Weerspiegeld in een ‘netwerk’ en intriges. Dreiging en gevaar. De verwarring groeit. In Three Days of the Condor (1975) krijgt een oorlogsveteraan de vraag “Mis je de actie?”. Zijn antwoord: “Nee, ik mis dat soort helderheid.”
Een ander soort nostalgie klinkt door in de (dertig jaar later opgenomen) interviews op de dvd van Three Days of the Condor. “Er was meer mogelijk in de jaren 70”, stelt hoofdacteur Robert Redford, “nu kan er alleen bij onafhankelijk films nog iets.” Een verwijzing naar het feit dat het hier ging om een studiofilm, zij het een met een beperkt budget (daardoor werden de zes dagen van James Grady’s boek er drie).
“Het was toen gewoon een film, een job,” nuanceert regisseur Sydney Pollack, “Redford en ik verwachtten niet dat het een toonaangevende film van de seventies zou worden.”
Film over paranoia
Wantrouwen was na de Watergate-affaire in het hart van de samenleving gedrongen. Iedereen zag overal complotten, leugens en geheime agenda’s. Boodschappen met dubbele bodem en clandestiene macht achter de macht. Dat gevoel werd door de filmmakers verankerd in Three Days of the Condor.
“Het was een film over paranoia” aldus Redford terwijl Pollack aangeeft dat ze dingen verzonnen (met name de rol van olie in de Amerikaanse internationale politiek) “die ongelooflijk visionair bleken.” Maar cruciaal was de kritiek op de CIA, die wel niet bij naam genoemd wordt in de thriller, en haar illegale en moorddadige activiteiten.
De held van Three Days of the Condor is een onschuldige man die het doelwit wordt van huurmoordenaars nadat zijn collega’s – in een rijtjeshuis werkende onderzoekers die aan de slag zijn bij een onderzoeksinstelling die misdaadliteratuur analyseert – vermoord worden wanneer hij tijdens zijn middagpauze om een broodje gaat.
Joseph Turner (Redford) is aanvankelijk zowat de laatste naïeve idealist. Hij vertrouwt te veel mensen, ondanks het feit dat zijn werkgever een onderafdeling van de CIA is die speurt naar verborgen boodschappen en samenzweringen. Hoe dieper hij zelf in het complot verwikkeld geraakt (hij moet vluchten na de slachtpartij), hoe sneller zijn wantrouwen groeit. Uiteindelijk vertrouwt hij zelfs de vrouw (Faye Dunaway) niet meer die hem wil helpen en liefhebben.
Dubbelspel
Three Days of the Condor is een politieke thriller die zich laaft aan paranoia maar tegelijk waarschuwt voor het beschadigende effect van wantrouwen. “Je hebt meer schade berokkend dan je denkt” oppert een geheim agent en wanneer Turner uiteindelijk met zijn onthullingen naar de media trekt, hoopt de kijker dat de waarheid zal zegevieren.
Wat de boodschap is van een andere paranoia thriller, de journalisten race tegen de tijd All the President’s Men. Maar de toeschouwer mag ook vrezen voor machteloosheid. “Je kan vluchten,” zegt een CIA-er voor het krantengebouw tegen Turner die net de media heeft ingelicht, “maar wat wanneer ze het nièt drukken?”
Dat er andere machten spelen – die van geld en die van informatie – waardoor de gevoelens van machteloosheid en paranoia verstrengelen wordt geïllustreerd in het satirische, absurde (op een boek van Richard Condon gebaseerde) melodrama Winter Kills (1979) van William Richert.
Patriarch Pa Kegan (een freewheelende John Huston, regisseur van de Richard Condon misdaadroman Prizzi’s Honor) blijkt de spin in een complotweb die zijn eigen twee zonen genadeloos verslindt. Zoon Nick (Jeff Bridges) puzzelt de politieke moorden, samenzweringen en corruptieschandalen bij elkaar om te ontdekken dat het gevoel van verwarring en machteloosheid het strategische einddoel is.
De intrige achter de intriges. Eén repliek schudt hem wakker: “Ze gaan door tot het je duizelt, leugen op leugen, tot je niet meer weet wat waar is en het je niet kan schelen. Zo houden machtigen de macht.”
Sinister
Sociale spanningen en traumatische gebeurtenissen creëerden de paranoia gevoelens die verbonden waren met de overtuiging dat er sinistere zaken speelden in de Amerikaanse samenleving, dat de maatschappij verdorven was en er macht achter de macht schuilging.
Three Days of the Condor en Winter Kills bleken markante films maar de meester van de politieke paranoia film was Alan J. Pakula. Zijn trilogie Klute (1971), The Parallax View (1974) en All the President’s Men (1976) portretteert, geïnspireerd door schrijvers als Norman Mailer (die schreef over “the secret nature of the American reality“), de Verenigde Staten als een land met veel donkere geheimen, een gewelddadige onderstroom en gelaagde machtsstructuren.
Sociale kritiek ontbreekt evenmin maar Pakula kiest, net als Pollack en Richert, voor een onderhoudende vorm om zijn donker wereldbeeld te serveren. Deze seventies cineasten werken binnen het kader van mainstream cinema en houden hun politieke films bewust weg van propaganda, historische en structurele analyses.
Ze werken meer met dubbele bodems, knipogen, metaforen, het in de verf zetten van ambiguïteit en belichten van geheime netwerken die in de schaduw werken. Zoals Redford het uitdrukte “ik wou mijn politieke ideeën in mijn werk brengen, maar niet als propaganda want dat werkt niet.”
Race tegen de tijd
Net als Pollack kiest Pakula voor genre cinema. De thriller is in zijn ogen ideaal als genre omdat de combinatie van suspense en dramatiek zich perfect leent om gevoelens te manipuleren en in te spelen op angsten en wantrouwen. Wat Pakula met zijn politieke paranoia thrillers beoogt is een visie op de wereld te presenteren die elementen bevat van zowel de dromen als de nachtmerries van mensen.
Alan J. Pakula maakt narratieve cinema waarbij verhalen op een emotionele manier verteld worden. Hij gebruikt moderne, soms zelfs experimentele, technieken maar wil vooral betrokkenheid creëren. Door identificatie met de personages (verbondenheid met personages waarom de kijker geeft) én door herkenning van de emotionele onderstroom (angst van de mens voor de schaduwzijde van het bestaan).
In The Parallax View overheerst zijn intellectueel pessimisme maar ondanks de cerebrale stijl blijft het een pakkende, duistere en existentialistische, thriller.
Moord en democratie
The Parallax View is een gestileerde thriller, een visuele evocatie van de vernietiging van de transparantie, een mythe die de basis vormt van het Amerikaanse democratische politieke denken. Startpunt is een symbolische politieke moord.
Op 4 juli, dag van de onafhankelijkheid, wordt een senator (“probably too independent for my own good” grapt Charles Carroll) vermoord in Seattle. Zijn bloed spat over de panoramische ramen van de Space Needle terwijl een verbijsterde Joe Frady (Warren Beatty) toekijkt. In de chaos die uitbreekt valt de schijnbare moordenaar van de iconische toren en weet de echte schutter te ontsnappen.
Een onderzoekscommissie (verwijzing naar de Warren commissie die de Kennedy moordaanslag onderzocht) vindt “no evidence of any wider conspiracy” en veegt alles onder de mat. Maar journalist Frady is minder overtuigd. Hij trekt op onderzoek uit en infiltreert de Parallax Corporation.
Dat is een sinistere organisatie die sociopaten rekruteert om te fungeren als huurmoordenaars. Daarbij brainwashen ze hun leden met indoctrinatiefilms vol gewelddadige beelden van oorlog en sociale onrust. Opzet is rebelse, subversieve impulsen te onderdrukken en een aversie voor politiek verzet te kweken. En volgzame pionnen op het politieke terrein te plaatsen. Zonder scrupules en moraliteit.
De held uitgeschakeld
Frady doorziet het opzet en tracht de werking van Parallax te saboteren of onthullen maar hij wordt uitgeschakeld én gediscrediteerd. Een race tegen de tijd om een nieuwe politieke moord tijdens een campagne meeting (de kandidaat belooft een terugkeer naar “the promised land of liberty our forefathers created”) te verijdelen mislukt wanneer de politicus tijdens de repetities wordt neergeschoten.
Niet toevallig vinden de politiek en het moordsyndicaat elkaar in een spel van camoufleren, misleiden en ensceneren.
Pakula verwijst naar criminele deep state operaties, naar de betrokkenheid van media bij doofpot operaties en het belang van klokkenluiders (Daniel Ellsberg, de man die de Pentagon Papers lekte kreeg in de jaren zeventig de bescherming waar Julian Assange later niet op zou kunnen rekenen).
Maar hij blijft vaag over de samenzwering die Frady tracht te ontmaskeren. Bewust, want hij wil geen concrete schuldigen aanduiden maar wijzen op een gevaar, op structuren waarbij macht achter de macht schuilt.
Droom en nachtmerrie
Daarom is The Parallax View ook opgebouwd als een droom, een realiteit geworden nachtmerrie, met een subtiele vermenging van realistische en fantastische elementen. Op metaforische wijze verbindt Pakula de moord op president Kennedy met een soort onbewuste consensus van de Amerikaanse maatschappij (een door het onderbewustzijn gedreven ‘wil’). De smalle grens tussen ordehandhaver en wreker wordt ook afgetast.
De man die orde wil scheppen in de chaos (een chaos die wel rationeel en dus zeker ‘een samenzwering’ moet zijn) is het spiegelbeeld van de moordenaar die de geheime orde regelt via geweld. Opnieuw symbolisch. De Amerikaanse democratie is gebouwd op het geweld van de verovering van ‘open spaces’, op het creëren en vullen van een leegte.
Kritische stem
Heel erg on-Hollywood is dat de held mislukt, machteloos blijft tegen de machinaties van machthebbers en manipulatoren. Het filmeinde is ongezien donker, net als in Chinatown of Soylent Green blijkt de nachtmerrie realiteit geworden.
Ook in All the President’s Men ontdekken we een wereld uit evenwicht, gehavend door conflicten (tussen vernieuwers en behoudgezinden), trauma’s (oorlog, moord, rassenstrijd) en corruptie. Maar ditmaal is er een lichtpunt: met bewijzen doen journalisten het Watergate schandaal exploderen en ontmaskeren ze de betrokkenen. Al blijft het wantrouwen tegenover machthebbers groot.
Als film maar ook als waarschuwingsverhaal blijft The Parallax View overeind. Mede door het opruiende gedrag van huidige kandidaat en voormalige president Donald Trump, de blijvende gewelddadigheid van de Amerikaanse samenleving en de polarisering waarover de schaduw van een staatsgreep of burgeroorlog hangt.
Maar vooral doordat Alan J. Pakula op onovertroffen wijze gevoelens van paranoia, angst en onrust omzet in krachtige beelden. In een verhaal van verloren onschuld en kwetsbare hoop. Van intriges en geweld. Een politieke film die de Amerikaanse Nachtmerrie uitvergroot.
American Dream/American Nightmare op het grote scherm tijdens Film Fest Gent, Editie 51, van 9 tot 20 oktober 2024. Programma en info op www.filmfestgent.be . Curator: Patrick Duynslaegher. Een overzicht van Film Fest Gent editie 51 vind je bij DeWereldMorgen.be.
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (1) Angstdromen en doemscenario’s
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (3) Hersenspoeling, macht en spektakel
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (4) Duizelingwekkende trauma’s en obscure manipulatie
THE PARALLAX VIEW van Alan J. Pakula. VS 1974, 102’. Met Warren Beatty, Paula Prentiss, William Daniels, Walter McGinn, Hume Cronyn, Kelly Thordsen. Scenario David Giler, Lorenzo Semple & Loren Singer. Fotografie Gordon Wilis. Montage John Wheeler. Muziek Michael Small. Dvd Paramount.
THREE DAYS OF THE CONDOR van Sydney Pollack. VS 1975, 117’. Met Robert Redford, Faye Dunaway, Cliff Robertson, Max von Sydow. Scenario Lorenzo Semple & David Rayfiel naar James Grady. Fotografie Oiwen Rozman. Montage Don Guidice. Muziek Dave Grusin. Dvd Studio Canal (extra’s commentaar, documentaires).
WINTER KILLS van William Richert. VS 1979, 97’. Met Jeff Bridges, Anthony Perkins, Eli Wallah, Sterling Hayden, Dorothy Malone, Richard Boone, Toshiro Mifune. Scenario William Richert naar Richard Condon. Fotografie Vilmos Zsigmond. Montage David Bretherton. Muziek Maurice Jarre. Dvd Universal Studio Canal.