Anuna De Wever Van der Heyden
Boekrecensie -

‘Laten we eerlijk zijn’: Anuna De Wever’s radicaal eerlijk pleidooi voor mildheid en revolutie

In haar boek 'Laten we eerlijk zijn' is Anuna De Wever Van der Heyden tegelijkertijd radicaal, mild en zelfkritisch.

maandag 16 september 2024 14:58
Spread the love

 

De meeste mensen kennen Anuna De Wever Van der Heyden van wat er over haar geschreven wordt of van haar optredens in tv-debatten. Meestal zit ze daar tegenover een rechtse opiniemaker, en wat wordt voorgesteld als een gesprek, komt neer op een vreemd schouwspel van langs elkaar heen praten en onderbrekingen, totdat niemand nog goed weet waar het eigenlijk over gaat.

In haar net verschenen boek Laten we eerlijk zijn leren we een heel andere Anuna kennen. Een Anuna die zelfkritisch is, die durft te twijfelen en die boven alles heeft gekozen om eerlijk te zijn. Op haar sterkst is ze wanneer ze een inkijk geeft in wat haar strijd tegen klimaatverandering met haar als persoon heeft gedaan.

Een eerlijk verslag

De Wever vertelt hoe ze op aanraden van haar moeder samen met zo’n tien andere jongeren, van wie ze de meesten niet eens kende, is begonnen met de klimaatstakingen die ons land op z’n kop hebben gezet. “We waren niet echt de ‘populaire’ leerlingen en het voelde gemakkelijker om een grote massa mensen op te roepen dan mijn leeftijdsgenoten op school”, zo schrijft ze.

“De illusie van een stel geëngageerde jongeren bleek genoeg om in de realiteit een grote groep jongeren op de been te brengen”

Spontaan beelden veel mensen zich in dat om een grote beweging op gang te krijgen vooraf een uitgekiend plan nodig is. Wat De Wever mooi beschrijft is hoe zulke zaken in de realiteit veel meer stoemelings verlopen. “De illusie van een stel geëngageerde jongeren”, zo schrijft ze, “bleek genoeg om in de realiteit een grote groep jongeren op de been te brengen”.

Niet veel later is de tiener De Wever op weg naar haar eerste talkshow en zoekt ze onderweg op Google nog snel even het woord ‘broeikasgaseffect’ op. Wat ze toen nog niet besefte was dat niet iedereen een bondgenoot zou blijken in de strijd tegen klimaatverandering.

Van waar komt de weerstand?

Dat zou ze echter later aan den lijve ondervinden op Pukkelpop. Daar gingen een aantal agressieve mannen naar haar op zoek, vernielden een tent van een vriendin en urineerden in een andere. Ook in de media kreeg De Wever het steeds harder te verduren. Kritiek gaat steeds meer over in haat en wordt ook steeds persoonlijker.

“Ik heb nog nooit iemand ontmoet die niet tegen de vernietiging van het Amazonewoud is”

De Wever merkt op hoe de focus op haar als persoon ook een manier is om de aandacht te verplaatsen. “Als het enkel over Anuna De Wever gaat, met al haar gebreken, genderkwesties en arrogante uitspraken, moeten we niet te veel focussen op het feit dat miljoenen mensen globaal elke week razend kwaad op straat staan te roepen voor een ander beleid”, zo schrijft ze.

De agressiviteit van de reactie op jongeren die opkomen voor het klimaat zette De Wever aan het denken. Blijkbaar is er dus een groep in de samenleving die zich bedreigd voelt door jongeren die het klimaat proberen te redden, maar waarom eigenlijk?

“Ik heb nog nooit iemand ontmoet die niet tegen de vernietiging van het Amazonewoud is”, schrijft De Wever. Het deed me luidop lachen. Het probleem, zo legt ze verder uit, is echter dat Europese financiers ondertussen wel miljarden doorsluizen naar bedrijven die betrokken zijn bij ontbossing, bosbranden en slavernij.

Er zijn met andere woorden wel degelijk mensen die veel geld te winnen hebben bij de vernietiging van het Amazonewoud. En we leven in een economisch systeem, het kapitalisme, waar het precies die mensen zijn die bepalen wat er wel en niet geproduceerd wordt.

Naar de wortels

Naarmate De Wever haar blik meer gaat richten op het kapitalisme als oorzaak van de klimaatcrisis, gaat ze ook meer aandacht besteden aan andere problemen die met hetzelfde systeem samenhangen. Misschien wel het meest aangrijpende hoofdstuk uit het boek gaat over het Europese migratiebeleid.

“Er is een kleine groep die te veel macht heeft en de meerderheid van de wereldbevolking in gevaar brengt door haar winstzucht”

Aan de hand van een lange lijst met schrijnende voorbeelden legt De Wever uit hoe de onmenselijke manier waarop de Europese Unie omgaat met mensen op de vlucht haar heeft doen inzien dat de EU misschien toch niet de progressieve kracht is die het pretendeert te zijn.

We willen allemaal graag hoopvol en optimistisch zijn. Het is leuker om te geloven dat wij in Europa de goeie zijn, met onze zogenaamde Verlichtingswaarden en ons zogenaamd ambitieus klimaatbeleid. Wanneer je eerlijk bent en de feiten op een rijtje zet, moet je gewoon concluderen dat dit hele verhaal gebaseerd is op een schadelijke mythe. Een werkelijk hoopvol perspectief, zo toont De Wever aan, is pas mogelijk wanneer we die mythe loslaten, hoe pijnlijk dat ook in eerste instantie kan zijn.

In zekere zin kan je Laten we eerlijk zijn samenvatten als de beschrijving van een proces van radicalisering, maar dan in de positieve betekenis van naar de wortel gaan. Zelf heeft De Wever het over een proces van volwassen worden, van radicaal eerlijk zijn over de krachten waar we tegenover staan en radicaal eerlijk zijn over de wereld waarvan we dromen.

“Er is een kleine groep die te veel macht heeft en de meerderheid van de wereldbevolking in gevaar brengt door haar winstzucht. En die macht zullen zij niet gewoon uit handen geven. Daar is een revolutie voor nodig.” Dat is de radicale conclusie waar de analyse in het boek toe leidt.

Radicale mildheid

Tegelijkertijd leest Laten we eerlijk zijn helemaal niet als een dogmatisch pamflet, integendeel. In een verrassend laatste hoofdstuk toont De Wever zich opnieuw als een persoon die blijft zoeken en twijfelen. Opvallend zelfkritisch observeert ze bij zichzelf de nefaste neiging om zich te willen positioneren als de meest rechtvaardige, meest correcte van de hoop en zo mensen die niet dezelfde radicale analyse delen onder zich te plaatsen.

In zekere zin kan je dat laatste hoofdstuk lezen als een pleidooi om radicale kritiek aan te vullen met radicale mildheid, ook naar jezelf toe.

Die mildheid maakt het mogelijk om empathie op te brengen voor jongeren die vandaag hun broek verslijten op de schoolbanken, misschien nauwelijks een idee hebben wat een woord als kapitalisme betekent en vlak voor een presentatie over klimaatverandering nog snel het woord ‘broeikasgassen’ opzoeken. Jongeren wier buikgevoel hen tegelijkertijd wel verteld dat ze in opstand willen komen, tegen racisme, voor Palestina, voor het klimaat of wat dan ook.

De uitdaging van een boek als Laten we eerlijk zijn is om de boodschap ervan tot die jongeren te krijgen en hen aan te moedigen om er -hoewel ze weerstand zullen ondervinden, fouten zullen maken en illusies zullen moeten overwinnen – toch voor te gaan.

Laten we eerlijk zijn: we hebben niets te verliezen, we hebben een wereld te winnen.

Anuna De Wever Van der Heyden. Laten we eerlijk zijn (Epo, 2024). ISBN: 9789462674950
Bestel hier het boek. 

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!