Film is belangrijk omdat het mens en samenleving weerspiegelt. We gebruiken het medium om verhalen te vertellen, portretten te schetsen en een wereldbeeld te evoceren waarmee duidelijk wordt wie we zijn en wat ons in een bepaald tijdsgewricht bezig houdt. Waarden, overtuigingen, problemen en angsten worden er in weergegeven. Maar ook andere culturen, visies en werelden. Vaak flirtend met utopie en dystopie. Balancerend tussen verbeelding en realiteit.
Amerikaanse klassiekers in Gent
De hedendaagse cinema serveert al te vaak hersenloos entertainment bij de popcorn maar gelukkig blijft er geregeld nog food for thought op het programma staan. Steeds minder van die prikkelende films dragen evenwel een made in Hollywood stempel want het huidige niveau van de Amerikaanse droomfabriek is bedroevend. Ooit was het anders, wat geïllustreerd wordt door de Classics-programma van de 51ste editie van Film Fest Gent. Een duik, zoals curator Patrick Duynslaegher het stelt, “in de Hollywoodcinema die de huidige crisis en disruptie heeft voorspeld, verbeeld en gefantaseerd.”
American Dream/American Nightmare verzamelt klassiekers en cultfilms die draaien rond angst voor Armageddon, samenzweringscenario’s, machtspolitiek en beeldvorming. Rond historische figuren en kantelmomenten. Blow Out, Dr. Strangelove, The Parallax View, The Manchurian Candidate (1962 én 2004), Three Days of the Condor, Winter Kills, Nixon en Reds, om maar enkele van de films te noemen die we doorgaans via dvd (de streaming platformen laten het op dit vlak veelal afweten) herontdekken maar nu in Gent op het grote scherm kunnen herbeleven.
De som van alle angsten
“Duck and cover.” Hilarisch leken ze, de in documentaire The Atomic Café (1982) verzamelde tijdens de Koude Oorlog gemaakte Amerikaanse overheidsfilms die scholieren drilden om bij een nucleaire aanval onder de schoolbanken te duiken. Tot president Ronald Reagan met The Evil Empire via het vijandsbeeld ook de atoomdreiging weer op de agenda kreeg (de verbijstering bij Russische spionnen in de sterke TV-reeks The Americans belicht de absurditeit van deze politieke machinatie op briljante wijze).
Het doembeeld van de bom en de opgepookte collectieve angstgevoelens inspireerde Hollywood tot een nieuwe golf dystopische filmverhalen en race tegen de tijd thrillers: Testament (1983), The Day After (1983), War Games (1983), Fat Man and the Little Boy (1989), The Hunt for Red October (1990), Crimson Tide (1995), Broken Arrow (1996) en The Peacemaker (1997) om er enkele te noemen. Het thema zou filmmakers in de 21ste eeuw blijven fascineren. Van The Sum of All Fears (2002) over The Road (2009) tot Oppenheimer (2023).
De bom
Maar terug naar “duik onder de schoolbanken en bedek je hoofd met je armen” dril waarmee een generatie Amerikanen opgroeide in de jaren vijftig. Het angstgevoel waarop ingespeeld werd begin jaren zestig nog intenser door de Cubacrisis (het ontdekken van Russische kernraketten op Cuba start een conflict dat dreigt te escaleren tot een atoomoorlog) . In die sfeer verschenen anno 1964, in de aanloop van cruciale presidentsverkiezingen, twee zwart-witfilms over een nucleaire holocaust: Stanley Kubricks Dr. Strangelove or: How I Learned to Stop Worrying and Love the Bomb en Sidney Lumets Fail Safe. Een hilarische satire en een nagelbijtend spannend drama.
De producenten van Kubrick beschuldigden Lumet en scenarist (blacklisting slachtoffer) Walter Bernstein van plagiaat en dwongen Fail Safe tot een latere release (met rampzalige box office resultaten als gevolg) maar eigenlijk zijn beide films complementair. Waarschuwingsverhalen die in absurditeit tragedie en komedie samenbrengen. Als humanistisch filmmaker gespecialiseerd in karakter gedreven drama (Serpico, Dog Day Afternoon, Prince of the City) opent Sidney Lumet het bloedserieuze Fail Safe met ochtendlijke slices of life om zijn protagonisten psychologisch te duiden. Van de havik professor (Walter Matthau) over de getraumatiseerde piloot van een bombardementsvliegtuig tot de militairen die op de commandobasis werken.
Om snel over te schakelen naar drama en thriller wanneer een computerstoring nucleaire B-58 bommenwerpers richting Moskou stuurt en blijkt dat het fail-safe punt (het moment waarop de vliegtuigen nog kunnen teruggeroepen worden) overschreden is. De Amerikaanse president (Henry Fonda) tracht met zijn crisisteam krampachtig het Doomsday scenario te vermijden terwijl extremisten de kans zien om te pleiten voor totale vernietiging van de Sovjet-Unie. In de race tegen de tijd om een totale kernoorlog te voorkomen moet de Sovjet Partijvoorzitter er via de telefoon van overtuigd worden dat de Amerikanen oprecht zijn. Dat ze New York willen opofferen (ook al verblijft de echtgenote van de president er) om de rest van Amerika te redden.
Armageddon angst
“De emoties en ideeën van mensen worden relatief betekenisloos vanaf dat het mechanisme in beweging is gezet en nucleaire verwoesting onafwendbaar wordt” zegt Lumet in een audiocommentaar op de dvd van Fail Safe. Hij verhoogt de claustrofobie door enkel in vier gesloten locaties te filmen en na militair falen alle hoop te laten rusten op twee presidenten. De Rus blijft buiten beeld waardoor een tolk de perceptie van diens emoties en oprechtheid stuurt.
We zitten op de huid van een Amerikaan die betreurt dat de mens alle controle over technologie verloor. Lumet wijst ook op belangengroepen en structuren. De bevolking is afwezig in het gedoemde schaakspel op beslissingsniveau maar voelt de impact. De regisseur werkt met close-ups die spanning en emoties benadrukken, laat akelige stiltes vallen en creëert een onheilspellend gevoel via ultieme flashes van zorgeloze alledaagsheid. “Het was belangrijk om kleine stukjes leven te tonen op het ogenblik dat de bom er een einde aan maakt” aldus Lumet.
De filmmaker werd geboycot door het leger (noodgedwongen wordt een stiekeme opname van een vliegtuig vijf keer herhaald) en kreeg kritiek van pers en politici. De effecten van Fail Safe zijn gedateerd maar Lumets visuele stijl blijft werken. Via personages gevangen in beeldframes én licht en donker contrasten dompelt hij de kijker onder in een paranoïde rollercoaster. Een spannende achtbaanrit met actuele urgentie. Nucleaire angst is van alle tijden en Fail Safe legt de vinger op de machteloosheid van de kijker die maar moet hopen dat er geen gekke Walter Matthau bij de beslissers en specialisten rondloopt die oordeelt dat de beschaving (lees: economie) wel wat doden kan verdragen.
Zwarte humor
Emotioneel zat Stanley Kubrick in de greep van angst, wantrouwen en pessimisme maar intellectueel bleef de regisseur gefascineerd door de mechaniek van vernietiging en de destructieve logica van de afschrikkingspolitiek. Vandaar dat het basisidee van Peter George’s thriller Red Alert – een depressieve generaal dreigt, door het lanceren van een nucleaire aanval, de totale vernietiging te veroorzaken – hem boeide. Samen met zijn partner James B. Harris (die met The Bedford Incident in 1965 zelf een Koude Oorlog thriller zou draaien) besloot hij er wel een zwarte komedie van te maken. Het gegeven benaderen als een zieke grap leek Kubrick de enige gezonde aanpak.
Dr. Strangelove lacht de angst weg maar bekritiseert ook de politiek-militaire logica. Een gekke generaal sluit een luchtmachtbasis af, geeft Amerikaanse vliegtuigen het bevel Rusland aan te vallen en tracht te voorkomen dat een tegenbevel gegeven wordt. Toch is hij meer een katalysator dan een veroorzaker van onheil. Hij zet een bestaand mechanisme in gang en de fatale afloop daarvan (een vliegtuig glipt door de mazen van het net en zal een reactie op gang brengen) is in dat mechanisme verankerd. Enerzijds de militaire logica die door onstuitbare procedures en losgeslagen militairen wordt uitgedrukt. Anderzijds de machines die een eigen leven gaan leiden: vliegtuig, atoombom en Doomsday Machine (een mysterieus verdedigingssysteem dat wanneer bommen het Russische grondgebied treffen meteen reageert met een rakettenregen).
Macht en machteloosheid
De mens is bij satiricus Kubrick een machteloze pion die bedreigd wordt door grotere machten. Wanneer een Coca Cola automaat wordt vernietigd klinkt het waarschuwend “you’re gonna have to answer to the Coca-Cola Company”. Dr. Strangelove is kritisch, donker en een tikkeltje wrang. Zowel de irrationele driften van de mens als de machtsstructuren die onze samenleving sturen (het militair-industriële complex wordt geviseerd) maken de regisseur somber en pessimistisch. Kubrick hoopt op de utopie waarover hij droomde in 2001: A Space Odyssey maar vreest voor de dystopie, de nachtmerrie die hij zo grotesk schetst in Dr. Strangelove.
Fail Safe was meer realistisch en prangend, maar Dr. Strangelove creëerde beelden die in het collectieve geheugen verankerd zouden bleven. Piloot Kong die als cowboy op de vallende atoombom zit, de uitvinder van het vernietigingswapen (een nazi wetenschapper) die opveert uit zijn rolstoel en “Mein Führer, I can walk” roept naar de Amerikaanse president, de atoomexplosies begeleid door Vera Lynns ‘We’ll meet again some sunny day’. Net als de dramatische architectuur die production designer Ken Adam ontwikkelde. Een donkere, claustrofobische en circulaire War Room (“Gentlemen, you can’t fight in here! This is the War Room” zegt de president) die Ronald Reagan graag wou ontdekken toen hij voor het eerst het Witte Huis betrad als president. Om tot zijn verbijstering te vernemen dat die enkel in de nachtmerrie van Kubrick bestond.
Het geweten van de wereld
Na Fail Safe en Dr. Strangelove volgde nog een resem waarschuwingsverhalen geïnspireerd door Lumet en Kubrick. Zelf waren ze schatplichtig aan een filmmaker en producent die Steven Spielberg prees “not just for the art and the passion he put onscreen, but for the impact he has made on the conscience of the world”: Stanley Kramer. In volle koude oorlog wees de regisseur van Judgment at Nuremberg en Guess Who’s Coming to Dinner op de gevaren van een atoomoorlog. Het verhaal van On the Beach (1959) speelt zich af na een nucleair conflict en toont personages die wachten op het onafwendbare einde. De bemanning van een Amerikaanse onderzeeër is daarbij even machteloos als de Australische bevolking die weet dat de fatale radioactieve wolken komen aandrijven.
Nevil Shute’s boek On the Beach focust op hoe mensen overleven met het besef van imminente dood (alcohol en benzine spelen een prominente rol) in een post-apocalyptische wereld en ook filmmaker Kramer houdt het bij een karakterstudie. Met supersterren als Gregory Peck, Ava Gardner, Fred Astaire (met mooie racewagen) en Anthony Perkins die hun fragiliteit tonen. Er wordt meer gewerkt met suggesties in deze sfeervolle zwartwit film dan met het tonen van ‘the horror’. Dat wèrkt ook: een periscoop beeld van de lege straten van San Francisco zegt alles over de gruwel, net als de zelfmoordpillen die zonder veel commentaar worden uitgedeeld.
Stanley Kramer werd wat smalend weggezet als een boodschapfilmer maar hij legde wèl perfect zijn vinger op de tijdsgeest. Er is in On the Beach een onderstroom die aansluit bij de ontevredenheid eind de jaren vijftig omdat (na WO II gekoesterde) verwachtingen niet bleken ingevuld terwijl maatschappelijke spanningen de kop op staken. De burgerrechtenbeweging en anti Vietnam protest zorgden voor beroering.
De samenleving geraakte uit evenwicht en dat werd in enkele extreme, onevenwichtige films gevat. Kiss me Deadly (Robert Aldrich), Some Came Running (Vincente Minnelli), Vertigo (Alfred Hitchcock), Imitation of Life (Douglas Sirk), Touch of Evil (Orson Welles), Bonjour Tristesse (Otto Preminger) en The Misfits (John Huston). Ondanks zijn onderkoeld karakter past On the Beach in dat rijtje.
Cubaanse rakettencrisis
Daar waar On the Beach, Dr. Strangelove en Fail Safe producten van de Koude Oorlog zijn, heeft het rond de eeuwwisseling gedraaide Thirteen Days meer van een historische terugblik. Een studie van hoe dicht de mensheid bij de totale vernietiging kwam tijdens de rakettencrisis in oktober 1962. Met zijn docudrama baseerde cineast Roger Donaldson (No Way Out, The World’s Fastest Indian) zich op de gelekte tapes van de opnamen die JFK stiekem liet maken in het Witte Huis tijdens de crisisperiode. Thirteen Days put uit The Kennedy Tapes: Inside the White House During the Cuban Missile Crisis van Ernest R. May & Philip D. Zelikow maar het feitenrelaas wordt wel in een Hollywoodjasje gestoken via geïdealiseerde dramatische personages.
Het doemdag scenario wordt meteen visueel uitgedrukt. Beelden van atoomexplosies openen de film en hangen als een zwaard van Damocles boven het vervolg/de wereld. De ‘explosieve schoonheid’ wordt onheilspellend wanneer politieke en militaire professionals op het toneel verschijnen. Raadgevers veelal gedreven door een perverse escalatie logica. Gelukkig is er de jeugd, de moraliteit en het gezond verstand via probleemoplossers zoals JFK, Bobby Kennedy, assistent Kenny O’Donnell (Kevin Costner, de enige grote ‘ster’ in de film) en een anonieme U2 piloot (bereid tot een leugentje om best wil).
Actuele relevantie
Er zijn vragen te stellen bij de geloofwaardigheid van Donaldsons dramatische keuzes, bij het karikaturale van sommige personages en bij de historische correctheid van deze interpretatie vanuit Amerikaans standpunt (op de dvd belicht Sergei Khruschchev, zoon van de toenmalige Russische premier Nikita Khrushchev, de Russische visie in de puike documentaire The Roots of the Cuban Missile Crisis). Maar de ontrafeling van politieke mechanismen in Thirteen Days én de ontwikkelde verschillende scenario’s blijven interessant.
Net als het feit dat er veel gepraat en gediscussieerd wordt. Op basis van feiten en argumenten. Dat is toch wel een doordenkertje met actuele relevantie in een tijd waar fake news en bedenkelijke framing over de strijd tussen de Amerikaanse presidentskandidaten Donald Trump en Kamala Harris hangt. En wanneer JFK het gevecht over het finale beslissingsrecht tussen de minister van defensie Robert McNamara en generaal Maxwell Taylor beslist met “I am the commander in chief of the United States, and I say when we go to war!” klinkt dat in de huidige context weinig geruststellend. De angst voor de bom heeft immers zijn comeback gemaakt en dat geeft het herontdekken van deze Amerikaanse politieke filmklassiekers een extra dimensie.
American Dream/American Nightmare op het grote scherm tijdens Film Fest Gent, Editie 51, van 9 tot 20 oktober 2024. Programma en info op www.filmfestgent.be. Curator: Patrick Duynslaegher. Een overzicht van Film Fest Gent editie 51 vind je bij DeWereldMorgen.be.
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (2) Paranoia en sociale kritiek in de seventies
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (3) Hersenspoeling, macht en spektakel
Zie ook Amerikaanse politieke filmklassiekers (4) Duizelingwekkende trauma’s en obscure manipulatie
DR. STRANGELOVE OR: HOW I LEARNED TO STOP WORRYING AND LOVE THE BOMB van Stanley Kubrick. VK-VS 1964, 95’. Met Peter Sellers, George C. Scott, Sterling Hayden, Peter Bull, Keenan Wynn, Slim Pickens, James Earl Jones. Scenario Stanley Kubrick, Terry Southern & Peter George. Fotografie Gilbert Taylor. Montage Anthony Harvey. Muziek Laurie Johnson. Dvd Columbia (documentaires, interviews).
FAIL SAFE van Sidney Lumet. VS 1964, 111’. Met Henry Fonda, Walter Matthau, Fritz Weaver, Dan O’Herlihy, Frank Overton, Larry Hagman, Dom DeLuise. Scenario Walter Bernstein, Eugene Burdick & Harvey Wheeler. Fotografie Gerald Hirschfeld. Montage Ralph Rosenblum. Dvd Rimini Editions (extra’s: commentaar Lumet, documentaires, interview Jean-Baptiste Thoret).
ON THE BEACH van Stanley Kramer. VS 1959, 134’. Met Gregory Peck, Ava Gardner, Fred Astaire, Anthony Perkins, Donna Anderson, John Tate. Scenario John Paxton naar Nevil Shute. Fotografie Giuseppe Rottuno. Montage Frederic Knudtson. Muziek Ernest Gold. Dvd MGM.
THIRTEEN DAYS van Roger Donaldson. VS 2000, 147’. Met Kevin Costner, Bruce Greenwood, Steven Culp, Dylan Baker, Stepanie Romanov, Ed Lauter, Henry Strozier. Scenario David Self naar Ernest R. May & Philip D. Zelikow. Fotografie Andrzej Bartkowiak. Montage Conrad Buf. Muziek Trevor Jones. Dvd RCV (extra’s audiocommentaren, verwijderde scènes, documentaires).
Nevil Shute, On the Beach, Signet, 1957.
Ernest R. May & Philip D. Zelikow, The Kennedy Tapes: Inside the White House During the Cuban Missile Crisis, Harvard University, 1997.